Woord van de Prediker in IJmuider kerk
IJMUIDEN – De Nieuwe Kerk te IJmuiden is echt „een huis dat alle sporen draagt, van wie maar mensen zijn” (Sytze de Vries, Amsterdams predikant). Hier hebben mensen gekerkt, geluisterd, ze hebben gezongen, het lied van de twee wegen, van dood en leven, van licht en donker, van Psalm 1 vers 1 tot en met het lied van Mozes en het Lam.
De havenplaats IJmuiden heeft meer kerken dan je op het eerste oog zou denken. Een greep uit het geheel: de protestantse gemeente heeft een Ichthuskerk aan de Snelliusstraat. De vrijgemaakten zijn al enkele jaren gefedereerd met de christelijke gereformeerden en kerken samen in de Petrakerk aan de Spaarnestraat.
De rooms-katholieke parochie beschikt over de H. Laurentius aan de Fidelishof en over de St.-Pieterskerk aan de Zuiderkruisstraat in IJmuiden-West. De oud katholieken hebben zelfs twee kerken, de H. Engelmunduskerk en de H. Adelbertuskerk.
Aan het Gijzenveltplantsoen stond de al jaren niet meer in gebruik zijnde hervormde Bethlehemkerk, maar die werd op een zondagavond in maart in de as gelegd. Het gebouw bleek reddeloos verloren. Oorzaak onbekend. De restanten van de Bethlehemkerk zijn inmiddels gesloopt. Op het terrein van de kerk worden appartementen gebouwd.
Aan de Kanaalstraat staat IJmuidens Nieuwe Kerk. De voorzijde kijkt uit over het Noordzeekanaal, tot aan staalbedrijf Corus op het industrieterrein aan de overkant.
IJmuiden is ontstaan in 1876, rond de opening van het Noordzeekanaal. Er kwam een groepje huizen bij de sluis. Daar woonden sluiswerkers, douanebeambten en vissers. De haven van IJmuiden bleek groter dan die van andere visserplaatsen, Urk en Volendam bijvoorbeeld. Vissers konden zich een lange omweg besparen en bleven de zondag over liever in IJmuiden liggen. Volendammers gingen zondags naar de rooms-katholieke kerk. Urkers naar de gereformeerde kerk. Maar hervormden moesten helemaal te voet naar Velsen, want daar stond een hervormde kerk.
In 1878 werd het Comité ter Evangelisatie te IJmuiden opgericht. Twee jaar later kwam men voor de eerste keer bijeen in een eigen gebouw. Dat bleek echter spoedig te klein voor de groeiende gemeente.
In 1907 nam ds. H. W. Creutzberg het beroep aan naar IJmuiden. Hij nam het initiatief tot de bouw van een nieuwe kerk. Dankzij de inbreng van de Engelse architect Forsyht uit Londen verrees in 1911 aan de Wilhelminakade een flinke neogotische kerk met herkenbaar anglicaanse trekken.
De driebeukige Nieuwe Kerk is een rood bakstenen gebouw, met een rood pannendak. Het is een echte preekkerk. Er kunnen 700 mensen in. De kerk staat vol met eikenhouten banken, allemaal gretig rond de kansel geschaard. De preekstoel is achthoekig en staat op een zandstenen voet. Rechts is er nog de burgemeestersbank, die echter nooit meer wordt gebruikt. Aan het dak hangt een witgeschilderd model van een driemastbark.
In een nis in de koorruimte staat een koororgel van Maarschalkerweerd (uit 1912). Aan de noordzijde staat het grote orgel, een drieklaviers instrument van Pels en Van Leeuwen (uit 1964).
In de Nieuwe Kerk worden iedere zondag twee diensten gehouden. K. van der Duin, archivaris van de hervormde gemeente: „We zijn dankbaar voor wat we nog hebben. Waarschijnlijk zijn we in de regio de enige gemeente waar zondags nog twee diensten zijn.”
Van der Duin noemt de ligging van de hervormde gemeente „iets rechts van het midden, zeg maar confessioneel. Daarmee zijn we denk ik de meest rechtzinnige kerk in deze regio.”
In 1987 werd de kerk op de provinciale monumentenlijst geplaatst. In 2001 volgde de status van rijksmonument. Een jaar later werd een omvangrijke restauratie van interieur en exterieur afgesloten. De Nieuwe Kerk heeft model gestaan voor de Duinoordkerk te Den Haag.
Achter een neogotisch doophek ligt in het koor de oude dooptuin. De knielbank vertelt daar zwijgend het verhaal van de Prediker: „Twee zijn beter dan één.”
In de serie ”Kerken langs de kust” verkennen kerkredacteuren de komende weken de kuststrook. Hoe ziet het kerkelijk leven eruit, van Den Helder tot Cadzand? Acht afleveringen. Vandaag deel 3.