Commentaar: Distantie ten opzichte van film
In de bezinning naar aanleiding van het televisiejubileum duikt binnen de gereformeerde gezindte opnieuw de vraag op in hoeverre de film een acceptabel medium is.
Het gebruik van film als informatiedrager is inmiddels vrij algemeen aanvaard. Het demonstreren van de werking van een machine is gemakkelijker aan de hand van filmbeelden dan met verbale toelichting.
Over films waarin gebeurtenissen of verhalen worden gedramatiseerd, lopen de meningen binnen de gereformeerde gezindte uiteen. Direct daaraan verbonden is de vraag of men als kijker er wel goed aan doet dergelijke producties te bekijken.
Een aanzienlijk deel van deze kring wees dit radicaal af, anderen stelden dat het geen probleem behoefde te zijn zolang men maar kritisch bleef.
Deze afwijzing van films kon jarenlang gemakkelijk gestalte krijgen. Immers, om ze te bekijken moest men naar de bioscoop of was het bezit van televisie noodzakelijk. Maar door de massale introductie van de computer is de toegang tot allerlei filmmateriaal sterk vergemakkelijkt. Uit diverse onderzoeken blijkt dat binnen reformatorische kring op aanzienlijke schaal allerlei films worden bekeken.
Iedereen geeft toe dat dit proces zich min of meer sluipend heeft voltrokken. Echt diepgaande bezinning heeft niet plaatsgevonden. Dat rechtvaardigt wel de vraag of de argumenten voor mijding daarmee automatisch hebben afgedaan.
Achteraf moet worden vastgesteld dat ook in het verleden velen de film afwezen zonder goed na te denken over de argumentatie. Men meed het medium omdat dit nu eenmaal onderdeel was van de groepscode. Op individueel niveau geschiedde dit dus vaak vanuit gemakzucht. Dat is geen goede basis om argumenten over te dragen op de jongere generatie.
Bovendien is duidelijk dat mensen die geen weet hebben van hetgeen op het doek wordt gebracht, een beperkter zicht hebben op de ontwikkelingen op het terrein van de cultuur. Voor opinieleiders en docenten kan het dus nuttig zijn daarvan kennis te nemen om de cultuur beter te doorschouwen. Maar dat is heel wat anders dan ter verpozing naar het doek of scherm te gaan zitten kijken.
Toch zijn er nog altijd goede argumenten om kritisch te blijven en de film als medium voor vermaak te mijden. Dat mag niet worden afgedaan als de kop in het zand steken. Iedereen is het erover eens dat bij veruit de meeste films erotiek, geweld en begeerte tot de basisingrediënten behoren. Dat verdraagt zich slecht met het leven naar Bijbelse normen.
De gereformeerde theoloog en cultuurcriticus K. Schilder stelde in zijn boek ”Christus en cultuur” (1947) dat de film als technische vinding weliswaar een mooi cultuurproduct is, maar tegelijkertijd gereedschap van satan. Zoals hij zich heeft ontwikkeld is hij een medium „niet van opvoeding, maar van verblinding. Wie dat bedrijf cultuur noemt, daar immers de film opkomt uit de cultuurkracht, die vergeet dat ”colere” (het grondwoord voor cultuur, red.) nog altijd bouwen betekent, en niet breken.” Het is zeer de vraag of dat sinds 1947 verbeterd is. Zo niet, dan zijn er zijn nog altijd goede argumenten voor mijding.