Bisschoppen mogen voortaan priesters die van seksueel misbruik worden verdacht, uit hun ambt zetten, als het bewijsmateriaal „duidelijk en ernstig” is. Nu moet er een kerkelijk proces tegen de verdachten worden gevoerd, dat niet alleen lang kan duren, maar ook veel geld kan kosten.

De nieuwe regels zijn een aanpassing van de zogeheten motu proprio (uit eigen beweging) die de in 2005 overleden paus Johannes Paulus II in 2001 uitvaardigde om seksueel misbruik door priesters aan te pakken. Het document was voorbereid door de Congregatie voor de Geloofsleer, die waakt over de zuiverheid van het rooms-katholieke geloof.

Volgens de nieuwe regels kunnen geestelijken die kinderpornografie in hun bezit hebben disciplinair worden gestraft. Dat geldt ook als het gaat om priesters die zich niet schuldig hebben gemaakt aan kindermisbruik.

In Europa zijn inmiddels al vijf bisschoppen opgestapt naar aanleiding van de schandalen rond seksueel misbruik. Een van hen heeft toegegeven dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan misbruik van een minderjarige. Dat was Roger Vangheluwe. Hij moest in april ontslag nemen als bisschop van Brugge.