Consument

Azalea, mooi voor vensterbank en tuin

Azalea’s zijn een groot deel van het jaar als potplanten te koop. Met de juiste zorg is de plant, familie van de rododendron, weer opnieuw in bloei te brengen. Andere soorten zijn ook prima geschikt als tuinplant.

Noor de Graaf
31 October 2008 11:07Gewijzigd op 14 November 2020 06:38
In de tuin doet de azalea het goed op veen en kalkarme zandgronden. Een potazalea gedijt prima in grond met weinig kalk, liefst enigszins zure bosgrond. Foto’s Bloemenbureau Holland en Plant Publicity Holland
In de tuin doet de azalea het goed op veen en kalkarme zandgronden. Een potazalea gedijt prima in grond met weinig kalk, liefst enigszins zure bosgrond. Foto’s Bloemenbureau Holland en Plant Publicity Holland

Rhododendron, staat er op het etiket. Hij lijkt verwarrend, deze wetenschappelijke naam van de azalea, die doet denken aan een andere groenblijvende struik. Maar de naamsovereenkomst geeft juist aan dat het om nauw verwante planten gaat die veel gemeenschappelijke eigenschappen bezitten.De alpenroosjes, die vooral in de Alpen groeien, horen bij deze familie. De meeste soorten zijn echter in de berggebieden van Azië te vinden. De bekende potazalea, een prachtige bloeiende kamerplant die met de juiste zorg weer opnieuw in bloei is te brengen, is afkomstig van die laatste plantensoorten.

Vroeger had de teelt van azalea’s vooral plaats in de omgeving van Gent en in het noordwesten van Duitsland. De planten groeiden in de zomerperiode buiten in de open grond. In de nazomer gingen ze naar binnen en werden ze in bloei getrokken. Deze teeltwijze bestaat nog steeds, maar er zijn ook planten die van stek tot bloei in een kas groeien. Vandaar dat de productie nu veel minder streekgebonden is dan voorheen.

Bloemknoppen
Een succesvolle teelt van azalea’s is voor een groot deel afhankelijk van goed gietwater. In de nazomer vormen scheuten van voldoende lengte bloemknoppen. Bij laatbloeiende rassen is een periode van kou nodig om deze knoppen tot bloei te laten komen. Inmiddels zijn -door veredeling en door het uitzoeken van snelbloeiende planten- rassen ontstaan die ook zonder kou bloemen laten zien. Daardoor zijn bloeiende azalea’s bijna het hele jaar door te koop. Bovendien is het mogelijk de groei van scheuten te remmen door gebruik van bepaalde stoffen. Dit stimuleert de vorming van bloemknoppen.

In de wintermaanden komen steeds weer andere rassen op de markt. Let er bij de aankoop vooral op dat de plant voldoende rijp is. Dat is te zien aan de hoeveelheid kleur tonende knoppen. Bij een ongelijke ontwikkeling van de knoppen -er zijn gelijktijdig open bloemen en gesloten groene knoppen-, is de kans groot dat de gesloten knoppen verdrogen.

Datzelfde geldt voor onrijpe planten, de exemplaren waarbij de knoppen nagenoeg geen kleur vertonen. Het uitdrogen heeft niets met een watertekort te maken. Te weinig licht is de oorzaak, in combinatie met een vrij hoge kamertemperatuur. De plant kan zijn knoppen niet laten uitgroeien, omdat het ontbreekt aan energie die hij uit licht zou moeten halen.

Natte voeten
Dit wil overigens niet zeggen dat watergebrek geen invloed op azalea’s heeft. Het blijkt noodzakelijk de plant vochtig te houden; de grond mag niet uitdrogen. Anderzijds is de azalea ook gevoelig voor natte voeten. Laat dus geen water in de sierpot staan.

De azalea doet het goed in een vochtig milieu en houdt niet van droge lucht. Ook de potgrond, liefst enigszins zure bosgrond met weinig kalk, moet voldoende lucht en vocht bevatten. Bij onvoldoende verzorging tasten wortelziekten de plant aan. Zij vormen de grootste bedreiging voor azalea’s. Is de plant aangetast en groeien er geen jonge scheuten of nieuwe witte wortels meer, dan is de plant rijp voor de groencontainer. Voor particulieren bestaat helaas geen afdoende behandeling van deze hardnekkige schimmels.

Bij een gezonde azalea zal tegen het einde van de bloei hergroei optreden in de vorm van jonge scheutjes. Zolang er kans op nachtvorst bestaat, moet de plant binnen op een lichte, koele plaats blijven. Vanaf begin mei kan hij naar buiten. Zet de plant in het begin uit de zon en zorg ervoor dat de potkluit vochtig blijft. Regelmatig bemesten met een niet te hoge dosering is heel belangrijk. De langste scheutjes mogen een keer worden getopt. Verder is vooral water geven en bemesten van belang. Zorg ervoor dat de plant veel licht krijgt, maar zet een azalea nooit midden op de dag in de volle zon.

In de (na)zomer zullen de scheuten knoppen vormen. Laat de plant zo lang mogelijk buiten staan, liefst totdat de knoppen duidelijk kleuren. Moet de azalea vanwege vorstgevaar naar binnen en zijn de knoppen nog groen zijn, zet de plant dan op een koele, lichte plaats. Pas wanneer voldoende knoppen de bloemkleur laten zien, is het moment aangebroken om de plant naar een warmere plek over te brengen. Wie over regenwater beschikt, kan de plant daar regelmatig mee besproeien. Het is onverstandig om dit te doen met hard of ijzerhoudend water.

Tuinturf
In de tuin doen de azalea en zijn broertje de rododendron het goed op veen en kalkarme zandgronden. Voorwaarde is dat deze niet te droog zijn. Overigens bestaan er ook wel soorten die zijn geschikt voor kalkrijke grond, maar dit zijn andere dan die de meeste tuincentra aanbieden. De grond verbeteren gebeurt door er flink wat molm of tuinturf aan toe te voegen. Dat is en blijft echter een noodmaatregel. Bestaat de grond uit klei, plant dan liever andere gewassen dan azalea’s. Die grondsoort zal nooit een optimaal resultaat geven. Het is goed om in het najaar wat compost, tuinturf of bladaarde onder de planten aan te brengen als strooisellaag.

Tuinazalea’s zijn er in diverse soorten en maten. Bijvoorbeeld de bladverliezende rassen, met prachtige, grote bloemen. De struiken kunnen wel zo’n 2 meter hoog worden. Daarnaast bestaan er lage, bladhoudende typen. Ze bloeien soms zo rijk dat er nagenoeg geen bladgroen meer is te zien. Tot dit type behoren ook de Japanse azalea’s.

Net als potazalea’s staan ook een tuinazalea en een rododendron liever niet in de volle zon. Ideaal is een licht beschaduwde plaats met alleen wat morgen- of avondzon.

Snoeien kan achterwege blijven. Het verwijderen van uitgebloeide bloemen volstaat. Groeit de struik erg sterk, dan is het wel mogelijk om jonge scheuten te toppen. Ook hier en daar een top wegnemen kan geen kwaad. Worden de struiken te groot, dan is het verstandig ze door jonge exemplaren te vervangen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer