„Nou ik stond er versteld van. Wie durft er zo veel over de roomse kerk te zeggen. Dan kom je zeker voor de paus. Het is (volgens de paus) een ontzettende zonde. Misschien komt hij wel op de brandstapel! En zal die dan net als die andere ketters zingen op de brandstapel? Nou toen hebben ze met grote lach op hun gezicht toe gekeken zo weer een ketter dood. Weer een bedreiging voor de kerk minder. Want die zouden weer mensen kunnen aan steken en dan gaan die mensen weer verder vertellen en dan gaan al die mensen geen aflaten meer kopen en dan wordt de kerk niet rijker en dat is niet de bedoeling.”

„Maar ik zou die Maarten wel eens willen ontmoeten. Dat lijkt me geweldig om oog in oog te staan met zo’n ketter (volgens de moederkerk dan). Maar dat mag toch nooit. Nooit zal dat mogen. Oma is zelfs een keer bij Luther gezien. Oma zei tegen een student die er bij stond: Als je deze stok in de grond steekt en er komen blaadjes aan dan mag jij mijn kind als vrouw hebben. Nou dat zal toch nooit gebeuren. Dus, ja, dat mag niet. Maar weet je het volgende voorjaar kwamen er toch blaadjes aan de stok. Dus mocht die student trouwen. Geweldig om met zo’n knappe student van de universiteit van Erfurt te trouwen.