Economie

Specialiteiten van kleine zuivel­fabriek gaan de hele wereld over

ROUVEEN – Brazilië, staat er op een van de dozen die klaar zijn voor verzending. De Coöperatieve Zuivel­fabriek Rouveen levert geen alledaagse kaas, maar wil zich onderscheiden met „verrassende producten.” Ze exporteert die naar alle delen van de wereld.

Drs. A. A. C. de Rooij
20 July 2012 13:16Gewijzigd op 14 November 2020 22:15
Wicher Hoeve (r.) levert melk aan CZ Rouveen Kaasspecialiteiten. „Als kleine speler moet je je onderscheiden”, zegt directeur Ben Wevers van deze coöperatie. De fabriek maakt geen alledaagse kaas, maar „verrassende producten.” Foto Sjaak Verboom
Wicher Hoeve (r.) levert melk aan CZ Rouveen Kaasspecialiteiten. „Als kleine speler moet je je onderscheiden”, zegt directeur Ben Wevers van deze coöperatie. De fabriek maakt geen alledaagse kaas, maar „verrassende producten.” Foto Sjaak Verboom

„We zijn de kleinste zuivel­coöperatie in Nederland”, zegt directeur ing. Ben Wevers. „Sinds 1993 richten we ons volledig op het maken van specialiteiten op kaasgebied. Het assortiment vernieuwen we voortdurend. We hebben niet de intentie groot te worden, maar als kleintje moet je je, om te overleven, wel onderscheiden.”

Kaas à la carte, zou je het kunnen noemen. De afnemer geeft aan welke producten hij precies wenst. Zo is er keuze qua melksoort (koe, geit, schaap, biologisch, koosjer, halal), vetgehalte (van 20+ tot 60+), ingrediënten (brandnetel, noten, koriander of bieslook bijvoorbeeld), vorm en zoutpercentage. De bestellingen komen binnen en worden in de fabriek, die zes dagen in de week dag en nacht draait, verwerkt.

Ongeveer 60 procent van de afzet gaat de grens over, naar Europa en naar onder andere de VS en Rusland, Australië en Dubai. Het bedrijf doet niet rechtstreeks zaken met winkels, maar met handelshuizen en exporteurs. Die vormen de tussenschakels. De kaas ligt ook niet onder eigen naam in de schappen. „Wij zijn niet te herkennen aan het label”, zegt Wevers. „Je proeft het alleen”, voegt hij er glimlachend aan toe.

Hij geeft al dertig jaar leiding aan de coöperatie. Daarin hebben zich de boeren verenigd die de melk leveren. Zij betalen eenmalig een bijdrage in het kapitaal en zijn dan volwaardig lid.

Ooit telden Staphorst en Rouveen twaalf zuivelfabrieken, allemaal op coöperatieve basis. In 1987 trok De Vlijt in bij De Kleine Winst, die stamt uit 1905. Zij smolten samen tot wat nu heet CZ Rouveen. Twee andere die overgebleven waren, gingen later op in Friesland Coberco. Wevers: „Het was rond die fusie manoeuvreren in een porseleinkast. Ze hadden zo’n tachtig jaar naast elkaar bestaan als concurrent.” Het ingemetselde bord met de naam 
De Kleine Winst moest zelfs uit de muur om de combinatie zo neutraal mogelijk te doen lijken. Inmiddels is het bord terug. Het geeft aan dat de verhoudingen van toen geen rol meer spelen.

De directeur over de coöperatieve constructie: „Die zie je in de zuivel heel veel. Om te voorkomen dat boeren tegen elkaar uitgespeeld worden en minder uitbetaald krijgen dan mogelijk is. Melk is hier, anders dan bij een private onder­neming, geen kostenpost. Wij hebben als doel de melk tot een zo hoog mogelijke waarde te brengen. De raad van beheer, met vertegenwoordigers van de boeren, stelt elke maand de melkprijs vast. Eenmaal per jaar volgt eventueel een nabetaling. Wij hoeven geen winst te maken, we moeten alleen geld reserveren voor investeringen.”

De jongste ontwikkeling bij CZ Rouveen is een duurzaam­heidsprogamma voor de boeren. Het is onder meer gericht op energiebesparing en minder antibiotica.


Wicher Hoeve (50) in Rouveen heeft samen met zijn vrouw Aaltje een biologisch melkveehouderijbedrijf.

„De coöperatie stimuleert om biologisch te gaan boeren, maar je moet het wel leuk vinden, er voor 100 procent achterstaan. Je moet zelf de knop omzetten. Wij houden wel van een uitdaging. Momenteel melken we 75 koeien. Nou, dan kun je besluiten om uit te breiden tot misschien 120, maar ons motto luidt: niet meer, maar beter. Daarom hebben we gekozen voor een biologische werkwijze. Dat betekent bijvoorbeeld dat je geen stikstof mag strooien en geen bestrijdings­middelen mag gebruiken. In mei 2010 zijn we die weg ingeslagen. Noem het een uitdaging, maar dan vooral een economische, want als je niks verdient, heb je geen toekomst. Biologische zuivel is een trend die doorzet.

Wij leveren al generaties lang melk aan de coöperatie. Die betaalt een goede prijs. We zijn trots op onze coöperatie. Ze denkt met ons mee, ze is betrouwbaar. Ze is van ons, de boeren, en ze is er voor ons.

De melk wordt twee of drie keer per week opgehaald. Niet op zondag. Dan ligt de fabriek stil. Dat ons dat geld kost, denk ik niet. Daar rust juist zegen op.”


OPRICHTINGSJAAR:

1905

VESTIGINGSPLAATS:

Rouveen

ACTIVITEIT:

melk verwerken tot kaasspecialiteiten

AANTAL LEDEN:

265

OMZET:

ruim 100 miljoen euro


Dit is het tweede deel in een serie over coöperaties. Volgende week vrijdag deel 3.

Meer over
Coöperaties

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer