De priester werd volgens de media in 1990 veroordeeld voor het misbruik van drie jongens van veertien in een parochie in Zoetermeer. Hij kreeg in dat jaar drie maanden voorwaardelijke celstraf. Toch stelde Simonis, toen aartsbisschop van het bisdom Utrecht, hem in 1991 aan als pastoor in een parochie in Amersfoort, maar hij informeerde de parochie daar niet over het verleden van de priester. Volgens de kardinaal leken therapie en een serieus psychologisch advies voldoende basis voor een nieuwe aanstelling van de priester. In Amersfoort zou de priester opnieuw in de fout zijn gegaan.

De 59-jarige priester R. zei tegen de site van omroep RKK, KatholiekNederland.nl, nooit mensen te hebben gebruikt of misbruikt, maar gaf toe dat in zijn jaren bij de parochie in Zoetermeer „iets ongeoorloofds” had gedaan. „Daar heb ik spijt van. In de gerechtelijke stukken staat dat het om een aanranding gaat, maar het was niet meer dan een aanraking.” De priester zei op jongens van rond de veertien jaar te vallen. „Daar kan ik niets aan doen.”

De priester werd naar eigen zeggen door het aartsbisdom naar een psychologisch bureau gestuurd. „Daar bleek dat ik geen risico meer vorm.” Ook bij het ministerie van Defensie kwam hij „door de screening” bij zijn sollicitatie als geestelijk verzorger, ondanks het feit dat hij had verteld dat hij veroordeeld was. Defensie vond het volgens R. geen bezwaar dat hij een misbruikverleden had, omdat hij tot legeraalmoezenier werd benoemd. Hij liet donderdag weten zijn toekomst somber in te zien. „Ik hoop dat ik een acute hartstilstand krijg.”

Volgens de kardinaal kwamen er vanuit Amersfoort geen signalen dat de priester in herhaling gevallen zou zijn. „Van politieonderzoek is bij het aartsbisdom nooit iets bekend geweest noch via slachtoffers, noch via de politie, noch via de priester. Ikzelf hoorde dit gisteren voor het eerst.” Simonis noemde de kwestie „buitengewoon betreurenswaardig” voor de betrokken slachtoffers. „Ik trek me hun leed zeer aan.”

Simonis vindt dat hij destijds zorgvuldig genoeg heeft gehandeld gegeven wat hij toen wist. „Wanneer er nu nieuwe feiten boven tafel komen, is het niet eenvoudig het handelen van toen te waarderen.” De kardinaal laat verder weten dat als blijkt dat er destijds op grond van onvolledige informatie toch niet zorgvuldig is gehandeld, „dat bijzonder valt te betreuren” en dat de zaak alsnog hersteld moet worden.

Simonis moest eind januari in Middelburg getuigen in een andere misbruikzaak. Daar zei hij niets te hebben geweten van het misbruik dat was gepleegd door pater Jan N. in Rijswijk, toen hij nog bisschop van Rotterdam was. Simonis hoorde pas achteraf „heel vaag” over het misbruik door pater Jan N.