Calvinistisch Kortrijk, in de schaduw van Gent
„Kijk, hier staat een kruisbeeld uit de reformatietijd. Het is afkomstig uit het recolettenklooster en het werd aan veroordeelden voorgehouden om te kussen. Het is een van de weinige herinneringen aan de reformatietijd in Kortrijk”, zegt Greet Verschatse, wetenschappelijk medewerker van het Museum Kortrijk 1302. De stad was van 1578 tot 1580 calvinistisch. Zijn er nog sporen te vinden?

Kortrijk is een stad met ruim 73.000 inwoners in het zuiden van Vlaanderen. De plaats is het meest bekend van de Guldensporenslag in 1302, die de burgers wonnen van de Franse edelen. Jarenlang hebben 500 gouden sporen van overwonnen edellieden in het koor van de Onze Lieve-Vrouwekerk gehangen. De Sint-Maartenskerk is een opvallend mooie kerk. Voor een ander mooi historisch plekje is het begijnhof de aangewezen plaats.Museum
Museum Kortrijk 1302 toont vooral herinneringen aan de Guldensporenslag. Maar er is meer. Verschatse laat drie dingen uit de reformatietijd zien. Het eerste is een ongeveer 30 centimeter hoog koperen kruisbeeld met een handvat en het stadswapen. „Geestelijken hielden het kruisbeeld naar verluidt voor aan veroordeelden om hen te bewegen alsnog hun ketterij af te zweren. Ketters werden op de Grote Markt terechtgesteld.”
Het tweede is een muntschat: een gedeelte van een stenen kruikje met in totaal zestien koperen penningen. Er zit ook een speldje bij van Onze Lieve Vrouw van Boulogne. „De muntschat werd in de Papenstraat bij de Grote Markt op ongeveer 1 meter diepte gevonden. Het is het meest waarschijnlijk dat de munten afkomstig zijn van iemand die moest vluchten en het geld heeft begraven. Het waren woelige tijden.”
Het derde is een Mariabeeld. „Aartshertog Albrecht en zijn vrouw Isabella, die het voor het zeggen hadden, steunden na de inname van Kortrijk de Mariaverering. De stad kende twee belangrijke Mariabeelden, waarvan dit er een is. Uit de wijde omgeving kwamen mensen naar Kortrijk voor duiveluitdrijvingen, zoals een vijftienjarig meisje uit Ingelmunster, dat in 1640 van de duivel verlost werd”, aldus Verschatse.
Ze vertelt dat na de verovering van Kortrijk in 1580 de jezuïeten zich ontwikkelden tot de intellectuele kern van Kortrijk en ijverden om de stad weer „goed katholiek” te maken. Om de afvalligen weer op te voeden in het rooms-katholieke geloof bestelden ze in Antwerpen 2000 catechismussen. Hun inzet wierp vruchten af en Kortrijk werd weer een volledig katholieke stad.
De Groeningeabdij, het klooster dat in de calvinistische periode was afgebroken, werd weer opgebouwd. Kortrijk maakte een bloeiperiode door met veel aandacht voor de sociaal zwakkeren. De begijnhuisjes, waar alleenstaande vrouwen konden leven, dateren uit het begin van de zeventiende eeuw. De Berg van Barmhartigheid was een beleningsbank, die een belangrijke functie heeft gehad.
Verschatse vraagt zich af of het calvinisme in Kortrijk wel echt van betekenis is geweest. Door de nauwe band met Gent ondervond Kortrijk sowieso invloed van wat daar, stroomafwaarts aan de Leie, gebeurde. Geeft de geschiedenis haar gelijk?
Reformatie
Niklaas Maddens, die de geschiedenis van de Reformatie in Kortrijk heeft beschreven, maakt melding van Pieter Notebaert die in 1526 betrapt werd op het bezit van twee lutherse boeken. Hij moest een uur lang aan de schandpaal op de Grote Markt staan, waarna de boeken werden verbrand.
Hiermee begon de geschiedenis van de vervolging in Kortrijk. Vooral wederdopers moesten het ontgelden. Vanaf 1536 tot in de jaren 70 van de zestiende eeuw werd het anabaptisme de heersende reformatorische stroming. Het calvinisme kwam pas later.
De eerste die om zijn geloof verbrand werd, was Jacob van der Mase, een voormalige Brusselse schoenmaker, die als rondtrekkend prediker het Evangelie verkondigde en in 1536 of 1537 werd verbrand. Tussen dat moment en 1573 werden er in totaal 33 hervormden terechtgesteld.
Onder druk van Gentse troepen ging Kortrijk in 1578 over tot de calvinistische republiek. Petrus Datheen, de bekende reformatorische prediker, die vroeger al eens clandestien in Kortrijk geweest was, preekte in juli 1578 in de Onze Lieve Vrouwekerk in aanwezigheid van veel leden van het schepencollege en het comité van de Achttienmannen, de nieuwe stedelijke overheid. Daarna werd hij feestelijk op het stadhuis ontvangen.
Al spoedig werd een consistorie georganiseerd met predikanten, ouderlingen, diakenen voor de armenzorg, een schoolmeester voor het onderwijs en een koster. Alle leden zwoeren het nieuwe geloof te zullen bevorderen.
Het calvinistische stadsbestuur besloot de Groeningeabdij af te breken omdat die te dicht bij de stad zou staan. Kortrijk was aan de Beeldenstorm van 1566 ontsnapt, maar op 27 juli 1578 kwam er toch een beeldenstorm in de Onze Lieve Vrouwekerk. Een maand later, op 26 augustus, vond in de Sint-Maartenskerk een beeldenstorm plaats.
Willem van Oranje bepleitte persoonlijk bij het Kortrijkse stadsbestuur een godsdienstvrede. Die werd op oudejaaravond 1578 in de stad afgekondigd. De godsdienstvrede erkende beide godsdiensten. De katholieken kregen de Onze Lieve Vrouwekerk toegewezen en de calvinisten de Sint-Maartenskerk. De godsdienstvrede werd echter een dode letter. Later werden openbare rooms-katholieke diensten niet meer gehouden.
De calvinistische republiek was van korte duur. Op 27 februari 1580 namen Spaansgezinden de stad in en werd Kortrijk weer rooms-katholiek.
Calvinistisch radicalisme
Dr. Johan Decavele heeft in zijn boek ”De eerste protestanten van de Lage Landen” ook een hoofdstuk gewijd aan Kortrijk. „Naast gematigde aanhangers van Willem van Oranje waren er in Kortrijk ook aanhangers van het calvinistisch radicalisme van de Gentenaren”, schrijft hij. Hij noemt de magistraatspersonen Jan de Tollenaere, heer van Kuurne, Jacques de Crytsche, de stadsontvanger, Thomas Nootebaert, die al eerder in het stadsbestuur had gezeten, Joris ver Campt, die niet alleen deel uitmaakte van de magistraat maar ook van de calvinistische kerkenraad, Jan de Boosere en Jan van Damme.
Van Damme was burgemeester en was al in 1566 begunstiger van de calvinisten. In december 1578 behoorde hij bij de calvinistische delegatie die in Gent met Willem van Oranje ging onderhandelen. Hij organiseerde een luisterrijke ontvangst voor Jean Taffin, de hofprediker van Willem van Oranje.
Het nieuwe stadsbestuur onderhield goede contacten met de kerkenraad. Vóór 1578 was overigens nog geen echte calvinistische gemeente gevormd, aldus Decavele.
Grote aanhang
Marc Lemaitre, gemeenteraadslid voor de SP.a (Socialistische Partij anders) leidt me rond door de stad. We staan voor de Sint-Maartenskerk, die tijdens de calvinistische republiek toebehoorde aan de calvinisten. „Zij hadden het toen voor het zeggen en hebben maar gelijk de grootste kerk genomen”, veronderstelt Lemaitre.
Hij is van mening dat de calvinisten in de tijd van de calvinistische republiek best veel aanhang hadden in Kortrijk. „Het was geen Gentse dominantie”, stelt hij. „De Beeldenstorm is niet veroorzaakt door mensen uit Gent, maar door Kortrijkzanen.”
In de Onze Lieve Vrouwekerk is Stef Carette, godsdienstdocent van het Sint-Niklaasinstituut, bezig met de voorbereidingen voor de ontvangst van zo’n 600 jongelui voor een viering. Hij zegt dat 80 procent van de jongeren op zondag niet in de kerk komt, maar dat ze voor zulke vieringen wel geïnteresseerd zijn. „Ze zijn op zoek naar zingeving. De jongeren van tegenwoordig zijn heel open, maar we moeten wel goed naar hen luisteren om hen te bereiken.”
Dat er ooit in deze kerk vol beelden een beeldenstorm heeft plaatsgevonden, is niet te zien.
Iets terzijde van het centrum staat de Sint-Michielskerk, de kerk van de jezuïeten. „Zij gebruikten de kerk voor de Contrareformatie”, zegt Lemaitre. „Ze hebben het gewonnen. Het calvinisme was totaal verbroken na de verovering van de stad. De protestantse kerk in Kortrijk dateert pas van de negentiende eeuw, toen Engelse kooplieden in deze streek kwamen. Na de Tweede Wereldoorlog is hier een evangelische kerk gevestigd door toedoen van Amerikaanse zendelingen.”
In de zestiende eeuw had het protestantisme meer ingang gekregen in de zuidelijke dan in de noordelijke Nederlanden. Een deel van het huidige België is zelfs enige tijd strengcalvinistisch geweest. In een viertal artikelen doen we verslag van een tocht door het Belgische land: Doornik, Gent, Kortrijk en Antwerpen, met als afsluiting een interview met een historicus. Vandaag deel 3: Kortrijk.