Ds. K. Veldman: Ezechiël sprak over geestelijk Israël
ALMKERK – „Als de profeet Ezechiël spreekt over Israël, gaat het om de geestelijke betekenis van het huis Israël.” Dat zei ds. K. Veldman, emeritus predikant van de Hersteld Hervormde Kerk, zaterdag in Almkerk, waar hij sprak op de zogeheten ontmoetingsdag.
Ds. Veldman sprak over Ezechiël 36, waar gesproken wordt over het verbondsvolk Israël. „Het gaat daar wel om de geestelijke betekenis van Israël. Dat volk wordt niet anders bekeerd dan de heidenen”, zei ds. Veldman. Ezechiël verhaalt hoe God Zijn grimmigheid over het volk uitgoot, vanwege het bloed dat het in het land vergoten had en om de afgoden. Het volk wordt in ballingschap gestuurd. „Onder de kastijdende hand verontreinigen ze dat land ook nog.”
Maar de Heere verschoonde hen, om Zijn heilige Naam. „Waarom? Omdat Hij Zijn grote Naam zou heiligen, die onder de heidenen ontheiligd is. De heidenen zullen weten Hij de Heere is.” De Heere zal hen uit de heidenen halen en hen uit alle landen vergaderen en hen in hun land brengen. „Hij maakt onderscheid waar geen onderscheid is”, zei ds. Veldman. „God wil verzoend zijn met Zijn volk. Hij zal rein water op hen sprengen. Dat water ziet op de verzoening die geschied is.”
De predikant wees erop dat de bezoekers van de ontmoetingsdag daar ook deel aan moeten krijgen, en wel door de toepassende gerechtigheid van Christus. „Hij kneedt dan van een diamanten hart een hart van was. Hij zal van Zijn Geest geven in het binnenste van hen. Op de pinksterdag werd de belofte des Vaders vervuld. Door die Geest van liefde zal Hij maken dat zij in Zijn inzettingen zullen wandelen.” Als zij weer mogen wonen in het land dat Hij hun vaderen gegeven had. „Dan zal het Mijn volk zijn en Ik zal hen tot een God zijn.”
In de middagbijeenkomst sprak de eerwaarde heer J. de Boer uit Rijnsburg over Nicodémus, die in de nacht tot Jezus kwam (Johannes 3). „Jezus wijst Nicodémus op de noodzakelijkheid van de wedergeboorte. Tenzij dat iemand wedergeboren wordt, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien. Voor Nicodémus is dat volkomen vreemd. Die nieuwe geboorte is een groot heilgeheim.”
De wedergeboorte is volgens De Boer: het nieuwe leven dat door Gods Geest in harten wordt uitgestort. „Dat is niet te verklaren, wel te ervaren. Het wordt gepredikt en ervaren door het geloof”, zei de voorganger. „De wedergeboorte maakt tot een nieuw schepsel in Christus en geeft een overzetting in het leven.”
De inhoud van de wedergeboorte noemde De Boer de levendmaking. „Ze brengt ons tot de liefde tot God en tot de naaste.” De oorsprong van de wedergeboorte is volgens De Boer gelegen in de wil van de drie-enige God. Over de kracht en de werking van de Heilige Geest sprak hij vanuit de Dordtse Leerregels (hoofdstuk 3, de paragrafen 11, 12 en 13).