Materieelbeheer Defensie moet en kan beter
Het beheer van het materieel bij de krijgsmacht moet en kan beter, vindt Gerrit de Jong.
Als een ministerie 68.000 mensen in dienst heeft, ben je anders dan de meeste andere ministeries. Defensie had vorig jaar 48.000 militairen en circa 20.000 burgers op de loonlijst. Medewerkers die spullen nodig hebben, variërend van potloden tot geweren en van ondergoed tot F-16-gevechtsvliegtuigen. Een complexe organisatie, waarvan vanwege de missies ook nog eens veel defensiematerieel de hele wereld over gaat. Het ministerie van Defensie spendeerde vorig jaar 8,5 miljard euro. Met dat geld en de mensen en middelen verricht de krijgsmacht belangrijk werk.
Juist omdat dat werk zo belangrijk is, en soms letterlijk levensgevaarlijk, verdienen defensiemedewerkers het om te werken met goede, adequate spullen. Zodat er gedaan kan worden wat de militair krijgt opgedragen. De operationele inzet is onder meer afhankelijk van het inzicht dat het departement aan het Haagse Plein en de commandanten te velde hebben in de staat van het materieel en waar het is. Zijn er voldoende helmen, wapens, rollend en vliegend materieel op de kazernes en andere werkplekken van land- en luchtmacht, marine en marechaussee? Zijn er computers en bureaus voorhanden? Op oefening in de sneeuw in Noorwegen wil je geen zomerjas in je plunjezak aantreffen, op piratenmissie moet de juiste munitie aan boord zijn voor de wapensystemen.
Dat inzicht door overzicht van wat waar is, is al jaren een lastig beheersbare klus. De Algemene Rekenkamer toetst elk jaar bij Defensie hoe het ermee staat. We stellen al jarenlang vast dat het onder de maat is.
Deze problematiek is niet nieuw bij Defensie en is niet van de ene op de andere dag op te lossen. In 2008 is afgesproken dat Defensie in 2012 zijn zaakjes op het gebied van financiën weer helemaal op orde heeft en dat in 2014 het beheer van het materieel weer onder controle is. De Algemene Rekenkamer heeft nu vastgesteld dat de voortgang bij vijf van de tien eerder afgesproken aandachtspunten in 2010 minder groot was dan beoogd. Dat is zorgelijk. De beheersbaarheid wordt er niet groter op als de diverse computersystemen waarmee misschien wel 1 miljoen verschillende artikelen worden beheerd niet met elkaar kunnen communiceren.
Defensie belooft vaak beterschap en maakt allerlei grote plannen die ervoor moeten zorgen dat het allemaal beter gaat. Die verbeterplannen sterven vaak weer een stille dood. Daar moet je voor waken. Defensie zou misschien nog meer naar de mensen op de werkvloer moeten luisteren, daar komen vaak de beste ideeën vandaan.
Daarnaast speelt dat beheer niet spannend is. Hierin is Defensie trouwens niet uniek. Militairen zijn graag aan het werk met al dat materieel, maar correct vastleggen als de spullen daarna weer opgeruimd worden is een ander verhaal.
Dat wil niet zeggen dat het allemaal kommer en kwel is. Het afgelopen jaar zijn er grote vorderingen gemaakt met het bijwerken van de administratiesystemen voor wapens en cryptoapparatuur. Met munitie is dit nog niet gelukt. Het beheer kan dus wel beter.
Dat is ook gebleken uit een andere bijzondere operatie: de terugkeer vanuit Uruzgan. Het terughalen van veel materieel dat de afgelopen jaren door Nederlandse militairen in Zuid-Afghanistan is gebruikt, was een complexe operatie. Veel zeer verschillende spullen vervoeren over grote afstanden. Dat is redelijk beheersbaar verlopen. Daarvoor verdient dit ministerie een pluim! Als dit in Uruzgan kan, dan moet dat op de Veluwe toch ook kunnen?
Nu heeft het kabinet besloten om 1 miljard euro te bezuinigen op de krijgsmacht. Dat is voor de Algemene Rekenkamer reden geweest om de minister van Defensie te waarschuwen daarbij voorzichtig om te gaan met de beheer- organisatie. Bij zo’n bezuiniging zal er zo veel worden opgeschud dat dit ook een uitgelezen kans is de boel ”leaner and meaner” op te zetten. Zorg dan voor één goed werkend ict-systeem voor al het materieel.
In tijden van bezuiniging wordt beheer nog belangrijker. Weten wat je hebt en wat dat kost aan onderhoud en exploitatie is juist dan belangrijk om de juiste keuzes te maken. Dat deze week de Tweede Kamer en minister hebben uitgesproken hiervoor aandacht te hebben, geeft de burger moed.
De auteur is collegelid bij de Algemene Rekenkamer.