Apostel Paulus als gemeenteleider betwist
HEVERLEE – Paulus had in de gemeente van Korinthe te maken met veel verdeeldheid. Zijn positie als leider stond ter discussie. Hoe ging hij om met kritiek op zijn positie? Jack Barentsen promoveert volgende week op leiderschapspatronen in de gemeenten van Korinthe en Efeze.
Barentsen is lid van een baptistengemeente in Maastricht. Hij stuitte op het onderwerp van zijn promotie (volgende week aan de Evangelische Theologische Faculteit) toen hij constateerde dat veel zendingsgemeenten in Limburg en België te maken kregen met teruggang nadat de zendeling, meestal van buitenaf aangetrokken, vertrok. „De ontwikkeling en de overdracht van geestelijk leiderschap zijn dus wezenlijk voor het (voort)bestaan van de gemeente.”
Barentsen startte zijn onderzoek naar de theologische discussies over de ambten zoals die in het Nieuwe Testament en in de eeuwen daarna zijn ontwikkeld. „Je ontdekt echter dat studies op dit terrein vaak een verdediging zijn van de leiderschapsstructuur van de denominatie waartoe de onderzoeker behoort. Nieuwer onderzoek richtte zich vooral op culturele en sociologische gegevens in het Nieuwe Testament, waardoor de indruk van een veelheid aan leiderschapsstructuren ontstond.”
Zo kwam hij de ”sociale identiteitstheorie” op het spoor, die ervan uitgaat dat leiderschap altijd een groepsproces is. „Vanuit deze theorie ontdek je het mechanisme waarbij een lid van een groep zich ontpopt als leider. Het gaat om de vraag hoe een leider opkomt, hoe hij zijn positie vasthoudt en ook hoe hij voorziet in zijn opvolging.”
Barentsen keek vervolgens naar de positie van Paulus en koos voor de gemeenten te Korinthe en Efeze, twee moedergemeenten van waaruit Paulus de achterliggende regio’s bereikte.
Barentsen ziet in Korinthe een situatie waarbij de leiding van de kerk niet in staat is om alle huisgemeenten bij elkaar te houden. „Iedereen bestuurt zijn eigen huisgemeente en Paulus doet moeite om deze ‘huisleiders’ bij elkaar te brengen in een overkoepelende vorm van leiderschap over de gehele stad. Paulus ontwikkelt deze overkoepelende vorm gaandeweg en deelt het inzicht met de Efeziërs dat Christus deze vorm van leiderschap heeft gegeven om de volwassenheid en de eenheid van de gemeente te waarborgen.”
De conclusie van de promovendus is dat Paulus uniforme structuren voor geestelijk leiderschap wenst. „Elke leider is volgens Paulus verantwoordelijk voor de communicatie van het Evangelie in de eigen gemeente, en om binnen het netwerk van gemeenten deze communicatie te toetsen en te waarborgen. Paulus zoekt in elke gemeente ook meerdere leiders. De ontwikkeling van een hiërarchie is niet uit Paulus’ brieven af te lezen, hoewel een hiërarchische ontwikkeling in de Romeinse cultuur vanzelfsprekend was. Echter, Paulus denkt meer vanuit de lijn dat in elke groep iemand naar boven komt die kennis heeft van het Evangelie en dat naar buiten toe kan communiceren. Het moet in ieder geval voorkomen worden dat een leider tegenover de groep komt te staan. Wat van onderaf opkomt aan gaven, wordt van bovenaf bevestigd en erkend. Zo ontstaat een gemeente die een gemeenschap is en een eigen identiteit heeft.”
De sociale wetenschap is een bril waarmee je bepaalde gegevens opnieuw bekijkt, aldus Barentsen. „Je stelt vragen en ontdekt dingen die er al waren, maar die je voorheen niet zag. De sociologie is geen ontkenning van de waarde van de theologie, maar kan laten zien hoe deze in een sociale situatie is verankerd. Het gaat in de theologie niet slechts om tijdloze, abstracte waarheden.”
Dat de sociale werkelijkheid een belangrijke component is in de gemeente zien we ook bij Jezus Zelf, aldus Barentsen. „Niet iedereen in die tijd zag direct dat God aanwezig was, maar er was een sociaal en historisch proces nodig om dat besef te laten groeien. Het was ook niet direct zo dat men in Jezus het dogma van de Zoon van God zag. En de gelovigen in Beréa namen het gezag van Paulus niet klakkeloos aan, maar onderzochten in het Oude Testament of het wel klopte wat hij zei. Hieruit blijkt dat theologie niet in het luchtledige kan worden beoefend. Theologie heeft sociaal onderzoek naar de levens van gewone mensen nodig.”