Commentaar: Gelukt, maar zonder echt draagvlak
Het is gelukt. Na dagen van loven en bieden staan in Den Haag de seinen op groen om een politiemissie naar de Afghaanse provincie Kunduz te sturen. Na een urenlang debat bleek er afgelopen nacht een politieke meerderheid te bestaan voor het uitzenden van een missie met „een volledig civiel” karakter.
Formeel kan men stellen dat het kabinet deze Kamermeerderheid niet nodig heeft. Het is immers het kabinet dat besluit om mensen uit te zenden. Daar komt niemand anders aan te pas. Maar in de praktijk is het wel zo dat de regering de instemming van de Kamer wil hebben. Anders staat het wel heel erg alleen in het dragen van verantwoordelijkheid.
Behalve dat, is het uitzenden van Nederlandse burgers naar onveilige gebieden zo ingrijpend dat een overheid dat alleen kan doen als er voldoende steun is bij Kamer en bevolking. Missies zijn immers niet zonder gevaar, zeker niet in Afghanistan, waar de bevolking geteisterd wordt door het optreden van taliban en van krijgsheren. Gelet op die risico’s is een breed draagvlak noodzakelijk.
Ofschoon er nu een besluit is genomen om naar Afghanistan te gaan, kan niet worden gesteld dat de steun voor de missie overweldigend is. Er is sprake van een kleine Kamermeerderheid van 78 zetels. Volgens de regels van de democratie, waar de helft plus een bepaalt wat er gebeurt, is er dan voldoende steun. Maar voor zo’n ingrijpend besluit als het sturen van politiemensen naar een instabiel gebied is die maar heel beperkt.
Daarbij moet worden opgemerkt dat de partijen die de achterliggende dagen door de bocht gingen, dit hebben gedaan omdat ze weinig anders konden. Met name GroenLinks zette hoog in met eisen die gemakkelijk een blokkade hadden kunnen worden. Tot hun verrassing gaven de ministers Rosenthal (Buitenlandse Zaken) en Hillen (Defensie) zonder bezwaar toe.
Niet geheel ten onrechte verweet de PvdA de leider van GroenLinks dat ze zich blij had laten maken met niets. Je kunt bijvoorbeeld wel verlangen en beloven dat de Afghaanse politiemensen niet ingezet zullen worden voor gevechtstaken, maar wat als ze ongewild in gevechten verzeild raken? Het is dwaasheid om te denken dat deze agenten dan zullen roepen: „Even wachten, wij mogen niet vechten van de Hollanders. Zo dadelijk komen de collega’s die een Duitse opleiding hebben gehad. Die mogen dat wel.” Kortom, Rosenthal heeft Sap blij gemaakt met een dode mus. Wanneer straks zal blijken dat er van de beloften niets terechtkomt, zal de schoorvoetend gegeven steun omslaan in hartgrondige afkeer.
Dit neemt niet weg dat in Den Haag de zaak nu rond is. Maar daarmee is de stemming bij de Nederlandse bevolking bepaald nog niet positief over dit besluit. Naar schatting twee derde van de bevolking is tegen. Bij veel burgers leeft de gedachte dat Afghanistan een onoplosbaar probleem is en een land waar buitenlandse hulp niets helpt.
Het is de uitdaging van het kabinet om dit besluit nu in het land te gaan uitleggen. Rutte heeft op een politiek slimme manier succes geboekt in Den Haag. Nu nog de Hollandse polder en de zandgronden van Oost-Nederland.