Cultuur & boeken

Thebe

Met leven toegerust voor beiden,
liep ik vannacht de gangen in,
die naar u leiden.
Het ondergronds geburchte droeg
een stilte, die met tegenzin
mijn tred verdroeg.

12 March 2010 18:06Gewijzigd op 14 November 2020 10:05Leestijd 1 minuut
Foto EPA
Foto EPA

De muren stonden als verzadigd
van ruige schimmel; lucht en licht,
voorgoed beschadigd,
beten mij uit; de wil alleen
bij u te zijn in ‘t jongst gericht,
hield mij ter been.
Het labyrinth verliep in schroeven
van eender, blinder cirkeling.
U ten behoeve?
Ik weet niet meer hoe lang ik ging.
Hoe brachten zij, die u begroeven,
zover een ding?Totdat mijn voeten op u stuitten:
uit een volslagen duisternis
zag ik uw ogen opensplijten;
uw handen, die ik niet kon tillen,
voelde ik langs het leven strelen,
dat in mij sloeg;
uw mond, in dood verholen, vroeg.
Een taal waarvoor geen teken is in dit heelal,
verstond ik voor de laatste maal.
Maar had geen adem meer genoeg
en ben gevlucht in dit gedicht:
noodtrappen naar het morgenlicht,
vervaald en veel te vroeg.

Gerrit Achterberg

Vond je dit artikel nuttig?
Meer over
Gedichten

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer