Dr. J. W. van Pelt 25 jaar predikant in Chr. Geref. Kerken
OUD-BEIJERLAND – Als één thema door de jaren heen zijn belangstelling had, was het wel het pastoraat. Hij promoveerde erop, publiceerde erover. Dr. J. W. van Pelt: „Juist in het pastoraat leer je de gemeente kennen, ervaar je ook de verbinding tussen de zondag en de rest van de week.”
„Een paar weken terug merkte ik het weer”, zegt de predikant van de christelijke gereformeerde kerk (cgk) in Oud-Beijerland. „Ik ging voor in een gemeente die ik verder niet kende. Dan vraag je je na afloop af: Landde het nu, wat ik zei?”
Deze maand is het 25 jaar geleden dat kandidaat Van Pelt in Putten werd bevestigd tot predikant binnen de CGK – op 20 februari 1987. Hij was toen al bijna twee jaar kandidaat. „Maar ik wilde eerst nog een poosje verder studeren in Apeldoorn, het oude doctoraatsexamen halen. In onze woning in Breda heb ik mijn studie toen voortgezet. Niet dat ik in die periode alleen maar studeerde. Stage bestond destijds nog niet, maar in Nijmegen deed ik pastorale bezoeken en preekte ik voor het eerst uit de Heidelbergse Catechismus.”
Overigens was 1985, het jaar waarin hij kandidaat werd, „een jaar om nooit te vergeten”, zegt dr. Van Pelt (51). „ Op 1 maart slaagde ik voor het kandidaatsexamen; op 8 maart zijn wij getrouwd. In de tussentijd is mijn auto total loss gereden. Dat gebeurde op een kruising, door een auto die mij niet had gezien. Had die chauffeur ietsje harder gereden, dan had ik hier waarschijnlijk niet meer gezeten. Zoiets geeft diepe indrukken. Mensen vragen wel eens: Zijn er nog engelen? Is Gods bewarende hand er nog? Dan kan ik zeggen: Ja, Gods bewarende hand is er ook in deze tijd nog. Ik mag er nog zijn. Van mijn auto was niets over, van die van de andere man ook niet. Maar zelf leefden we allebei nog.”
Razzia
Van Pelts wieg stond in het Brabantse Sprang-Capelle. „Zeker aan mijn grootmoeder bewaar ik goede herinneringen. Vaak sprak zij met ons over de Heere en Zijn dienst. Zij had contacten met iedereen. Gereformeerde Gemeenten, Oud Gereformeerde Gemeenten. Maar ook met iemand als Corrie ten Boom. Zulke herinneringen raak je toch niet meer kwijt. Het was ook al jong dat ik zeker wist dat ik predikant wilde worden.”
Putten, op de Veluwe, werd zijn eerste gemeente. Een dorp dat tot op de dag van vandaag de littekens draagt van de razzia van 1 oktober 1944, toen 661 Puttenaren werden afgevoerd naar Duitsland. De overgrote meerderheid keerde niet terug. Dr. Van Pelt: „Juist in de jaren dat ik in Putten stond, kwam er steeds meer aandacht voor deze verschrikkelijke gebeurtenis. Kinderen van weggevoerde mannen gingen met pensioen, en kwamen daarmee tot stilstand. Hadden altijd hard gewerkt, het verleden wat verdrongen, maar nu ging dat niet meer. Een paar jaar daarvoor was ook de stichting Oktober 44 opgericht, en waren er contacten ontstaan met Ladelund, waar vele Puttenaren om het leven waren gekomen.”
De predikant loopt naar zijn boekenkast, pakt er een omvangrijk werk uit: ”Putten. De razzia en de herinnering” van Madelon de Keizer. „In Putten heb ik trouwens ook gezien wat verzoening écht inhoudt. In Ladelund is een lutherse predikant, pastor Meyer, geweest die in de oorlog heeft geprobeerd bij de kampcommandant op te komen voor de Puttenaren. Hij kreeg weinig voor elkaar, maar toch dit: dat zij een christelijke begrafenis kregen. Dat was trouwens het enige.
Na de oorlog is ds. Meyer bij alle Puttense oorlogsweduwen langsgegaan om hun persoonlijk namens de Duitse bevolking om vergeving te vragen. Later deed zijn opvolger, pastor Richter, iets vergelijkbaars. Dat heeft in Putten veel teweeggebracht. Dat heeft deuren geopend, al zijn er –en volstrekt begrijpelijk– ook Puttenaren geweest die hen niet wilden ontvangen.”
Na Putten volgden Almelo (1993), Zwijndrecht (1998) en Oud-Beijerland (2004). In laatstgenoemde gemeente staat ds. Van Pelt dus ook alweer acht jaar. Hoe zou hij Oud-Beijerland, in de Hoeksche Waard, willen typeren? „Oud-Beijerlanders zijn spontaan, leven mee met elkaar.” Lacht dan. „Maar misschien moet ik het doen met de woorden van oud-minister C. P. Veerman, zelf woonachtig in Piershil, toen hij sprak tijdens een bijeenkomst rond 450 jaar Oud-Beijerland. Oud-Beijerlanders maken aan de ene kant helemaal deel uit van de Hoeksche Waard, maar voelen zich aan de andere kant toch net een klein beetje meer dan de inwoners van andere dorpen in de Hoeksche Waard. Een tikje arrogant – in de ogen van niet-Oud-Beijerlanders.”
Het kerkgebouw van zijn gemeente ondergaat momenteel een verbouwing. „We zijn uit ons jasje gegroeid.” Als het daarover gaat: „Ik heb nog nergens zo veel kinderen gedoopt als hier. Dat doet toch goed.”
Uit meerdere publicaties van uw hand blijkt uw belangstelling voor het thema pastoraat. Vanwaar deze interesse?
„Juist in het pastoraat leer je je gemeente kennen, merk je ook de verbinding tussen wat je zondags op de preekstoel zegt en de rest van de week. Niet dat de vraag die je vandaag krijgt, morgen op de kansel moet terugkomen, maar er loopt wel degelijk een lijn tussen het een en het ander.
In mijn proefschrift uit 1999 heb ik het thema pastoraat theologisch willen doordenken. Te vaak, vind ik, wordt in allerlei cursussen uitgegaan van een niet-christelijk mensbeeld dat haaks staat op de Bijbel. In mijn proefschrift heb ik het pastoraat geprobeerd te beschrijven vanuit Gods Drie-eenheid. Mijn conclusie was toen dat je de pastorant kunt zien als schepsel, als zondaar en als verloste. Alle drie zijn in het pastoraat belangrijk. Dat betekent voor een huisbezoek bijvoorbeeld dat je als ambtsdrager óók vraagt naar iemands werkomstandigheden. Dat je er óók op wijst dat een mens verlossing nodig heeft. En dat je laat zien wie die Verlosser is.”
Met belangstelling nam dr. Van Pelt recent kennis van het rapport van Movisie over huiselijk geweld in de reformatorische gezindte. „Verschrikkelijk. En je weet het uit de ambtelijke praktijk, hoe relatieproblematiek, echtscheiding, samenwonen ook in de kerk steeds meer speelt.”
Toch, zegt hij, „is er op het rapport van Movisie wel kritiek mogelijk. Niet om het ook maar iets te af te zwakken, maar je merkt dat de onderzoekers de doelgroep die zij beschrijven niet écht kennen. Ik zou daarom wel willen pleiten voor vervolgonderzoek.”
Een soort commissie-Deetman?
„Zo’n commissie zou in elk geval niet werkloos hoeven te blijven.”
Zag dr. Van Pelt –ook docent diaconaat en catechetiek aan de Theologische Universiteit Apeldoorn– in de loop van zijn predikantschap vrucht op zijn prediking? „Dat blijft toch moelijk te zeggen. Bovendien, ds. J. Van Amstel zei hij het tijdens een visitatiebezoek eens zo: Als mensen bij de kerk weggaan, kan dat óók een vrucht zijn. Dat willen we niet, maar zo is het wel – zie Jeremia. Wij hebben trouw te zijn; de vrucht blijft voor de Landman.
Aan de andere kant –ik heb daar de laatste weken veel over nagedacht–: ik ben er achter gekomen dat mensen veel meer verloren zijn dan ik ooit voor mogelijk had gehouden. Maar tegelijk: de Heere God is veel genadiger dan ik ooit had kunnen denken.”
Digibron
In ons archiefsysteem Digibron vindt u meer over ds. Van Pelt. Hieronder een aantal links.
Dr. Van Pelt doet intrede in Oud-Beijerland (Reformatorisch Dagblad, 8 maart 2004).
Ds. Van Pelt neemt afscheid van Zwijndrecht (Reformatorisch Dagblad, 1 maart 2004).
Voetius en de hoeders tot het heil; ds. Van Pelt onderzoekt pastoraat in klassieke gereformeerde theologie. Recensie van dr. C. A. de Niet van het boek ”Hoeden tot het heil. Gisbertus Voetius en het pastoraat”, van ds. Van Pelt (Reformatorisch Dagblad, 17 januari 2001).
Het geheim van de Drie-eenheid; ”Pastoraat in trinitarisch perspectief” worstelt om recht te doen aan de Schrift. Recensie van de drs. T.W van Bennekom van de studie van ds. J. W. van Pelt (Reformatorisch Dagblad, 14 april 1999).
Pastoraat op gereformeerde leest. Interview met ds. Van Pelt n.a.v. zijn promotie (Reformatorisch Dagblad, 25 maart 1999).
Ds. Van Pelt doet intrede in Zwijndrecht (Reformatorisch Dagblad, 30 november 1998).
Ds. Van Pelt neemt afscheid van Almelo (Reformatorisch Dagblad, 16 november 1998).
Ds. Van Pelt doet intrede in Almelo (Reformatorisch Dagblad, 6 september 1993).
Ds. Van Pelt neemt afscheid van Putten (Reformatorisch Dagblad, 24 augustus 1993).
Kand. Van Pelt bevestigd (Reformatorisch Dagblad, 23 februari 1987).