Koers euro weerspiegelt grote onzekerheid
De koers van de euro staat op het laagste niveau in meer dan twaalf maanden. Ondertussen wordt er naar hartenlust gespeculeerd op een verdere val van de Europese eenheidsmunt.
Wat is een euro waard?
Steeds minder. Werd ruim een week geleden nog zo’n 1,35 dollar voor iedere euro neergeteld –en enkele maanden geleden zelfs nog 1,50 dollar–, woensdag duikelde de Europese eenheidsmunt voor het eerst sinds twaalf maanden onder de grens van 1,30 dollar. Donderdagmorgen was een euro nog slechts 1,27 dollar waard. De euro staat onder zware druk door de financiële problemen van Griekenland en andere Zuid-Europese landen.Maar Griekenland is toch door Europa uit de brand geholpen?
De miljardenkredieten die zondag aan Griekenland zijn toegezegd, hebben de glijvlucht van de euro nog niet weten te stoppen. Beleggers vragen zich af of de beloofde 110 miljard euro aan noodhulp wel toereikend is én of de Griekse regering in staat zal zijn om, zoals beloofd, in ruil voor die steun 30 miljard euro te bezuinigen. Daarnaast moeten de nationale parlementen van de landen die de euro voeren de steunplannen nog goedkeuren. Verder groeit de angst dat landen zoals Portugal en Spanje ook hulp nodig zullen hebben.
Hebben die dan ook gesjoemeld met hun huishoudboekje?
In tegenstelling tot Griekenland hebben Spanje en Portugal de wereld niet consequent om de tuin geleid met betrekking tot hun staatsschuld en begrotingstekort. Desondanks staan beide landen er economisch gezien weinig florissant voor. Dat geldt overigens ook voor enkele West-Europese landen, zoals Groot-Brittannië en Ierland, maar de financiële markten lijken zich vooralsnog vooral zorgen te maken over de zuidelijke landen, tezamen wel aangeduid als de ”garlic belt” (knoflookgordel).
Moeten Spanje en Portugal ook met de pet rond?
De problemen zijn daar minder nijpend dan in Griekenland. Ook de rente die de overheid in deze landen voor de financiering van tekorten moeten betalen, valt in vergelijking met de tarieven voor Griekenland nog mee. Op de financiële markten doen echter hardnekkige geruchten de ronde dat Spanje, de op vier na grootste economie van Europa, ook steun nodig heeft. En hoewel zowel het IMF als de Spaanse regering om het hardst roept dat die geruchten „volslagen waanzin” zijn, lijken ze een eigen leven te gaan leiden. Verder overwegen kredietbeoordelaars hun oordeel omtrent Portugal te verlagen. Rentetarieven voor Portugal en Spanje bewegen zich hierdoor opwaarts, waardoor de problemen, als in een zelfvervullende profetie, steeds dichterbij komen. Een redding van óók nog eens deze landen wordt voor de andere eurolanden onbetaalbaar, wat de euro nu fors drukt. En toch zijn er altijd weer mensen die juist aan deze malaise geld verdienen
Wie dan?
Grote financiële marktpartijen, zoals hedgefondsen. Die hebben in de achterliggende weken met vele miljarden gegokt op een daling van de euro. Het aantal shortposities (waarmee gespeculeerd kan worden op zo’n daling) is recent met 25 procent verhoogd en ligt op een recordniveau. Boze tongen beweren dat deze grote financiële jongens de geruchtenstroom rond Spanje zelfs voeden. Om die reden gaf voorzitter Barroso van de EC marktpartijen die zich schuldig maken aan „speculatie en onverantwoordelijk gedrag” gisteren een waarschuwing. Anderzijds kun je je afvragen of een volledig vertrouwen in een goede afloop van de Griekse schuldencrisis niet evenzeer een vorm van speculatie is.
Hoezo dat?
Een met schulden overladen economie als de Griekse behangen met nóg meer schulden lijkt immers weinig verstandig. Een particulier die zijn schulden niet meer kan betalen heeft behoefte aan schuldsanering, niet aan nóg meer leningen. Er is geen reden om aan te nemen dat dit voor landen anders ligt. Een afboeking op Griekse schulden lijkt daarom nabij.