In de Libanese arena
Als er ergens in het Midden-Oosten een conflict uitbreekt, dan houden de Libanezen altijd de adem in. De kans is namelijk groot dat de strijd overslaat naar dat kleine land in het Midden-Oosten, dat een vergaarbak is van allerlei bevolkingsgroepen en religieuze minderheden.
Habib C. Malik, als historicus verbonden aan de Libanese Amerikaanse universiteit in Beiroet, zou Libanon niet zozeer een vergaarbak willen noemen als wel een toevluchtsoord voor vervolgde minderheden in het Midden-Oosten. „Het berglandschap maakt Libanon tot een perfecte plaats voor mensen om zich te verbergen als ze worden vervolgd. Denk aan de maronieten, die in de eerste eeuwen van het christendom hier een veilige plek vonden. Maar ook de druzen vonden een veilig heenkomen in de bergen.”De groepen die in het land neerstreken zijn stuk voor stuk klein. Malik: „Dit is een land van minderheden. Zelfs onder de moslimgroepen is er geen een die meer dan 50 procent van de Libanese bevolking uitmaakt. Ook de sjiieten, die het snelst groeien, zitten onder de 50 procent. Maar zelfs als een van de groepen qua aantal de meerderheid behaalt, wil dat niet zeggen dat we geregeerd gaan worden door een meerderheid.”
Kunnen we met zo veel minderheden wel spreken van de Libanees?
„In het Westen zijn burgerschap en nationale identiteit vrij sterke elementen. In een regio als het Midden-Oosten, dat geen 200 jaar van secularisatie zoals het Westen heeft gekend, blijft de ultieme identiteit voor zowel individuen als groepen de religieuze achtergrond. Dus kun je in abstracte termen spreken van de Libanees en van burgers met een Libanese identiteit, maar als het erop aankomt definiëren mensen zichzelf volgens hun geloof. Dus zullen ze zeggen: „Ik ben een sjiitische Libanees”, of: „Ik ben een maronitische Libanees”, of: „Ik ben een orthodoxe Libanees”, of: „Ik ben een soennitisch Libanees.”
Vooral na twee eeuwen secularisatie is dat iets vreemds voor de westerling. Het is voor sommige mensen die zelf postreligieus of wat dan ook zijn geworden, zelfs beschamend. Maar dat is de werkelijkheid hier. Veel mensen die hierheen komen en naar onze problemen kijken, zeggen: „Wat jullie in dit deel van de wereld werkelijk nodig hebben is secularisatie.” Misschien hebben ze gelijk, maar je kunt secularisatie niet als een parachute neerlaten boven het Midden-Oosten of Libanon.”
Gaat dat wel samen, zo veel kleine groepen?
„Omdat er zo veel kleine groepen zijn ontstaat inderdaad de vraag hoe deze groepen zullen co-existeren. En welke akkoorden zullen ze sluiten om in vrede samen te kunnen wonen? Onze grondwet erkent achttien godsdienstige groepen. De meeste daarvan zijn christelijk of islamitisch. Er is overigens een kleine Joodse minderheid.
Hoe al deze minderheden vreedzaam samenleven is een uiterst gecompliceerde zaak. Daarbij komt dat veel van deze groepen connecties hebben met machten buiten Libanon. Soms is het in hun belang hulp van buitenaf in te roepen. Anderzijds kan het handig zijn voor de buitenlandse mogendheden om hierheen te komen en hun zaken en geschillen in de Libanese arena te regelen. Als voorbeelden wil ik noemen Syrië, Israël, Saudi-Arabië en Iran. Elk van deze landen heeft hier lokale cliënten.”
Het belang van Iran is natuurlijk de nabije ligging van Israël?
„Iran heeft traditiegetrouw een langdurige relatie met de sjiitische gemeenschap in Libanon. Door deze groep te helpen, speciaal door Hezbollah te bewapenen, heeft Iran een uitkijkpost voor zichzelf aan de oostkust van de Middellandse Zee gecreëerd. Dat is nog nooit eerder gezien. Libanon geeft Iran een nieuwe dimensie in de geostrategische politiek van de regio. Iran gebruikt tegelijk het Palestijnse vraagstuk om zijn macht te vergroten en te legitimeren in het oostelijke Middellandse Zeegebied.
Het soennitische Saudi-Arabië wil waar maar mogelijk is de dominantie bevestigen van de soennitische moslims, die overigens de meerderheid vormen in de islamitische wereld. De Saudiërs hebben gemerkt dat hun grip op sommige delen van het Midden-Oosten aan het eroderen is, doordat Iran machtiger is geworden en door hun slechte relatie met Syrië. Daarom kijkt ook Saudi-Arabië naar cliënten in Libanon.”
In 1932 was de meerderheid van de Libanese bevolking christelijk. Nu is dat nog maar een minderheid. Hoe ziet u de toekomst van de christenen in Libanon?
„De demografische afname van het aantal christenen is een bron van zorg. Maar daarbij moet de kanttekening worden geplaatst dat veel van de vertrokken christenen nog altijd een geldig Libanees paspoort hebben en nog altijd familie en de nodige bezittingen in Libanon hebben. Zij bezoeken Libanon twee, drie keer per jaar. Als ze niet komen, sturen ze geld naar hun familie hier.
Libanon is dus een land met actieve burgers in het buitenland, die meeleven met wat er in hun land gebeurt. Het is niet uitgesloten dat we een systeem krijgen waarbij deze burgers bij verkiezingen mogen meestemmen omdat ze nog altijd de Libanese nationaliteit bezitten. Voor de christenen is dit natuurlijk uiterst interessant.”
In het buitenland leven 11 miljoen Libanezen en de meesten van hen zijn christelijk. Libanon zelf telt 4 miljoen inwoners. Zitten de moslims erop te wachten dat deze christelijke Libanezen in het buitenland bij verkiezingen mogen stemmen?
„De sjiieten zijn er in meerderheid voor, want zij zijn heel tevreden over hun aantal en hun groeicijfer. Zij komen op de tweede plaats als het gaat om emigratie. De meesten werken in Afrika. Degenen die er vooral op tegen zijn, zijn de soennieten en de druzen. De druzen zijn klein in getal en de soennieten hebben geen grote gemeenschap buiten Libanon. Veel soennieten gaan om te werken naar de Golfregio, maar ze gaan slechts tijdelijk. Van de soennieten zal het meeste verzet komen tegen het stemmen van Libanezen in het buitenland.
De christenen pushen dit punt overigens niet al te zeer, omdat ze weten dat het gevoelig ligt. Ze gebruiken het op sommige momenten als pressiemiddel. Maar als het ooit wordt gerealiseerd zullen de christenen in de meerderheid zijn.”
Om op de demografische afname van de christenen terug te komen: in hoeverre is die nu een bron van zorg?
„De afname baart mij zorgen. Het aantal christenen neemt overigens niet alleen af wegens de emigratie, er zijn ook sociologische redenen. Christenen kennen, anders dan moslims, monogamie, geen polygamie. Scheiding is onder christenen moeilijker dan onder moslims. Het geboortecijfer bij christenen is over het algemeen laag. Ik heb drie kinderen. Dat wordt in christelijke kringen als een groot gezin gezien. Het gemiddelde sjiitische gezin telt acht tot negen kinderen. Daarnaast zie je vaak dat een moslimman een christenvrouw trouwt en dat de vrouw dan moslima wordt. Het omgekeerde zie je nooit.”
Betekent dit dat het christendom uit het Midden-Oosten zal verdwijnen?
„Nee dat denk ik niet. In de regio zijn wat de positie van de christenen betreft twee ontwikkelingen te onderscheiden. Bij de eerste, die misschien wel voor 80 procent van de christenen geldt, zie je dat de christenen onder islamitische heerschappij als tweederangsburgers worden behandeld. Christenen zijn daar dhimmi ofwel beschermde, maar ook achtergestelde minderheid. Dat is het geval met de kopten in Egypte en de christenen in Irak, Syrië en Jordanië.
In Libanon hebben de christenen ten koste van grote hoeveelheden bloed en grote sommen geld een vrij bestaan weten te handhaven. Libanon is een long gebleven die de christenen lucht geeft. In Libanon zijn alle christelijke groeperingen van het Midden-Oosten vertegenwoordigd. Dus zonder naar Irak te gaan of naar Egypte om de problemen van de Iraakse christenen of de kopten te begrijpen, kun je naar hun bisschop in Beiroet gaan en je op de hoogte stellen van hun problemen.”
De sjiieten zullen op een dag in de meerderheid zijn. De geschiedenis leert dat een volk dat het talrijkst is de andere volken wil overheersen.
„Ja, maar er is een interessante ontwikkeling gaande onder de sjiieten dezer dagen. Aanvankelijk benadrukten ze hun aantal heel sterk. Een van hun geestelijk leiders veranderde vlak voor hij begin jaren negentig stierf van mening. Hezbollah citeert nu regelmatig zijn verklaring, zeg maar testament. De man zei kort voor zijn dood: „We moeten Libanon erkennen als een speciaal geval. We kunnen niet onze wil opleggen in een pluralistisch, heterogeen land als Libanon. Hier in Libanon werken de dingen op basis van consensus en niet op basis van aantallen. Sindsdien is dit de verklaarde lijn van de sjiieten en de Hezbollah.”
U gelooft ze?
„Je kunt simpel zeggen: „Mijn vriend, wees niet naïef. De praktijk onder de sjiieten is: „Ik vertel je iets, maar ik denk van binnen iets anders.” Dus ze vertellen je niet de waarheid.”
Mijn antwoord is: „Misschien heb je gelijk, maar ze gaan de laatste tijd wel voor compromissen. Daar moeten wij als christenen ons voordeel mee doen. Misschien leggen ze op een zeker moment toch met geweld hun wil op. We zullen het afwachten. Vooralsnog beoordeel ik hen op hun woorden en vraag ik ze hen daaraan te houden. Tot dusver hebben ze dat gedaan.”