Voorzichtig omgaan met moreel oordeel
Hoe gekleurd is onze geschiedschrijving? Vooruitlopend op een door de Vereniging voor Christen-Historici (VCH) belegde bijeenkomst over dit thema, vrijdag in Utrecht, komen deze week vijf historici aan het woord.
Drs. Bart Wallet (32), onderzoeker op het terrein van Hebreeuwse, Arameese en Joodse studies aan de Universiteit van Amsterdam en als docent Joodse geschiedenis verbonden aan de Katholieke Universiteit Leuven: „Een uitspraak als zou Auschwitz de hel op aarde zijn, kan een historische gebeurtenis buiten de geschiedenis plaatsen. Wees daarom voorzichtig met het gebruikmaken van morele oordelen.”Moet een historicus streven naar neutraliteit in geschiedschrijving?
„Ik vind neutraliteit geen goede term. Bovendien bestaat neutraliteit niet, je hoeft geen levensbeschouwelijke achtergrond te hebben om dat te zeggen. Ik hecht meer waarde aan het begrip objectiviteit. Objectiviteit in mijn werk is wel iets wat ik koester.
Neutrale geschiedschrijving is onmogelijk. Wie schrijft over antisemitisme of over de Holocaust ontkomt niet aan morele oordelen. Op zich is dat niet erg.
De belangrijkste taken van een historicus zijn echter het doorvragen waar anderen stoppen, feiten naar boven halen en de verantwoordelijkheidstoedeling een juiste plaats te geven.”
U bent historicus en christen. Hoe gaan die twee samen?
„Voor mij is de relatie christen en historicus van eenzelfde orde als die van christen en boer of burgemeester. Juist een christenhistoricus heeft de plicht zich aan het historisch ambacht te houden: eerlijk met bronnen omgaan, trouw zijn in het dagelijks werk en het integer afwegen van verschillende interpretaties van het verleden.”
U bent gespecialiseerd in de geschiedenis van het jodendom. Kan een christen neutraal schrijven over joodse geschiedenis?
„Vorig jaar woonde ik met acht Amerikaanse en één Europese wetenschapper een congres in Los Angeles bij. Als Europeanen hielden wij keurige historisch ingebedde voordrachten.
Mijn Amerikaans-joodse collega’s echter braken zich het hoofd over hoe het nu verder zou moeten met Israël, het zionisme en de joodse zaak. Voor hen was geschiedschrijving niet alleen recht doen aan het verleden, maar ook nadrukkelijk betrokken zijn op wat er in het heden speelt. Daarin openbaarde zich een karakteristiek verschil in opvatting.”
Een christen gelooft dat de geschiedenis onderdeel is van de heilsgeschiedenis. Neemt u die opvatting mee in uw werk?
„Als christen kun je je identiteit niet thuis achterlaten. Daarvan ben ik mij terdege bewust. Door mijn christelijke achtergrond zal ik eerder religieuze componenten herkennen, waar andere historici geneigd zijn sociale, economische of politieke motieven te benadrukken.
Religie speelt een belangrijke rol in het leven van mensen, daarom is het ook relevant om dat gegeven te betrekken bij wetenschappelijk onderzoek.”
Hoe expliciet bent u in het aanwijzen van Gods hand in de geschiedenis?
„Ik vind het gevaarlijk om een specifieke gebeurtenis aan te wijzen. Daarmee loop je het gevaar Gods handelen te minimaliseren tot enkele cruciale momenten. Ik geloof dat God betrokken is op de gehele geschiedenis, alles is in Zijn handen.”
Dit is het derde deel in een serie over geloof en geschiedenis. Morgen deel 4.