Kerk & religie

Krabbendijke ziet uit naar elfde herder

KRABBENDIJKE – De verbouwde kerk van de gereformeerde gemeente in Krabbendijke is een plaatje. Het meubilair is nieuw, de vloeren zijn nieuw, de entree is nieuw, en er komt nog een nieuw orgel. Alleen, er is geen predikant. Krabbendijke is vacant.

Jan van ’t Hul
18 April 2011 09:10Gewijzigd op 14 November 2020 14:35
Ouderling A. W. Koole, scriba van de gereformeerde gemeente te Krabbendijke: „We zijn langer vacant dan ooit tevoren. De gemeente wordt er onrustig van.” Foto Ronald den Dekker
Ouderling A. W. Koole, scriba van de gereformeerde gemeente te Krabbendijke: „We zijn langer vacant dan ooit tevoren. De gemeente wordt er onrustig van.” Foto Ronald den Dekker

In de consistorie hangen de portretten van tien predikanten die de gemeente voorgingen. De laatste vijf waren ds. W. Suyker, ds. W. Hage, ds. A. Hoogerland, ds. J. de Pater en ds. A. Verschuure. De gemeente ziet uit naar de elfde herder.

Vergeleken met andere gemeenten in het kerkverband is Krabbendijke nooit erg lang vacant geweest. De langste vacante periode in de afgelopen honderd jaar duurde drie jaar en vier maanden. „Op dit moment is de gemeente al langer vacant dan drie jaar en vier maanden”, zegt ouderling-scriba A. W. Koole. „We zijn langer herderloos dan ooit tevoren. Dat is ingrijpend.”

Gemeenteleden worden er onrustig van, weet hij. „Mensen vragen op huisbezoek wel eens: „Wat is er toch aan de hand dat iedere predikant bedankt voor ons beroep?” Krabbendijke is geen gemeente die er goed mee kan omgaan dat er geen eigen predikant is. Ik weet wel: voor sommige gemeenten is vacant zijn heel gewoon, maar hier is een eigen predikant gewoon.”

Het beroepingswerk laat zich niet beredeneren, zegt Koole. „Daarbij komt: we kunnen niet zeggen dat wij récht hebben op een predikant.”

Vacant zijn geeft moeite aan twee kanten: in het pastoraat en in de prediking. „In het pastoraat mis je een eigen herder vooral bij ernstig zieken, bij begrafenissen en bij nazorg. Een gastpredikant kent onze mensen niet, er is niet echt sprake van een persoonlijke band. Dat is op momenten van rouw en verdriet wel jammer. En in de prediking mis je wel eens een vaste lijn.”

De gemeente beroept vijfmaal per jaar. „Je betrapt jezelf er soms op dat je zegt: „Het is weer tijd om te beroepen.” Maar beroepen we omdat het weer tijd is, of beroepen we omdat het nood is? Dat maakt een groot verschil.”

Vaker dan vijfmaal per jaar beroepen is geen goede gedachte, vindt Koole. „We moeten er geen wedloop van maken. We bidden wel om vervulling van de lege kansel, maar we mogen de Heere niet dwingen. De tijd is door de Heere bepaald, of we nu vaak of minder vaak beroepen.”

Inmiddels zijn er zeventien beroepen uitgebracht. En nog is de gemeente vacant. „Je ziet bij de mensen een zekere gelatenheid ontstaan. Bij de eerste beroepen was de gemeente nog vol verwachting. Bij het zeventiende beroep zeggen de mensen algauw: „Nu ja, we hebben gelukkig veel andere predikanten op zondag.” En dat is waar. We worden goed geholpen, maar daarin mogen we niet berusten.”

Met meer dan 2000 leden behoort de gereformeerde gemeente te Krabbendijke tot de grote gemeenten in het land. De kerkenraad bestaat uit elf ouderlingen en negen diakenen. „Problemen om in de ambten te voorzien, zijn er niet. Vacatures worden de laatste tijd best snel vervuld. Dat ervaren we als heel opmerkelijk. De Heere zorgt wel voor Krabbendijke.”

Drie ouderlingen zijn gezien hun leeftijd in de gelegenheid om overdag ambtelijk werk te doen. Een van hen legt ook bezoeken af in verpleegtehuis Ter Weel. De beide anderen verzorgen bij toerbeurt een weeksluiting in verzorgingshuis Nieulande.

Op ambtsdragers in een vacante gemeente komt veel af, weet Koole. „Er is altijd werk, en er is altijd pastorale nood. Je doet voor je gevoel nooit genoeg, maar mensen begrijpen het wel dat je niet alles kunt. Sommigen waarderen het als je tweemaal per jaar komt, anderen vinden dat je altijd te weinig komt. Dat houd je toch.”

In de gemeente zijn meer dan 400 jongeren die catechisatie volgen. Acht ouderlingen catechiseren wekelijks vijftien groepen. „Jongeren zullen zich niet gauw uitlaten over het vacant zijn. Toch denk ik dat veel jongelui een eigen predikant wel missen. Positieve jongelui hebben zoiets van: onze dominee is er niet.”

We willen niet klagen, zegt Koole. „De Heere zorgt er steeds weer opnieuw voor dat al het werk door mag gaan. Er zijn andere gemeenten die al veel langer vacant zijn.”

Dit is het derde deel in een achtdelige serie over vacante gemeenten. Woensdag: de christelijke gereformeerde kerk te Damwoude.

Meer over
Serie: Vacant

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer