„Ds. Velema, paus der protestanten”
AMSTERDAM – De in 2007 overleden ds. J. H. Velema stond aan de basis van de „oecumene van het hart”, de overbrugging van vele kerkmuren en de totstandkoming van een reformatorisch-evangelisch volksdeel.
Dat stelde drs. Remco van Mulligen vrijdag op een congres over ”Christelijk-sociaal in de jaren zestig” aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, dat werd belegd door het Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme.
Doel van de bijeenkomst was aan de hand van een schets van het leven en het denken van drie prominente confessionelen te laten zien „dat er in confessionele hoek méér was dan alleen conservatisme.” Behalve ds. J. H. Velema werden de hervormde denker F. Boerwinkel en minister-president B. W. Biesheuvel geportretteerd.
Van Mulligen, die werkt aan een promotieonderzoek over „de naoorlogse krachtenbundeling van reformatorische en evangelische christenen”, gaf zijn lezing de titel ”Dominee Velema, de paus der verontruste protestanten” mee. „Ds. Velema zou zelf wars zijn van eerbetoon en zou de titel ”paus” uiteraard ten stelligste hebben verworpen. Maar degenen die hem de titel toekenden, voelden toch uitstekend aan welk gezag ds. Velema door de jaren heen heeft gekregen”, aldus de onderzoeker. „Wie tot het hart van de Christelijke Gereformeerde Kerken wilde doordringen, moest altijd langs hem.”
Ds. Velema groeide in de jaren vijftig uit tot een van de gezaghebbendste predikanten in zijn kerkgenootschap. Tijdens zijn actieve loopbaan, die van 1940 tot 1986 duurde, was hij vijfmaal preses van de christelijke gereformeerde synode. In 1968 wees de socioloog Jan van Putten hem aan als de predikant die de meeste binnenkerkelijke functies vervulde. Zo hield ds. Velema zich namens zijn kerkgenootschap bezig met samensprekingen met andere kerken en was hij curator van de Theologische Hogeschool in Apeldoorn. Ds. Velema was verder bestuurder van onder andere de Evangelische Omroep (EO) en de Reformatorische Politieke Federatie (RPF).
Tijdstroom
Volgens Van Mulligen was de predikant op diverse terreinen „verontrust.” Zo had hij kritiek op de verzorgingsstaat („Een christen leeft niet van Drees, maar uit de hand des Heeren”), op de steeds invloedrijker wordende theologie van Karl Barth en op de tijdgeest.
Toch wilde hij niet alleen maar alles bij het oude houden, stelt de doctorandus. „Men moest volgens hem meegaan in de „tijdstroom”, maar niet met de „tijdgeest.” Hij was tegen een soort nostalgische vorm van conservatisme; een christen moest in beweging blijven.”
Meegaan met de tijdstroom betekende volgens Van Mulligen voor ds. Velema: de moderne maatschappij aanvaarden zoals deze is en van daaruit als christen, met Christus en de Heilige Schrift centraal, een weg vinden. „Die insteek is onder andere terug te zien in zijn aanvaarding van televisie als modern massamedium. Ds. Velema wilde dat de gelovige mondig was en zijn verantwoordelijkheid nam door een alternatief te formuleren voor de misstanden van zijn tijd.”
Evangelisch
In 1970 werd ds. Velema lid van de Evangelische Omroep. Die keuze was omstreden, aldus Van Mulligen. „In 1967 had Velema zich nog tégen de EO uitgesproken. Hij vond het geen goede zaak dat de nieuwe omroep de gereformeerde belijdenissen niet in zijn grondslag had opgenomen. Bovendien vond hij dat in het bestuur mensen uit de evangelische groepen te dominant aanwezig waren.”
De predikant schreef een artikel in De Wekker, het blad van de CGK, waarin hij zijn kritiek verwoordde. „De omroep nam de kritiek van Velema serieus en veranderde van koers door in 1969 in feite de gereformeerden en hervormden de leiding over te laten nemen van de evangelische oprichters. Dat overtuigde hem om lid te worden van deze omroep. Zijn vertrek bij de NCRV werd daar als een gevoelige nederlaag ervaren.”
Terugkijkend stelde ds. Velema in 2007, vlak voor zijn overlijden, dat zijn keus voor deze nieuwe omroep zijn positie als predikant „vermoedelijk heeft verzwakt.” Of zijn keuze voor de EO ook invloed heeft gehad op de opkomst van een evangelische vleugel in de CGK, vindt Van Mulligen moeilijk te zeggen. „Je weet niet weet wat er gebeurd zou zijn als er geen ds. Velema was geweest. Zijn sympathie voor bijvoorbeeld de bevlogenheid van evangelischen zal ongetwijfeld christelijk gereformeerden aan het denken hebben gezet. Maar als het goed is, geldt dat ook voor de kritiek die hij op het evangelische had. Hij wilde ”katholiek gereformeerd” zijn en blijft moeilijk te vangen in een bepaalde categorie.”