Muziek

Festival Oude Muziek: Frankrijk onder de Domtoren

Acht dagen lang al ligt Frankrijk aan de voet van de Domtoren. Als morgen het Festival Oude Muziek tot een afsluiting komt, kan niemand in Utrecht meer zeggen dat hij niet weet hoe barokmuziek uit de tijd van Lodewijk XIV klinkt.

3 September 2010 23:20Gewijzigd op 14 November 2020 11:40
Een klavecimbel van Hemsch uit 1751 is eregast op het Festival Oude Muziek in Utrecht. Foto Festival Oude Muziek
Een klavecimbel van Hemsch uit 1751 is eregast op het Festival Oude Muziek in Utrecht. Foto Festival Oude Muziek

De binnenstad van Utrecht staat deze maandag bol van de muziek. Het begint al om 10.00 uur in Theater Kikker aan de Ganzenmarkt. Een symposium over gebaren op het podium in het 18e-eeuwse Frankrijk. Voor de freak.

Ondertussen gaat om 11.00 uur zowel in cultuurcentrum RASA als in de doopsgezinde kerk een concert van start. Gratis: zogenaamde fringeconcerten door jonge (bijna-)professionals. In de kerk een groepje dames met blokfluiten, met muziek van onbekende componisten: Ferrebosco, Mico. In RASA een klein ensemble. Op het menu: muziek van Campra, Leclair, Clérambault. Alleen de laatste klinkt bekend in de oren.

De concerten zijn nog niet afgelopen of beiaardier Rien Donkersloot (Mijnsherenland) beklimt de Domtoren. Even later waaieren de klanken van de klokken over de stad. Gevraagd en ongevraagd krijgen festivalbezoeker en winkelend publiek bewerkingen van Franse orgelwerken uit de 18e eeuw over hun hoofden uitgestrooid.

In de Pandhof –tussen Domkerk en Academiegebouw– is het intussen een drukte van belang. Hier kun je in de rust van de oude kloostertuin luisteren naar de beiaardmuziek. Of in de schilderachtige kruisgang de kaartjes afhalen voor de concerten elders in de stad. Voor het eerst is de Pandhof omgetoverd tot het hart van het festival.

In de lutherse kerk aan de Hamburgerstraat draait een oud klavecimbel deze week overuren. Een origineel instrument uit 1751. Het is vrij uniek dat het publiek zo’n oud klavecimbel live te horen krijgt. Meestal moet je genoegen nemen met een kopie. Eigenaar Frédérick Haas uit België is zo goed geweest zijn instrument beschikbaar te stellen. Het is eregast op het festival.

Het is een echte Hemsch. En dat klinkt kenners als muziek in de oren. De Hemsch staat te boek als het allermooiste Franse klavecimbel dat uit de 18e eeuw is overgeleverd. Gebouwd door Parijzenaar Jean-Henry Hemsch, heeft het „persoonlijkheid, een unieke stem, een ziel”, zo heet het.

Frédérick Haas blijft vandaag in de buurt van zijn instrument. ’s Ochtends geeft hij zelf een zomerschool rond het klavecimbel. ’s Middags zit hij in de kerk als een collega-klavecinist een recital geeft. De rest van de middag geeft hij zelf aan studenten een workshop bij z’n grote liefde.

De kerk stroomt om 13.00 uur helemaal vol voor het recital. Waar komen al die mensen op maandagmiddag vandaan? Klavecimbelmuziek is nou niet direct de meest toegankelijke muziek.

De Fransman Aurélien Delage (1979) weet goed raad met de tweeklaviers Hemsch. Hij neemt het publiek mee naar het Paleis van Versailles, waar Lodewijk XIV vanaf 1664 zijn feestelijkheden vierde. Muziek vormde een groot onderdeel van het dagelijkse ritueel van de Zonnekoning – zo groot dat een heel oudemuziekfestival gedoopt kan worden als ”Louis Quatorze”. Allerlei musici moesten dagelijks aan- en optreden. Onder hen François Couperin, François d’Agincourt en de jonge Elisabeth Jacquet de la Guerre.

Delage laat horen met welke muziek van dit drietal de Zonnekoning opstond, zich aankleedde, ontbeet, wandelde, dineerde, zich amuseerde en weer insliep. Hoewel dat lastig blijft op een klavecimbel, doet Delage zijn best om afwisselend te spelen. Die variatie zit ’m dan vooral in de articulatie. Want qua lichaamsexpressie geeft de Fransman geen krimp. Behalve dan bij de toegift. Maar dat is een beetje laat. Lodewijk XIV zou al zijn ingedommeld.

Wie na het concert terugwandelt naar de Pandhof, valt direct met z’n neus in de blokfluitboter. Twee Braziliaanse meiden zitten op een podium-onder-een-zeil in de kloostertuin. De mooiste duetten voor blokfluit weerklinken langs de kruisgang. Het publiek zit op stoeltjes op de smalle paadjes of ligt onderuitgezakt tegen de eeuwenoude muren. Alleen de dombeiaard strooit even roet in het eten.

Wie hard holt, kan aansluitend op locatie Leeuwenbergh van Muziekcentrum Vredenburg zich laten onderdompelen in Franse vocale muziek, vertolkt door de Franse sopraan Eugénie Warnier – ook eregast van het festival.

Gratis concerten in Museum Speelklok, het Universiteitsmuseum en het Utrechts Archief, een gambarecital in de Geertekerk, de uitvoering van een opera uit 1699 in Vredenburg Leidsche Rijn – de festivalbezoekers kunnen nog even door deze maandag. Zelfs tot na middernacht. Want om 24.00 uur laat de Hemsch in de lutherse kerk zich nog een laatste keer horen.

Dan valt Frankrijk voor even stil. Morgen een nieuwe festivaldag.


Schoolreisjegevoel

Wolfert en Ada Jumelet uit Alblasserdam bivakkeerden de afgelopen week bij vrienden in Utrecht. Voor het festival.

Ze hebben veel met klassieke muziek. Wolfert (72), die in het dagelijks leven voor de klas stond, leidde zo’n 25 jaar het kamerkoor Musica Ricercata, waarmee hij vooral oude koraalmuziek uitvoerde. Ada (61) speelt blokfluit en traverso en geeft thuis muziekles.

Ze zijn al „heel lang” met oude muziek bezig. „Toen we verkering hadden, gingen we ’s avonds niet uit, maar zaten we samen blokfluit te spelen”, zegt Ada. „Ik moest middeleeuwse muziek mooi leren vinden.”

Het tweetal komt al zo’n kwarteeuw jaarlijks in Utrecht voor het festival. „Vroeger, toen Wolfert nog werkte, ging ik met vriendinnen. Sinds een aantal jaar logeren we in de binnenstad.”

Er is wel een concurrerende factor: het Festival van Vlaanderen in Brugge. Ook dáár wil het echtpaar ieder jaar heen. „Dat is in de zomervakantie, dus dat is makkelijker te realiseren.” Daar huren ze een huisje op het platteland.

Van tevoren kijken de Jumelets welke concerten ze willen bezoeken. Tenminste, de betaalde. Dit jaar hebben ze in Utrecht negen concerten geboekt. Daarnaast pikken ze een aantal fringeconcerten mee. „Vroeger wilden we echt alles horen. Nu maken we heel secuur een selectie.”

Mensen uit reformatorische kring komt het tweetal –zelf behoren ze tot de Gereformeerde Gemeenten in Nederland– maar sporadisch tegen. „Onbekend maakt onbemind. We komen zo vaak mensen tegen die helemaal geen oordeel hebben over oude muziek. Ze verbazen zich er wel over dat je daar een week lang naar gaat luisteren. Het kan ook wat elitair overkomen, zo’n festival. Misschien is het angst. Het is wel een seculiere aangelegenheid.”

Er hangt ook een prijskaartje aan: twee keer negen toegangkaartjes. „Het is maar welke prioriteit je stelt. Anderen besteden dat aan een dure skivakantie.”

„We kunnen het een soort niet missen”, zegt Ada. „Je loopt een week lang in een oeroude stad met schitterende locaties. Even een totaal ander leven. Ik heb bij elk concert nog een schoolreisjegevoel. Nu een week lang! We beleven het allebei heel intens. Tegelijk is het relaxed: even een broodje op een bruggetje. Gewoon feest!”

Welk concert er voor hen uitspringt? „We maakten in Museum Speelklok een fringeconcert mee dat betaald had moeten zijn. Geweldig! We zaten op het puntje van onze stoel, zo virtuoos. Werken van Telemann en Bach op blokfluit, viool, viola da gamba, cello en klavecimbel. We hebben ontzettend genoten. En het kostte geen cent.”


Blokfluit- en vioolmuziek

Anneke Jol (51) uit Bennekom is al jaren bij concerten van het Festival Oude Muziek te vinden. Tijdens haar opleiding voor verpleegkundige woonde ze in Utrecht. „Ik ben al lang liefhebber van oude muziek. Vaak zat ik tijdens de zaterdagmiddagconcerten in de Domkerk.” Zelf speelde ze altijd blokfluit.

Toen de jongste van de vier kinderen op school zat, stapte ze over op de viool. Sinds een jaar of elf speelt ze mee in het christelijk symfonieorkest Sjosjanim. Eerst viool, nu als altviolist.

De verpleegkundige pikt ieder jaar een paar concerten van het Utrechtse festival mee. „Ik kijk een beetje welke muziek bij mij past. Dan kom ik al gauw bij blokfluit- en vioolmuziek uit.” Afgelopen week kon ze in verband met haar werk alleen op dinsdag en woensdag overdag. Ze maakte zeven concerten mee, waarvan er zes gratis waren. Drie maanden geleden zocht ze één betaald concert uit. Het werd de Geertekerk, dinsdagmiddag, waar de Franse cantate centraal stond. „De portemonnee speelt natuurlijk wel mee. Trouwens, bij de fringeconcerten wordt gecollecteerd. Als je enthousiast bent, stop je daar ook al gauw wat in.”

Het concert dat ze woensdag in de doopsgezinde kerk meemaakte, vond ze heel apart. „Een groepje jonge mensen, uit verschillende landen. Heel enthousiast en muzikaal, en een bijzondere zangeres. Echt een groep die verder gaat komen.”

Ook de zogenaamde ”fabulous fringe”-concerten in Museum Speelklok springen er voor haar uit. „Zulke professionele muzikanten, muzikaal en technisch. Dat werkt aanstekelijk.” Eén concert viel qua locatie tegen. „Cultuurcentrum RASA heeft een heel slechte akoestiek. Het is eigenlijk een toneelzaal, vol met gordijnen. Zelfs het applaus klonk dof. Nee, dan zit ik liever in een oud kerkje.”

Anneke bezocht dit jaar de concerten alleen, haar man moest werken. Veel mensen uit eigen kring –het gezin Jol leest thuis– kwam ze niet tegen. „Slechts hier en daar zie je iemand van wie je denkt dat hij of zij uit de reformatorische kring komt. Het viel me een beetje tegen, ja. Misschien komt het doordat veel mensen overdag werken; ik ben niet bij de avondconcerten geweest. Maar het kan ook dat zo’n festival toch ver van mensen afstaat. Ik moet zeggen dat het Franse programma me dit jaar ook minder aansprak dan bijvoorbeeld Duitse of Italiaanse muziek. Maar dat is voor mij geen drempel. Er wordt gewoon heel goede muziek gemaakt.”

Marche pour la cérémonie des Turcs II (Lully)

Capriccio Stravagante

Gigue La Pagode (Marais)

Josh Cheatham

Qu'un coeur est prévenu (De la Barre)

Judith van Wanroij, sopraan

Prélude (Louis Couperin)

Skip Sempé, klavecimbel

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer