Zuurzoet lachen om Marlies
Het had zomaar gekund dat de bijeenkomst van het kersverse Christelijk Conservatief Beraad van afgelopen zaterdag in Putten een vroegtijdig einde had gekregen. Dat zou dan de schuld zijn geweest van Marlies van der Staaij. Zij hield een lezing over het belang van het gezin en wees mannen in dat kader op hun plicht om hun vrije zaterdag vooral met de kinderen door te brengen. Als haar gehoor massaal en onverwijld aan deze terechtwijzing gevolgen had verbonden, zouden er weinig congresgangers zijn overgebleven, want het gezelschap bestond overwegend uit mannen.
Wie de bui al had zien hangen, was Kees, wederhelft van Marlies, Kamerlid voor en tevens lijsttrekker van de SGP. Hij was veiligheidshalve in Benthuizen gebleven om zich daar met de kinderen te vermaken. De vaders die wel naar Putten waren getogen, konden weinig anders dan de corrigerende tik met een zuurzoet lachje beantwoorden.Zouden er feministen in de zaal hebben gezeten, dan zouden die ongetwijfeld instemmend hebben gereageerd. Maar of zij het zolang hadden uitgezeten, valt te betwijfelen. Want Marlies begon met een lans te breken voor het klassieke gezin waarin de moeder zich ten dienste stelt van de opvoeding van de kinderen. Dienstbaarheid, jezelf opofferen – ik vermoed dat een beetje feministe ter plekke buikkramp had gekregen en vanwege de vermeende spruitjeslucht gillend zou zijn weggerend.
Ook om andere redenen is het voor feministen beter om dit soort bijeenkomsten te mijden, want voor een vruchtbare overdenking van het onderwerp is het van belang de kwestie van alle ideologische veren te ontdoen. Dogma’s zijn in deze kwestie even verfoeilijk als nutteloos. Hetzelfde geldt trouwens voor uit zijn verband gerukte Bijbelteksten. Enige Hollandse nuchterheid is volgens mij nog het effectiefst.
Wat die nuchterheid betreft is me nog steeds de lezing van de publicist en ex-politicus L. M. P. Scholten bijgebleven die hij eens hield over de emancipatie van de vrouw voor een gezelschap SGP-mannen. Dat wordt van dik hout zaagt men planken, dacht ik eerlijk gezegd. Maar hij begon met de opmerking dat de werkende vrouw heel lang een zeer vertrouwd verschijnsel was. Hij herinnerde aan de inzet van vrouwen in het boerenbedrijf in het algemeen en in de veehouderij in het bijzonder. Zelf kan ik me inderdaad nog beelden te over herinneren van vrouwen die in hun overalls op de fiets klommen om hun mannen te gaan helpen bij het binnenhalen van de oogst of de warme huiskamer verlieten om te assisteren bij het melken van de koeien. Wie had het daar over participatie van de vrouw aan het arbeidsproces?
In dat opzicht zijn we weer terug bij af. Vanwege de bijkans onbetaalbare huisvesting is de bijdrage van de vrouw in veel gevallen onmisbaar. Het is haast geen doen om de hypotheekrente voor een modale woning te betalen van het loon van één kostwinner. Daar is overigens een merkwaardige paradox aan verbonden. De huizenprijzen en de bijbehorende lasten zouden onmiddellijk als een baksteen zakken als alle werkende moeders collectief thuisbleven. Probleem opgelost. Maar goed, dat is niet realistisch.
De economische noodzaak is natuurlijk niet het hele verhaal. Dat is het verschil met vroeger. Het aantal vrouwen met een academische of hbo-opleiding stijgt razendsnel, ook in de gereformeerde gezindte. Die vrouwen willen natuurlijk iets met die investering. Dat is logisch. Trouwens, ook als je geen hogere opleiding hebt genoten, kan een baan in het huidige arbeidsbestel veel vreugde bezorgen. In een interview met de vroegere hoofdredacteur van Opzij, Cisca Dresselhuys, wierp ik haar eens voor de voeten dat veel vrouwen juist blij zullen zijn dat ze thuis kunnen blijven en geen hooi meer hoeven op te steken of de stal moeten uitbaggeren. Daarop reageerde ze dat ze dat zelf ook altijd had gedacht, totdat ze vroeg aan de vrouwen van de vleeswarenafdeling bij de HEMA wat ze ervan vonden de hele dag worst te verkopen. Helemaal geweldig, hadden ze haar toegevoegd. Tot slot is er ook nog het nuchtere feit dat alle handen –zowel van mannen als vrouwen– de komende decennia hard nodig zullen zijn om de samenleving draaiende te houden. Dit vanwege de vergrijzing.
Kortom, de werkende vrouw is weer helemaal terug van weggeweest en dus zal er –precies zoals de spreekster het in Putten zei– veel dienstbaarheid worden gevraagd. Onderzoeken laten ons immers niet in het onzekere over de ideale rolverdeling binnen het gezin. Alle minachtende hoon van dogmatische feministen ten spijt zijn (kleine) kinderen het meest gebaat bij de aanwezigheid en de zorg van een liefdevolle moeder. Vrouwen doen er derhalve verstandig aan hun ambities te beteugelen.
En mannen? Niet meer onbeperkt naar Putten, Amersfoort of andere favoriete vergaderoorden, zou ik zeggen. Zij kunnen net zo goed concessies doen, op allerlei fronten. Dat zie je trouwens steeds vaker, ook onder ons. De kinderen gaan enkele dagdelen naar de peuterspeelzaal, terwijl man en vrouw om de beurt werken. Iedereen levert iets in. Een second-best-oplossing, zeg maar. Ik zie niet in wat daar mis is.