De vierde wijze
In de christelijke traditie waren er drie wijzen uit het oosten die kwamen om Jezus als nieuwgeboren Koning te aanbidden. De Bijbel noemt geen aantal, maar omdat ze goud, wierook en mirre meebrachten, zijn het drie wijzen geworden. Ze kregen zelfs namen: Caspar, Melchior en Balthasar.
In 1896 voegde de Amerikaanse schrijver Henry Van Dyke (1852-1933) er in zijn kerstverhaal ”The Other Wise Man” een vierde aan toe: Artaban.
Als de ster die Jezus’ geboorte aankondigt verschijnt, gaan Caspar, Melchior en Baltassar per kameel naar Hem op zoek. Artaban wil ook mee, maar hij vertrekt te laat. Hij geeft echter niet op en gaat alleen op pad. Als geschenken heeft hij een koningssaffier, een robijn en een parel bij zich. Het wordt een tocht vol beproeving, tegenslag en ontbering. Hij verliest alles, zelfs zijn vrijheid.
Het laatste geschenk voor de geboren Koning, de kostbare parel, raakt hij kwijt als hij na dertig jaar in Jeruzalem komt. Hij koopt een jonge vrouw vrij die als slavin verkocht dreigt te worden omdat haar vader schulden had. In Jeruzalem, als hij het zoeken ten slotte opgeeft, ontmoet hij dan eindelijk Jezus: Hij is op weg naar Golgotha om gekruisigd te worden.
Adrian Verbree heeft deze oude legende opnieuw verteld. Door zijn schrijftalent is het een ontroerend en meeslepend verhaal geworden, waarin de Bijbelse gegevens over de geboorte en sterven van Jezus een onbetwiste plek behielden. De moraal, in woorden die Verbree Jezus in de mond legt en tot Artaban laat komen: „Je bent een goede knecht. Je hebt Mij gezocht en Ik heb je gevonden.”
De vierde wijze, Adrian Verbree; uitg. Plateau, Barneveld, 2010; ISBN 978 90 5804 054 1; 160 blz.; € 12,50.