Cultuur & boeken
Marriët Meester bezoekt oud-Hollandse gelovigen in Amerika

Wie heimwee heeft naar het Nederland van vroeger zou een kijkje kunnen nemen in het Amerikaanse Lynden. De helft van de inwoners is van Hollandse komaf. Ze zijn verbaasd als hun Nederlandse gast de klompendans niet blijkt te beheersen.

Katrien Ruitenburg

De helft van de inwoners van het Amerikaanse stadje Lynden is van Nederlandse komaf. Foto maggiewilliamswanderer.com
De helft van de inwoners van het Amerikaanse stadje Lynden is van Nederlandse komaf. Foto maggiewilliamswanderer.com

Lynden ligt in het uiterste noordwesten van de Verenigde Staten, tegen de grens met Canada. In het stadje zijn veel verwijzingen naar het Nederlandse verleden te vinden. Volgens schrijfster Mariët Meester –de gast uit Nederland– zijn de pogingen een oud-Hollandse sfeer op te roepen niet altijd even geslaagd. De ”Dutch Americans” blijken vooral de kunst van het stichten van kerken goed te verstaan: er zijn 34 kerken op 11.000 inwoners.

Meester nam een aantal maanden haar intrek in Lynden, de woonplaats van de oom over wie ze zo veel verhalen gehoord had dat hij mythische trekken gekregen had. Oom Peter Maystar(!), overleefde leukemie dankzij stamceltransplantatie, waarvoor zijn broer (de vader van de schrijfster) donor was.

Meester heeft een heel aantal boeken op haar naam staan. Sommige daarvan zijn (gedeeltelijk) autobiografisch, andere zijn journalistiek en ook fictie staat op haar repertoire. Ze leefde zich in in het leven van Roemeense zigeuners, en ze vindt dat het haar moet lukken om zich onbevooroordeeld open te stellen voor haar strengchristelijke Amerikaanse familie, hoewel ze zelf in haar tienerjaren al afscheid van de kerk genomen heeft.

Artikel 31

Het boek beschrijft afwisselend het verblijf van de schrijfster in Lynden en het leven van haar oom vanaf zijn kindertijd. Opvallend is de trefzekere manier waarop Meester situaties en personen met een paar woorden typeert. Ook haar samenvattingen van ingewikkelde episodes uit de kerkgeschiedenis zijn verrassend helder, zodat ik nu eindelijk snap waarom de vrijgemaakten in Nederland ook wel ”artikel 31’ers” worden genoemd.

In 1953 vertrekt de oom van de auteur per boot naar Amerika. Hij volgt zijn meisje, dat met haar familie geëmigreerd is. De twintiger heeft dan al een roerig leven achter zich. Hij is God dankbaar voor zijn kennismaking met Marie. Dankzij haar is hij tot geloof gekomen. Hun huwelijk is gelukkig. Zeven kinderen krijgen ze. „Ook nu ze een groot gezin hadden, vormden ze in de eerste plaats samen een team. Desnoods gooide Mary de vuile was van de kinderen tijdelijk op een hoop, team Maystar ging voor.”

Oom Peter blijkt betrokken te zijn geweest bij belangrijke ontdekkingen in de geneeskunde en hij speelde een grote rol in het aan het licht komen van een dioxineschandaal in de staat Michigan in de jaren 70 van de vorige eeuw.

Aan zijn carrière kwam abrupt een einde. Hij was tegen reageerbuisbevruchting, en het instituut waar hij aan verbonden was wilde de modernste medische technieken toepassen.

Objectieve blik

Het is bijzonder dat de schrijfster in de hoofdstukken over haar verblijf in Lynden een goed evenwicht heeft weten te bereiken tussen een sterk persoonlijke weergave van haar belevenissen en gevoelens en een objectieve blik zoals alleen een buitenstaander die kan hebben. Een voorbeeld van het eerste is de manier waarop Meester beschrijft dat haar persoonlijkheid verandert. Ze neemt de kleur aan van de omgeving en tot haar eigen verbazing gaat dat moeiteloos. Wat is het heerlijk om vanzelfsprekend ergens bij te horen, vindt ze. Voor vrienden moet je moeite doen, maar dit verband van de kerk is er gewoon. „Ik zou hier best kunnen blijven.”

Met de objectieve blik van een buitenstaander neemt de schrijfster waar dat mensen elkaar op zondag anders begroeten dan doordeweeks, en op de avondmaalszondag blijkt het nog weer anders te gaan.

Ze doet aan alles mee waaraan ze maar mee kan doen. „Het is bijna een dagtaak.” Aan het avondmaal deelnemen zou niet gewaardeerd worden, voelt de schrijfster wel. „Ik zou dat niet eens willen. Met z’n allen het laatste groepsmaal van Jezus naspelen, doen alsof je zelf een apostel bent, bah. Het is niet aan mij om anderen te beoordelen, dat besef ik heel goed, maar zouden deze mensen niet ontzettend ver afstaan van de manier waarop Jezus dacht? Ze zijn allemaal zo rijk. En ze weten het allemaal zo goed, zij menen de enige juiste gelovigen te zijn, terwijl er onderling zoveel intriges spelen.”

Verbaasd

Net als Meester heb ik ook niet eerder bedacht dat er buiten onze landgrenzen zo veel mensen zijn die zich Nederlander noemen. De ”Dutch Americans” zouden volgens de schrijfster verbaasd zijn als ze zouden zien hoe het nu in Nederland toegaat. „Vrijwel niemand weet meer hoe hij moet denken, laat staan geloven”, schrijft Meester. Dat weten ze in Lynden tenminste wel – al is hun handelen daar soms mee in strijd.


Boekgegevens

”De mythische oom”, door Mariët Meester; 
uitg. De Arbeiderspers, Utrecht, 2012; ISBN 978 90 295 7865 3; 288 blz.; € 19,95.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer