Opvallend historisch jeugdboek van drie Friese schrijvers
Drie kinderboekenschrijvers vertellen drie verhalen over drie kinderen in drie tijden. De plaats is steeds hetzelfde: de Oldenhoveterp van Leeuwarden.
De verhalen vormen het historische kinderboek ”De geluksbrenger. 3 kinderen, 3 tijden, 1 terp”.
Op de plek waar nu de scheve toren de Oldenhove staat, woonden in de Romeinse tijd de eerste inwoners van de stad Leeuwarden. Het was toen een van de terpen waarop de stad is ontstaan. In de vroege middeleeuwen werd er op dezelfde plaats een kerkje gebouwd, de Sint-Vitus. De Leeuwarders startten in de zestiende eeuw met de bouw van wat de grootste kathedraal van heel Friesland moest worden. Ze begonnen met een toren, die tijdens de bouw al scheef zakte. De kathedraal kwam er helemaal niet meer.
Aan het begin van de twintigste eeuw kwam er een parkeergarage onder het plein voor de toren. Archeologen deden uitgebreid onderzoek in de bouwput en vonden er de resten van een boerderij uit de Romeinse tijd. Ook ontdekten ze dat de Oldenhove per ongeluk op het talud van de terp is gebouwd. Vandaar die scheve toren.
Naar aanleiding van de archeologische vondsten vroeg de gemeente Leeuwarden aan drie Friese schrijvers om de geschiedenis van Leeuwarden voor kinderen te beschrijven. Met als resultaat het mooi vormgegeven en geïllustreerde boek ”De geluksbrenger”. Deze titel verwijst naar een amulet, dat bij de opgravingen werd gevonden. In elk van de drie verhalen speelt dit voorwerp een rol.
Kinderboekenschrijver Arend van Dam schreef het eerste verhaal, dat zich afspeelt in de 2e eeuw na Christus. Diverse voorwerpen die bij het bodemonderzoek zijn aangetroffen, geeft hij daarin een plaats. Hij vertelt over Eit, een jongen die tijdens het zware werk op de terp denkt aan de Romeinen. Van de handelaar die af en toe de terp aandoet, hoort hij verhalen over hen. Maar hij wil de Romeinen met eigen ogen zien en gaat op reis.
Het leven in een Romeins legerkamp valt Eit echter zwaar. Als hij, weer via de handelaar, hoort dat zijn familie in nood is en geen onderdak meer heeft, keert hij terug. Maar niet voordat hij wat Romeinse voorwerpen heeft meegekregen: een mes, stevig garen en een naald en een kapotte legertent. Terug op de terp maakt Eit met het nieuwe mes een aandenken aan deze tocht: hij snijdt uit een mooi stukje bot een amulet.
Akky van der Veer schreef een verhaal over Folker, die in de vroege middeleeuwen met zijn hele familie op de terp woont. Het is rond het jaar 625 en oorlogstijd. Wie tegen wie vecht moet duidelijk worden uit de inleiding bij dit verhaal, maar die is echt te ingewikkeld, ook voor wat oudere kinderen. Folkers vader moet zich ook als strijder melden. Ondanks alle offers aan de goden wordt de oorlog verloren en is het wachten op de terugkeer van de strijders.
Mooi beschrijft Van der Veer de voorbijglijdende seizoenen, met al het werk op de terp dat daarbij hoort, zonder dat Folkers vader terugkeert. Folker heeft eerst nog hoop dat de amulet, die hij bij het uitbaggeren van de ringsloot heeft gevonden, hem geluk zal brengen. Maar als die hoop vervliegt, gooit hij de benen hanger in een kwade bui terug in de sloot. Onverwachts komt dan toch zijn vader terug, als een gebroken man.
Het derde verhaal, geschreven door Janny van der Molen, speelt in 1513. De amulet komt in het bezit van Hauckje, van wie de moeder erg ziek is. Ze hoopt dat de hanger haar beter kan maken. Maar haar moeder gelooft in Maria. Op wonderlijke wijze weet Hauckje het beeld van Maria uit de Sint-Vituskerk bij haar moeder in bed te krijgen. Waarop haar moeder inderdaad beter wordt. De volgende dag brengt ze de amulet terug naar de plek waar zij en haar broertje hem hebben gevonden. Vanaf nu gelooft ze in Maria.
Het zal duidelijk zijn dat het geloof in diverse goden en in Maria een belangrijke rol speelt in het leven van deze kinderen. Dat zal wat begeleiding vragen bij het lezen.
Boekgegevens
”De geluksbrenger. 3 kinderen, 3 tijden, 1 terp”, door Arend van Dam, Akky van der Veer, Janny van der Molen; uitg. Friese Pers Boekerij, Leeuwarden, 2011; ISBN 978 90 3300 922 8; 107 blz.; € 12,50.