Buitenland

Wilhelm Verwoerd: kleinzoon van een symbool

De kleinzoon van de ‘architect van de apartheid’ baarde opzien door in 1992 actief lid te worden van het ANC. Hij zet zich nu in voor vrede en verzoening in Noord-Ierland. Wilhelm Verwoerd: „Pas in Nederland zag ik de pijnlijke waarheid over Zuid-Afrika onder ogen.”

tekst Mark Wallet
26 March 2010 18:54Gewijzigd op 14 November 2020 10:12
Actievoerders van de actiegroep ”Mollen tegen apartheid” spitten in juli 1986 een aantal greens om op het terrein van de Noordwijkse Golfclub. Op het terrein vond op dat moment het open golfkampioenschap plaats, waarbij ook enkele Zuid-Afrikaanse spelers
Actievoerders van de actiegroep ”Mollen tegen apartheid” spitten in juli 1986 een aantal greens om op het terrein van de Noordwijkse Golfclub. Op het terrein vond op dat moment het open golfkampioenschap plaats, waarbij ook enkele Zuid-Afrikaanse spelers

Tijdens zijn studie in Oxford en Utrecht sprak Wilhelm Verwoerd (nu 55) voor het eerst diepgaand met zwarte landgenoten. „Zij bestempelden de tijd waarin mijn opa premier van Zuid-Afrika was (1958-1966) als een van de zwartste perioden in hun leven. Op het moment dat je zoiets hoort, wil je wegrennen, ertegen ingaan, zeggen dat het niet waar kan zijn.”Een zwarte medestudent vertelde Wilhelm zelfs dat hij dansend met vrienden de straat op was gegaan toen hij hoorde dat Wilhelms opa was doodgeschoten, in 1966. Dat er zulke sterke sentimenten tegen zijn opa leefden, had hij nooit kunnen bevroeden. „Pas in Europa zag ik de pijnlijke waarheid over het apartheidsregime in Zuid-Afrika onder ogen.”

Verwoerd was onlangs in Nijmegen voor een congres over verzoeningsprocessen wereldwijd. „Ja”, zegt hij, na afloop van het congres, „de studietijd hier in Nederland was een moeilijke tijd. Ik wist wel dat het Zuid-Afrikaanse regime in het buitenland omstreden was, maar ik kon niet bevroeden dat het antiapartheidssentiment hier zo sterk was. In Nederland leefde de weerstand tegen apartheid nog sterker dan in Groot-Brittannië.”

Studie

Verwoerd groeide op met de gedachte dat God verschillende raciale groepen had geschapen en dat die alleen vreedzaam samen konden leven als ze zich gescheiden ontwikkelden. Zwarte landgenoten sprak hij eigenlijk nooit, tenminste niet meer dan oppervlakkig. Blank en zwart leefden in twee totaal gescheiden werelden.

In Oxford belandde Verwoerd jr. echter in een huis waarin ook verschillende antiapartheidsactivisten woonden. In Utrecht dook hij nog dieper in de materie. „Ik had alle vrijheid om met mensen te spreken en me te verdiepen in het Zuid-Afrikaanse systeem. Dat had ik in mijn eigen land nooit gehad.”

Verwoerd veranderde van gedachten en besloot het verleden achter zich te laten en zich in te zetten voor een Zuid-Afrika na de apartheid. Bij terugkeer in zijn geboorteland, in 1992, sloot hij zich aan bij het ANC, een beweging die in 1960 door zijn opa illegaal was verklaard. Het hoeft niet te verbazen dat deze stap in zijn familie met groot onbegrip werd ontvangen.

Opmerkelijk genoeg was de enige in de familie die Wilhelms stap accepteerde, oma Betsy Verwoerd. Betsy bleef geloven in het systeem dat haar man had ontwikkeld en woonde tot haar dood in 2000 in de Afrikaner enclave Orania, maar respecteerde Wilhelms verklaring dat zijn overstap was ingegeven door christelijke principes. De overige familie­leden konden echter geen enkel begrip opbrengen voor Wilhelms stap.

Appel

Het nieuws van Verwoerds lidmaatschap van het ANC haalde ook de Nederlandse kranten. Dagblad Trouw schreef: „De kleinzoon van Zuid-Afrika’s architect van de apartheid, Hendrik Verwoerd, bewijst dat de appel soms wel ver van de stam valt.” Wilhelms vrouw, Melanie, was al eerder ANC-lid geworden. „We hopen dat ons werk in het ANC de pijn van zo veel mensen, hun toegebracht door dr. Verwoerd en de apartheidspolitiek die hij personifieerde, een beetje goedmaakt”, verklaarde zij tegenover de Zuid-Afrikaanse krant Sunday Times.

Wilhelm Verwoerd vervreemdde ook van de kerk. Hij had theologie en filosofie gestudeerd met de gedachte predikant te worden in de Nederduits Gereformeerde Kerk van Zuid-Afrika, maar liet dat idee varen. De kerk had het apartheidsregime gerechtvaardigd en dat kon Verwoerd niet verkroppen. „Ik geloof niet meer in instituties”, zegt hij. „Ik ben nog wel christen, maar niet meer kerkelijk. Instituties zijn te vaak blind voor sociaal onrecht.”

Tijdens het premierschap van Nelson Mandela (1994-1999) werkte Verwoerd twee jaar voor de Waarheids- en Verzoeningscommissie, om vervolgens aan de slag te gaan als docent filosofie aan de universiteit van Stellenbosch. Momenteel woont hij in Ierland en zet hij zich vanuit zijn Zuid-Afrikaanse ervaringen in voor het vredesproces tussen katholieken en protestanten. Dat doet hij vanuit het Glencree Centre for Peace and Reconciliation.

Glencree, dat in 2002 door Verwoerd is opgericht, brengt mensen met zeer diverse achtergronden in kleine groepen bijeen om dichter tot elkaar te komen. Sinds 2002 hebben 74 mensen aan het programma deelgenomen. „Let wel”, zegt Verwoerd, „we willen meer doen dan enkel een programma afdraaien. We blijven alle deelnemers volgen.”

In hoeverre sluiten de Zuid-Afrikaanse en de Ierse situatie op elkaar aan?

„In beide gevallen is het onderlinge gesprek van groot belang. Mensen staan vaak vierkant tegenover elkaar, terwijl ze elkaars verhaal nog nooit hebben gehoord. Laat een protestantse strijder maar eens luisteren naar het verhaal van een katholieke militant, en andersom. De tegenstander krijgt daarmee een gezicht. Ook in Ierland gaat het ten diepste om een vorm van apartheid, een scheiding van bevolkingsgroepen. Het is belangrijk die tweedeling te doorbreken.”

In Zuid-Afrika spelen er diepgewortelde culturele verschillen. Maakt dat de situatie niet complexer?

„Vanuit mijn Zuid-Afrikaanse achtergrond was ik aanvankelijk verbaasd over de situatie in Noord-Ierland. Die mensen hadden dezelfde huidskleur, hetzelfde geloof, zij het dan in een iets ander jasje, en toch lagen ze zozeer met elkaar overhoop.

De Noord-Ierse situatie is echter niet per se eenvoudiger dan de Zuid-Afrikaanse. De geschillen zitten zeer diep, wat mede komt doordat de Noord-Ierse gemeenschap maar klein is, zo’n 1,5 miljoen mensen. Iedereen is op een of andere manier wel betrokken en scheidslijnen gaan vaak dwars door families. Er is veel tijd voor nodig om het vertrouwen over en weer te herstellen.”

Ziet u resultaat?

„Soms is een weekend genoeg om mensen tot elkaar te brengen. Op een cruciaal moment kan de knop opeens omgaan Andere keren duurt het proces langer. We willen niets forceren.

We zijn binnen ons programma niet scheutig met de termen vergeving en verzoening. Daaraan vooraf gaat de humanisering van de ander. Mensen moeten niet aan het programma deelnemen met de gedachte dat ze de ander per se moeten gaan vergeven. Dat legt te veel druk op de gesprekken.”

U gaat met groepen Ierse deelnemers ook naar Zuid-Afrika. Werkt dat?

„De Zuid-Afrikaanse context kan werken als een spiegel voor het eigen conflict. Noord-Ierland is een eiland, in meerdere opzichten. De ervaringen in Zuid-Afrika leren deelnemers van een afstand naar de eigen situatie te kijken.

Bovendien is de reis op zich ook al belangrijk. Tijdens een reis ben je op elkaar aangewezen. Er zit ook altijd een survivaltocht in het programma. Een katholieke militant moet dan bijvoorbeeld een protestant door het water helpen. Dat verbroedert.”

Hoe verhoudt uw programma zich tot noodzakelijke veranderingen op politiek niveau?

„In Noord-Ierland zijn er belangrijke stappen gezet op institutioneel niveau. Dat is ook van groot belang, maar heeft weinig zin als er ook op het grondvlak geen dingen veranderen. Met enkel intellectuele argumenten kun je geen vrede creëren. Wel door gesprekken, veel gesprekken. Maar dat gebeurt niet op de voorgrond. Met ons programma blijven we ook in de luwte.”

Hoe kijkt u aan tegen de huidige stand van zaken in Zuid-Afrika?

„Een belangrijk obstakel vormt de groter wordende kloof tussen rijk en arm. Dat drijft bevolkingsgroepen uit elkaar. Van werkelijke integratie is bovendien nog geen sprake. Er is nog te wei-nig vertrouwen tussen blank en zwart, te weinig vriendschappen. Dan leer je elkaar ook niet echt begrijpen. Zuid-Afrika staat nog voor hele grote uitdagingen.”

Hoe waardeert u de ontwikkeling bij de NG-Kerk?

„Ik zie wel enige verandering, er zit beweging in. Je moet begrijpen dat blanken en zwarten niet zomaar in één kerk zitten, daarvoor zijn de verschillen in de eredienst ook te groot. Maar ik ben van de kerk vervreemd geraakt.”


Opa Hendrik Verwoerd

Hendrik Verwoerd was van 1958 tot 1966 premier van Zuid-Afrika en wordt gezien als de belangrijkste vormgever van het apartheidssysteem, dat van 1948 tot 1990 in Zuid-Afrika functioneerde. Verwoerd is geboren in 1901 in Amsterdam, maar emigreerde op tweejarige leeftijd met zijn ouders naar Zuid-Afrika. Zijn vader, Wilhelm Verwoerd, was zendeling.

Hendrik groeide op in Kaapstad, Zuid-Rhodesië (het huidige Zimbabwe) en Oranje Vrijstaat (de huidige Zuid-Afrikaanse provincie Vrijstaat) en identificeerde zich gaandeweg sterk met de belangen van de Afrikaner bevolking. Verwoerd was enige tijd hoogleraar in de toegepaste psychologie aan de universiteit van Stellenbosch en later hoofdredacteur van de Afrikaner krant Die Transvaler, die hijzelf mede oprichtte. Die Transvaler was de voornaamste spreekbuis van de Afrikaner nationalistische beweging.

In 1948 benoemde de toenmalige Zuid-Afrikaanse premier D. F. Malan Verwoerd tot senator en in 1950 tot minister van Naturellen Zaken, een ministerspost met als belangrijkste opdracht het behartigen van de belangen van de Bantoebevoling. Onder Verwoerd verschoof de taak naar het doorvoeren van apartheidswetten.

Volgens Verwoerd kwamen blanken, kleurlingen en zwarten het meest tot hun recht via gescheiden ontwikkeling, een positie die overigens door veel Afrikaners (en ook Nederlanders) werd gedeeld.

In 1958 werd Verwoerd gekozen tot premier van Zuid-Afrika. Hij kreeg het in 1961 voor elkaar van Zuid-Afrika een onafhankelijke republiek te maken, waarna het land uit het Britse Gemenebest van Naties trad. In 1966 werd hij tijdens een parlementszitting doodgestoken door een klerk van Mozambikaanse komaf, Dimitri Tsafendas. Het motief was onduidelijk.

Volgens de Britse historicus Leonard Thompson in zijn ”A history of South Africa” was Verwoerd in zijn vrije tijd charmant en innemend, maar in het publieke leven „dogmatisch, intolerant, dominant en xenofoob.” Dat is een beeld dat ook naar voren komt in de autobiografie van de latere premier F. W. de Klerk, ”Last Trek”. Onder zijn premierschap raakte Zuid-Afrika steeds verder geïsoleerd van de buitenwereld.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer