Ds. A. van Voorden (Opheusden) zei bij de verslaglegging van de Stichting Theologische School dat er goede ervaringen zijn met het mentoraat voor beginnende predikanten, waartoe in 2009 besloten was. De werkdruk voor beginnende predikanten is dermate hoog dat de synode besloot hen te ontheffen van kerkvisitatie. „Kerkvisitatie kan ook aan ouderlingen worden overgedragen, en bij kerkvisitatie kan ook een diaken als notulist fungeren”, zei ds. Van Voorden.

Op voorstel van het curatorium stemde de synode in met de instelling van een deputaatschap algemene kerkelijke zaken. Door het ontbreken van zo’n deputaatschap worden zaken die het geheel van het kerkelijk leven aangaan, nu vaak door het curatorium aan de orde gesteld, wat gezien wordt als „oneigenlijk gebruik van dat college.”

De synode ging akkoord met beschikbaarstelling van extra financiële middelen ter dekking van de kosten van opvoedingsondersteuning door het Ds. 
G. H. Kerstenonderwijscentrum. Op het terrein van de opvoeding is er in toenemende mate sprake van nood. Door de inzet van peda­gogisch medewerkers kon in enkele gevallen worden voor­komen dat kinderen uit huis moesten worden geplaatst. De kosten kunnen echter onvoldoende uit andere middelen worden gedekt. Ds. J. Roos onder­schreef het belang van opvoedingsondersteuning.

Het moderamen maakte bekend dat de bidstond, die vooraf­gaat aan de jaarlijkse synode, niet langer in de kerk te Opheusden wordt gehouden, maar op de synodelocatie te Barneveld.

Het moderamen bestond uit ds. M. Krijgsman (die bij toerbeurt voorzitter was), ds. J. Roos (eerste assessor), ouderling J. van Bruchem (tweede assessor), ouder­ling J. A. Don (eerste scriba) en ouderling R. A. van der Garde (tweede scriba).