Buitenland

Iraakse ex-legerchef spoorloos verdwenen tijdens ballingschap

Het aantal onbeantwoorde vragen rond de verdwijning van de voormalige Iraakse legerchef Nizar Al-Khazraji tijdens zijn Deense ballingschap blijft toenemen. Bijna vier jaar lang verbleef de ex-generaal, die bij Saddam Hussein wegens kritiek op het bewind in ongenade was gevallen, als vluchteling met een gedoogstatus in een Deens provincieplaatsje.

Wim Verseput
16 April 2003 10:58Gewijzigd op 14 November 2020 00:16

De Irakees had huisarrest en mocht Denemarken niet verlaten in afwachting van onderzoek naar zijn betrokkenheid bij onder meer de gifgasaanval van Saddam Husseins leger op het Koerdische Halabja, in het noorden van Irak, in 1987. Hierbij kwamen 5000 mensen om. Al-Khazraji beweert dat hij daarmee niets te maken heeft gehad en dat deze misdaad is begaan door de elitetroepen van Saddam Hussein.

In 1995 nam de generaal de wijk naar Jordanië, waar hij naar eigen zeggen een coup heeft proberen voor te bereiden tegen het schrikbewind in zijn land. Vier jaar later kreeg hij asiel in Denemarken, waar hij op 17 maart bij het uitbreken van de oorlog tegen Irak met de noorderzon bleek te zijn vertrokken met achterlating van vrouw en kinderen in hun huurwoning in Sorø, ten zuiden van Kopenhagen.

Dat Al-Khazraji het huisarrest aan zijn laars kon lappen, hadden de Deense autoriteiten kunnen weten. Aan zijn verdwijning ging een door hemzelf aangespannen gerechtelijk geding vooraf. Daarin vroeg hij uitdrukkelijk het land te mogen verlaten. De generaal wilde terug naar Irak om de bevolking aan te zetten tot verzet tegen Saddam Hussein en tot medewerking met de geallieerde bevrijders, zo luidde zijn verklaring.

Tegen deze achtergrond is het eigenlijk onduidelijk waarom de autoriteiten geen voorzorgsmaatregelen hebben genomen. Volgens de regels had hij namelijk in verzekerde bewaring moeten zitten. De van oorlogsmisdaden verdachte Al-Khazraji kon echter onder het mom van een rookpauze rustig zijn huis uitwandelen. Pas vijf uur later kwam de politie erachter dat de rookdrang van de voormalige hoge militair wel wat buitensporige vormen begon aan te nemen.

Inmiddels is er nog een raadsel bij gekomen. Al-Khazaraji blijkt na zijn vertrek uit Jordanië en zijn komst naar Denemarken eerst in Spanje te zijn geweest. Uitgaande van de Europese regels had hij daar asiel moeten aanvragen en kunnen krijgen.

Op al deze onduidelijkheden blijft de Deense regering het antwoord schuldig. De mogelijkheid is daarom reëel dat er bewust informatie wordt achtergehouden, omdat de verdwijning het resultaat is van bewust handelen en niet van onoplettendheid.

Uiteraard laat de oppositie in het Deense parlement haar kans niet voorbijgaan en blijft ze aandringen om de onderste steen boven te krijgen. Helaas voor de liberaal-conservatieve Deense regeringsploeg is het niet alleen de linkse oppositie die wil weten wie er in de fout is gegaan. Ook de coalitiepartijen beginnen te morren.

Is de regering mogelijk gezwicht voor een verzoek vanuit Washington om de ex-generaal te laten gaan? Heeft de CIA misschien een handje geholpen bij zijn vlucht? En zo ja, hoe is dat dan in overeenstemming te brengen met de regels, waaraan ondanks alles ook de autoriteiten zich dienen te houden, zelfs ook in het geval van een hartelijke overeenstemming tussen Washington en Kopenhagen?

Dat die hartelijke Amerikaans-Deense overeenstemming inzake de oorlog tegen Saddam Hussein bestaat, lijdt geen twijfel. Als het enige land in de Scandinavische regio heeft de Deense liberaal-conservatieve regering haar volledige steun betuigd aan de Amerikaans-Britse actie in Irak. De overige landen -Zweden, Finland en Noorwegen- hebben allemaal in meer of mindere mate (Zweden en Finland het sterkst) de actie afgekeurd, omdat deze is uitgevoerd zonder mandaat van de VN.

De beschuldiging van deelname van de oud-generaal aan de massamoord op de Koerden aan het eind van de jaren tachtig komt primair uit de hoek van Koerdische groepen, die daarin worden bijgevallen door mensenrechtenorganisaties. De Deense politie begon de zaak echter pas te onderzoeken in 2001, twee jaar na Al-Khazraji’s komst.

Onder de Amerikanen lopen de opvattingen over de gewezen Iraakse legerleider uiteen. Op regeringsniveau wordt over hem gezwegen, maar er zijn ambtenaren die hem als een waardevolle figuur zien die een rol kan spelen bij de normalisering van de verhoudingen in Irak. Daar staat tegenover dat andere hoge ambtenaren van het ministerie van Buitenlandse Zaken in Washington stellen nooit van hem te hebben gehoord. In het regeringscentrum in Kopenhagen kan men verder niet veel meer doen dan afwachten wanneer en in welke hoedanigheid Al-Khazraji eens zal opduiken in het bevrijde Irak.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer