Deetman onderzoekt archieven Rooms-Katholieke Kerk
DEN HAAG – De commissie-Deetman, die seksueel misbruik in rooms-katholieke instellingen in kaart brengt, heeft een grootschalig onderzoek van kerkelijke archieven in gang gezet.
De commissie-Deetman is aangesteld door de Nederlandse bisschoppenconferentie en de Konferentie Nederlandse Religieuzen om seksueel misbruik in de Rooms-Katholieke Kerk te onderzoeken. In een maandag verschenen tussenrapportage meldt de commissie dat er „enkele belangrijke stappen” zijn gezet.
De commissie heeft ruim 2000 binnengekomen meldingen over seksueel misbruik gecategoriseerd. Het archiefonderzoek, uitgesplitst in meer dan twintig deelonderzoeken, is „in volle omvang” aan de gang. Een aantal deelonderzoeken kon worden afgerond. Verder heeft de commissie veel gesprekken gevoerd met lotgenotengroepen van slachtoffers van seksueel misbruik.
„Uit veel van de meldingen bleek een verlangen om met de commissie rechtstreeks contact te hebben”, aldus de commissie in haar tussenrapportage. „Tegelijkertijd wilden velen die deze wens uitspraken garanties dat hun privacy zou worden gegarandeerd. Zo werd de commissie geconfronteerd met een moeilijk dilemma, dat ze in twee bijeenkomsten heeft proberen op te lossen.”
De onderzoekscommissie kijkt tevreden terug op de bijeenkomsten met slachtoffers op 29 september in Utrecht en op 1 oktober in Eindhoven. De opkomst was bijzonder hoog: ruim 30 procent van de uitgenodigde melders was al dan niet met een begeleider aanwezig. „De bijeenkomsten waren emotioneel zwaar beladen. De onderzoekscommissie had mevrouw drs. M. L. (Maria) Henneman gevraagd deze bijeenkomsten te leiden. De onderzoekscommissie, maar ook –zo blijkt uit talrijke reacties– de slachtoffers zijn haar dankbaar voor de uitstekende en inlevende wijze waarop zij zich van haar taak als gespreksleider heeft gekweten.”
De commissie is van plan deze gesprekken en bijeenkomsten tijdens de resterende (onderzoeks)tijd voort te zetten, omdat ze „buitengewoon belangrijk en waardevol” zijn.
Het archiefonderzoek is erop gericht inzicht te krijgen in de aard, omvang en gevolgen van seksueel misbruik en zal worden opgesplitst in twintig deelonderzoeken. In het team dat archiefonderzoek doet, hebben zitting prof. dr. J. Th. M. Bank, dr. M. W. van Boven, drs. H. L. P. Leeuwenberg, H. J. A. H. G. Metselaars, dr. G. Valk, dr. J. H. de Valk, dr. J. P. A. van Vugt en K. Olijslager.
Bank is emeritus hoogleraar vaderlandse geschiedenis van de Universiteit Leiden. Van Boven was onder meer algemeen rijksarchivaris en directeur van het Nationaal Archief. Leeuwenberg was werkzaam op het Rijksarchief in Utrecht, waar hij zich vooral bezighield met het beheer van kerkelijke archieven. Metselaars was werkzaam bij de Rijksarchiefdienst; historicus Valk was gemeentearchivaris van Alkmaar. Historicus Van Vugt is secretaris van Stichting Echo voor historisch onderzoek naar religie en sekse. Olijslager is
De commissie spreekt donderdag met de vaste commissie voor veiligheid en justitie van de Tweede Kamer. Op 14 maart volgt een gesprek met de bijzondere commissie van het Belgische parlement die de afgelopen maanden hoorzittingen heeft georganiseerd over seksueel misbruik in België. Bedoeling is eind dit jaar het onderzoek af te ronden. De commissie wordt ondersteund door een klankbordgroep, een leescommissie die toeziet op onafhankelijkheid en kwaliteit. Daarin hebben onder anderen prof. mr. Y. Buruma en prof. dr. J. C. Kennedy zitting.