Een half uur later… ‘Kijk, daar is de brand. Zo, ‘t fikt lekker!’ ‘Ja, net hoe je het bekijkt. Kom we gaan ‘t is bijna 2 uur.’ ‘Goed, maar wat ga je dan doen?’ ‘Iets, maar dat zie je wel als we er zijn.’ ‘Rennen dan.’ ‘Nee! Rustig aan.’

Plotseling zegt Maarten: ‘Hier naar rechts.’ ‘We gingen toch naar jouw huis?’ ‘Nee, we gaan ergens naar toe waar jij telkens over ‘zeurt’. ‘0…’ ‘Stop, je loopt er voorbij’, zegt Maarten. ‘Hoezo? Dit is een slotkapel wat wil je daar?’ ‘Derde keer dat je zeurt’, mompelt Maarten. ‘Maar goed, ik zal het vertellen. Kijk hier heb ik het’, zegt hij terwijl hij het onder zijn jas vandaan trekt. ‘95 stellingen die ga ik hier effe aan de deur plakken met een paar spijkertjes, zal die deur wel niet mooier op worden, maar ja. Trouwens hoe zou het gaan met Tetzel.’

Op dat moment komt er iemand de straat inrennen, die schreeuwt: ‘Tetzel is vermoord.’ ‘Kom we gaan.’ Dan komt Tetzel de straat inrennen met zijn schatkist. Hij is dus toch niet vermoord. ‘Ha die Tetzel’, roept de vriend van Maarten. ‘Goeie zaken gedaan?’ ‘Niet doen joh’, zegt Maarten, ‘kom we gaan naar huis…’

3 dagen later zijn ze al weer op stap. Hé, daar komt Hendrik de roomse priester aan. Wat roept hij toch? Hoor, hij schreeuwt: ‘Die ketter Maarten Luther moet gevangen worden.’ ‘Maarten’, zegt zijn vriend, ‘‘k zou vluchten.’ ‘Kom’, zegt zijn vriend, ‘we gaan verstoppen bij de puin in Enschedé…’

Hoe zou dit aflopen? Dat leest U (jij) de volgende keer!!!