Op Texel grazen schapen rond de kerken
Een weiland pal naast de kerk. Het doet wat vreemd aan, maar op Texel lijkt het eerder regel dan uitzondering.
In Oudeschild grazen schapen rondom het witte zeemanskerkje, dat in 1650 gereedkwam. Ongenaakbaar staat het bedehuis met de spitse toren in het weiland. Wie naar binnen wil, moet achterom. De schapen lijken de eerste rechten te hebben. Om de zondag wordt er in de kerk een dienst belegd door de protestantse Waddengemeente Texel.
Ook rondom de kerk in Den Hoorn weiden de wollige viervoeters. Dit gebouw, aan de rand van het dorp, zie je al vanuit de verte. Het is gebouwd op een heuvel van keileem en heeft een markante witte toren. Het bouwwerk is sinds 1602 een baken voor de scheepvaart, zo staat te lezen op het groene informatiebord waarin een anker is verwerkt. Fietsers peddelen af en aan en nemen de tijd om de graven rondom te kerk te bekijken. Het is nog niet zo eenvoudig om de spitse toren te fotograferen. Een vrouw met een camera loopt achteruit, verder en verder, totdat ze tegen het hek van het weiland aanbotst. Haar man lacht. „Dat gaat je niet lukken.”
Vermaning
Den Burg, het grootste dorp op het Waddeneiland, heeft vier van de veertien kerken op Texel binnen haar grenzen. Een ervan is een doopsgezinde vermaning, zoals bedehuizen binnen dit kerkverband heten. Ds. H. Marseille-Huizing is de vrouw van de predikant van de gemeente, ds. J. A. Marseille. Er komen iedere zondag zo’n veertig tot tachtig kerkgangers in de vermaning, zegt ze. „Het is een grijs publiek. Ik zeg wel eens: Ik blijf hier altijd de jongste.” Uniek aan het gebouw aan Kogerstraat is de toren. Er zijn namelijk weinig vermaningen met een toren, aldus de predikante.
De Waddeneilanden zijn vanouds een toevluchtsoord geweest voor doopsgezinden. „In de negentiende eeuw was een kwart van de bevolking van Texel doopsgezind. De rest was hervormd, gereformeerd of rooms-katholiek.” Het karakter van de gemeente beschrijft Marseille als „vrijzinnig.” Een collage voor het raam van de kosterswoning onderstreept dit. Daarop zijn woorden te lezen als ”inspiratie, leidraad, hoop, opstanding, weerloos”, maar ook „relativeren.”
In het kerkgebouw, schuin tegenover de preekstoel, staat een bank met aan het eind ervan een lessenaar. „Dat is de bank van de voorzanger. We hebben heel lang geen orgels in de vermaningen gehad, vandaar dat er een voorzanger moest zijn. Later werden deze banken vaak weggehaald, maar hier staat er nog een.”
Ook is er een uitvaartcentrum in het gebouw gerealiseerd. Tot tien jaar geleden was dit het enige in Den Burg, maar nu zijn er twee centra, waardoor de ruimte aan de Kogerstraat overbodig is geworden. „Het was een gebaar van de doopsgezinden naar de gemeenschap, een faciliteit die ze wilden bieden. De ruimte is nu dus niet meer nodig.”
Vakantiegangers
Noordoostelijk van Den Burg ligt Oosterend. De stilte in het dorp doet weldadig aan na een bezoek aan het drukke en toeristische Den Burg. Aan het eind van de Schoolstraat in het kleine dorp staat het gebouw van de gereformeerde gemeente. Ooit was het een school. „Nadat er in 1966 een afdeling vanuit de gereformeerde gemeente in Den Helder was opgericht in Oosterend, werd hier in 1967 een zelfstandige gemeente geïnstitueerd”, zegt ouderling J. Stark.
De diensten in Oosterend worden tijdens de zomermaanden drukbezocht door vakantiegangers. „Zo veel mensen passen dan niet in ons eigen gebouw en we huren de protestantse kerk hier in het dorp. Normaal gesproken zitten hier zo’n 80 kerkgangers, maar in de zomer zijn dat er soms meer dan 200. Onze gemeente telt op dit moment 57 leden en doopleden.”
Regelmatig gaat er een predikant voor in de gemeente. „We zijn als kleine gemeente erg bevoorrecht ten opzichte van andere gereformeerde gemeenten”, stelt Stark. „Het aantal zondagen dat er een predikant voorgaat, is bovengemiddeld. De doordeweekse avonddiensten beginnen we altijd vroeg, om zeven uur, zodat de predikant de laatste boot nog kan halen, die om negen uur vertrekt.”
De enige eigen predikant die de gemeente ooit had, ds. T. M. van Dijk, ging in 2004 om gezondheidsredenen met emeritaat. Hij vertrok een jaar later van het eiland. Het verlangen naar een eigen voorganger steekt de ouderling niet onder stoelen of banken. „De nood is wat dat betreft groot. We beroepen elk jaar, één of twee keer. Dat doe je niet als je verwacht dat er toch geen predikant zal komen naar Texel.”
Met nog één ouderling en een diaken vormt Stark de kerkenraad. Afwisselend lezen de ouderlingen een preek. Na de geloofsbelijdenis volgt er een artikel uit de Dordtse Leerregels. „Dat is bij ons de gewoonte, om dit belangrijke belijdenisgeschrift ook onder de aandacht van de gemeente te blijven brengen.”
Stark zet zich niet alleen in voor onderwijs binnen de kerkmuren. In 2002 werd er met enkele gemeenteleden een reformatorische school opgericht in het dorp. De ouderling maakt met enkele anderen deel uit van het schoolbestuur. Twee leerkrachten, en vanaf volgend jaar ook een onderwijsassistent, verzorgen het onderwijs aan de zeventien leerlingen die er nu les krijgen. „We hebben redelijk wat jonge gezinnen in de gemeente, dus wat dat betreft heeft de school zeker toekomst.”
Ds. J. J. Buskes
De bekende Amsterdamse predikant ds. J. J. Buskes (1899-1980) begon zijn ambtelijke loopbaan op 24-jarige leeftijd op Texel. In 1924 werd hij bevestigd in de gereformeerde kerk te Oosterend. Bij zijn intrede waren drie hervormde Texelse predikanten aanwezig, iets wat in die tijd een unicum was vanwege de geschillen tussen hervormden en gereformeerden.
Ds. Buskes, die vanwege zijn radio- en televisieoptredens landelijke bekendheid genoot, heeft met heimwee over zijn Texelse tijd geschreven. Hij noemde Texel „het eiland onder Gods open hemel.”