„Schepping begin heilsgeschiedenis”
De schepping staat niet op zichzelf, maar is het begin van de heilsgeschiedenis. De Schepper openbaart Zijn scheppingsmacht ook in de heilsgeschiedenis van de patriarchen. Dat stelt dr. T. E. van Spanje, predikant van de hervormde gemeente Reeuwijk.
Dr. Van Spanje sprak maandagavond in Doorn op een studieweek voor theologiestudenten, georganiseerd door de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland. Hij schetste enkele Bijbels-theologische hoofdlijnen over de schepping. „Aangezien Genesis als geheel heilsgeschiedenis beschrijft, krijgt ook Genesis 1 op de een of andere manier een historisch karakter”, aldus dr. Van Spanje. „Heilsgeschiedenis veronderstelt historiciteit. Een weldoordachte literaire vorm sluit historiciteit niet bij voorbaat uit. Een dergelijke literaire vorm kan ook een manier zijn om aan te geven dat God orde heeft gelegd in Zijn schepping.”Volgens dr. Van Spanje moeten Bijbellezers zich realiseren dat Genesis 1 niet in de eerste plaats natuurwetenschappelijke informatie wil geven, maar een „theologische interpretatie van de schepping.” Desondanks vindt hij de vraag naar de uitleg van de ‘dagen’ in Genesis 1 „wel legitiem.” Hij besprak de opvatting van de dagen als perioden en tijdperken en noemde deze interpretatie „heel sympathiek” omdat ze probeert Bijbel en natuurwetenschap in een zekere overeenstemming te brengen.
Toch bestaat er volgens hem geen exegetische grond voor. „Naar mijn mening zijn er geen doorslaggevende exegetische overwegingen om de dagen van Genesis 1 anders op te vatten dan als 24 uur. Er lijken juist eerder argumenten te zijn om dagen op te vatten als gewone dagen. Sommige onbegrijpelijke dingen moet je ook willen geloven.”
Drs. P. J. Vergunst, algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond, sprak maandagmiddag over het werken in de breedte van de kerk. Volgens hem bestaat het gevaar dat de Bond de roeping om de kerk op totale gehoorzaamheid aan de Heere te wijzen, door postmodern denken veronachtzaamt.
Het postmoderne denken heeft grote gevolgen voor christenen en voor de kerk, stelt Vergunst. „Als alle levensbeschouwingen van gelijke waarde zijn, is er geen bestaansrecht voor één bepaalde overtuiging, gegrond op de Bijbel. Dat is toch de context waarbinnen de gereformeerde belijders hun stem laten horen, hun inbreng mogen hebben, nee, waarin ze meer beogen: Heel de kerk te binden aan het gezag van de Schrift zoals de belijdenis daarover spreekt.”
Tijdens de bespreking zei een student dat het postmoderne denken geen bedreiging vormt maar juist kansen biedt. „Het vraagt net als de gereformeerde traditie aandacht voor ervaring en beleving.”
Het gaat Vergunst echter om de waarheidsvraag. „Het postmodernisme gaat ervan uit dat er meerdere waarheden zijn. Het leven is gefragmentariseerd en de waarheid op het sportveld is weer anders dan die in de kerk of de politiek. De geschiedenis wordt minder als normatief gezien, terwijl wij juist ons geloof belijden in gemeenschap met de kerk van alle eeuwen en plaatsen. Missionair gezien biedt de nadruk op ervaring echter kansen.”
Een andere student vroeg hoe aanstaande predikanten moeten omgaan met verschillende visies op het protestants seminarium. „Tijdens een bespreking moest ik me verdedigen waarom ik een preek had geschreven ter voorbereiding op het heilig avondmaal. Dan zit je meteen midden in het spanningsveld.”
Vergunst: „In het gesprek met andersdenkenden is het van belang om innerlijk houvast te hebben aan het Woord van God. Daar staat of valt het mee in de discussie. Weet waar je zelf voor staat.”
Vergunst adviseerde verder een bescheiden en onbekommerde houding aan te nemen. „Bescheidenheid, omdat het gaat om ons verstaan van de Schrift, waarbij we staan op de schouders van het voorgeslacht. En tegelijk ook iets van onbekommerdheid. Je zal de ander niet altijd kunnen overtuigen. Maar je hoeft je niet te generen voor je overtuiging.”