Starterswoning in stijl
Een woonhuis in een historische kern biedt vaak garantie op een levendige omgeving. Zo ook Spuistraat 50 in Middelharnis.
Het is een drukte van belang bij de haven. Plezierjachtjes dobberen voorbij en op de kade genieten toeristen van een zonnige nazomerdag. Langs de haven loopt de smalle weg in een bocht. Een bewoner schildert zijn raamkozijnen en zegt recreërende passanten vriendelijk gedag. Het Kofjekokertje staat onbeweeglijk op wacht op zijn sokkel, op de uitkijk naar het vissersschip waar hij als jongste hulpje aan boord zal gaan. Vervlogen tijden lijken hier te herleven.
Voorbij de bocht, op nummer 50, staat een op het oog bescheiden huisje met tussen twee ramen een klassieke voordeur. Aan de overkant van de straat torenen scheepsmasten boven de huizen uit. Voor je gevoel kun je ze bijna aanraken.
De hal is ruim en licht. Een ossenbloedrode wand trekt de aandacht. „Buurtbewoners vertelden me dat hier vroeger een viswinkeltje was”, vertelt bewoonster Corine van Gulik. Bij de overburen werden klompen verkocht.
Helemaal verliefd was ze, ruim twee jaar geleden. Niet alleen op haar aanstaande man Piet, maar ook op het huis waar ze zomaar tegenaan liep. Omdat Corine nog volop bezig was met het afronden van haar studie fysiotherapie en ze ook graag wilden gaan trouwen, besloten ze naar een betaalbare huurwoning op zoek te gaan. „Maar op een dag was ik zomaar een beetje nieuwsgierig aan het rondsnuffelen op Funda en zag ik dit huisje.”
Ze vielen allebei als een blok voor het ruim honderd jaar oude pand, dat één geheel met het buurhuis vormt. Na een bezichtiging was het stel verkocht. „Dat is wel bijzonder gegaan”, glimlacht Corine. Het voelde een beetje als een droom, zegt ze. „Een prijs die geschikt was voor starters en dan op deze plaats zo’n oud huis.”
In de woonkamer speelt het middaglicht door de ramen. De originele schouw met houtkachel en het raampje waar eens de bedstede zat, geven het gevoel terug in de tijd te gaan. Van het geheel gaat rust uit. Mede door het gebruik van sobere, lichte kleuren gecombineerd met een donkere kast en bank. Pas als je goed kijkt, zie je de gitzwarte poes die op de bank ligt te soezen.
Waar je ook loopt in huis, Corine weet de verfnaam feilloos op te noemen. „Nadat ons huis klaar was, riep mijn familie nog maanden als ze me zagen: Painting the Past!” Ze is al jaren geïnteresseerd in woninginrichting en het combineren van kleuren en stoffen. „Als kind maakte ik mijn kamer al oud. Dan maakte mijn vader latjes op mijn deur, zodat het een paneeldeur werd.” Ze snuffelt graag in woonbladen en houdt van een rustige, landelijke sfeer.
De lichte kozijnen zijn gelakt in hoogglanswit. „Dat hoort bij een oud huis.” Met zes- en negenvaksruitjes een hele klus. „Ik heb een hekel aan afplakband, dus schilderde ik alles uit de losse pols met een penseel.” Corine kan er nu wel om lachen, maar soms was ze behoorlijk streng voor zichzelf. Als de verf er naar haar mening niet strak genoeg op zat, deed ze het gewoon over. Tot vijf keer toe, als het moest. „Piet zei wel eens: Stop nu toch eens met dat schuren! Maar ik ben een pietje-precies.”
Het schilderwerk was de grootste klus voor de Van Guliks. „We hadden drie maanden de tijd voor we gingen trouwen.” Samen met de hele familie werd er flink aangepakt. „Het huis is eigenlijk een beetje van ons allemaal”, lacht ze. Zo schilderde haar schoonmoeder alle radiatoren en menige deur. Regel was dat Corine en Piet op zaterdag de klussers trakteerden op gebak van de banketbakker om de hoek, gevolgd door een patatje met van de snackbar.
Langs het raam met een doorkijkje naar de tuin komt de steile trap naar beneden in zicht. Omdat het pand in een dijktalud is gebouwd, heeft het beneden nóg een verdieping. De woonkeuken in het souterrain oogt nostalgisch en is verrassend licht. In een hoekje zit een klein raam waar vroeger de wc was. „De keuken was blauw, maar verder vonden we ’m prima.” De deurtjes kregen een lichte kleur en Corines handige vader maakte een paar ontbrekende deurtjes in dezelfde stijl.
De deur in de keuken leidt naar een Frans aandoend plaatsje op het zuiden. Compact maar oergezellig. De bovenste verdieping van het huis herbergt twee slaapkamers, een kleintje en een grotere. „Als ik op bed ga staan kan ik de boten zien varen”, wijst Corine. Haar vader kwam haar zelfs een keer met de boot ophalen.
Overal wijst de hoogte van de originele balkenplafonds op de geringere lengte van vroegere bewoners. „Klussen is leuk en gezellig”, aldus Corine. „We hopen dat we hier nog een tijdje kunnen blijven wonen. Mocht het te klein worden voor ons dan zou ik, ondanks de nadelen die er natuurlijk ook zijn, het erg leuk vinden als we weer een oud huis op de kop kunnen tikken.”
Buiten schijnt nog steeds de zon. Bootvlaggen wapperen vrolijk in de wind. Het Kofjekokertje werpt zijn peinzende blik over de voormalige vissershaven. Wat zou hij ervan denken?