Paus tegen ontaarding eucharistie
„Intercommunie blijft onmogelijk totdat de zichtbare banden van de kerkgemeenschap volledig zijn hersteld.” Dat staat in de vandaag uitgekomen encycliek ”Ecclesia de eucharistia” (De kerk leeft van de eucharistie). In deze veertiende encycliek van Johannes Paulus II benadrukt de paus de centrale betekenis van de eucharistie. Volgens de Rooms-Katholieke Kerk is in de communie Christus werkelijk aanwezig en verandert brood en wijn in Zijn lichaam en bloed.
Johannes Paulus II waarschuwt voor misbruik van de eucharistie, die in de encycliek „het hoogtepunt van spiritueel leven” heet. Een vorm van misbruik is volgens de rooms-katholieke kerkleider de intercommunie met protestanten of oosters-orthodoxen, die „nooit legitiem is” zolang er geen volledige communie geldt. De Rooms-Katholieke Kerk staat alleen in volledige gemeenschap met de oosters-orthodoxe kerkgenootschappen die met Rome zijn verenigd.
Het verbod op intercommunie geldt ook andersom. Rooms-katholieken mogen geen communie ontvangen in onder meer protestantse kerken. De intercommunie is de laatste jaren actueel binnen bepaalde stromingen van rooms-katholieke en protestantse kerken die de oecumene willen bevorderen. Johannes Paulus II schrijft nu echter dat intercommunie de oecumene geen dienst bewijst. „Zulke vieringen vormen eerder een obstakel door (…) dubbelzinnigheden te introduceren over beide waarheden van het geloof.”
Gelovigen die niet „in staat van genade zijn” en ter communie gaan, maken eveneens misbruik van de eucharistie. „Wie de waarheid van het geloof verwerpt, kan niet de communie ontvangen”, stelt de encycliek. Omdat elke kerklid voor zichzelf zijn genadestaat moet beoordelen, is alleen het zichtbare misbruik aan te pakken.
Als voorbeeld hiervan noemt de encycliek het ter communie gaan van mensen van wie bekend is dat ze gescheiden zijn. „In dat geval moet de priester communie weigeren.”
De paus waarschuwt er ook voor dat de consecratie van brood en wijn tijdens het eucharistisch gebed alleen mag gebeuren door een gewijde priester. Klaarblijkelijk is dat gebruik hier en daar verwaterd.
Het pauselijk schrijven moet vooral gezien worden als een poging om het misbruik van de communie aan de kaak te stellen en om de eucharistie als hoogtepunt van kerkelijk leven te herstellen.
In de encycliek is de hand van Joseph Ratzinger te herkennen, die de laatste jaren herhaaldelijk klaagde over het verval van de eucharistie. Ratzinger is hoofd van de Vaticaanse Congregatie voor de Geloofsleer en heeft herhaaldelijk de uniciteit van de Rooms-Katholieke Kerk benadrukt.
Tweeëneenhalf jaar geleden veroorzaakte hij opschudding met ”Dominus Iesus”, waarin staat dat de Rooms-Katholieke Kerk als enige kerk redding biedt. Zowel Ratzinger toen als de paus vandaag gaat uit van het principe dat eucharistie en de Rooms-Katholieke Kerk (opgevat als ”mystiek Lichaam van Christus”) onafscheidelijk zijn. Zo bezien is intercommunie bij voorbaat uitgesloten wegens het uiteenlopende kerkbegrip van rooms-katholieken en protestanten.