Bruggen bouwen als Calvijn
Hij is wars van groepsvorming in de kerk. „Links en rechts willen graag de warmte van de eigen groep vieren”, zegt prof. dr. W. Balke, „maar daar heb ik me altijd tegen verzet. Calvijn heeft in zijn tijd van alles geprobeerd om te voorkomen dat de Reformatie uiteen zou vallen in luthersen, gereformeerden en anglicanen. Dat bruggen bouwen, dat zijn we gewoon kwijtgeraakt.”
Zondag stond prof. Balke (1933) een halve eeuw in het ambt van predikant. Sinds drieënhalf jaar woont de emeritus hoogleraar kerkgeschiedenis met zijn vrouw in een appartement in het Haagse Bos, vlak bij paleis Huis ten Bosch. Af en toe komt de koningin langsrijden, „maar je gaat natuurlijk niet de hele tijd achter het raam staan kijken.”In de woonkamer liggen overal stapels boeken. Op de salontafel, bij het raam, op de klavecimbel. Vooral kerkgeschiedenis. „Ach, dat is een van de dingen die op mijn weg zijn gekomen”, zegt prof. Balke, die aan verschillende universiteiten onderzoek deed naar de geschiedenis van de Reformatie. „Als we niet meer weten wat de Reformatie is, dan weten we ook niet meer wat de Schrift is. Je kunt niet buiten de geschiedenis om met de Bijbel bezig zijn.”
Prof. Balke signaleert een toenemende belangstelling voor de Reformatie. „Het lijkt wel een golfbeweging. Toen ik jong was, was er aan bijna elke universiteit wel iemand te vinden met veel kennis van de reformatiegeschiedenis. Kooiman in Amsterdam, Dankbaar in Groningen, Bakhuizen van den Brink in Leiden, Van Rhijn in Utrecht, en noem maar op. Toen ging het tanen. Nu merk je weer dat studenten om de reformatoren vragen. Iemand als Calvijn blijft ook fascineren. Hij komt steeds weer terug op de kracht van het Evangelie en de oneindige goedheid van God.”
Sinds het verschijnen van zijn proefschrift over ”Calvijn en de Doperse Radicalen” in 1973, publiceerde prof. Balke tientallen boeken en artikelen, vooral over de zestiende- en negentiende-eeuwse kerkgeschiedenis. Zijn mooiste? „Eigenlijk is het allemaal stukwerk. Als een boek uit is, weet je zelf dat er gebreken in zitten - fouten die uiteindelijk maar weinig mensen ontdekken.
Eigen wijs
In 1967 bracht prof. Balke samen met de predikanten S. Meijers en M. J. G. van der Velden een boekje uit onder de titel ”De eigen wijs”. Daarin vroegen zij aandacht voor het thema ”voortgang en eenheid in het belijden”. De drie vonden dat de Gereformeerde Bond vraagstukken als de vrouw in het ambt, de gezangenkwestie en de nieuwe psalmberijming als groepsbedreigend uit de weg ging.
Prof. Balke: „We wilden voorkomen dat de kerk uiteen zou vallen door allerlei uiterlijkheden. Men moet elkaar vinden in de wezenlijke dingen: het hart van de Schrift, de belijdenis, de christologie en de triniteit.”
De verschillen tussen gereformeerde en lutherse belijdenisgeschriften mogen daarom niet op de spits worden gedreven, vindt hij. „In hoofdzaken zijn ze één. De Reformatie heeft geen nieuwe belijdenis gebracht maar het hart van de Schrift willen verwoorden. De reformatorische belijdenisgeschriften zijn in wezen oecumenisch en katholiek.
Bij de vorming van de Protestantse Kerk in Nederland in 2004 ging het dan ook om een oneigenlijke strijd. Calvijn had bezwaar tegen bepaalde formuleringen in de Augsburgse Confessie, maar hij ondertekende die als daad van gemeenschap. Dat gaat boven formuleringen uit. Het is daarom een goede zaak dat de lutherse en gereformeerde traditie elkaar de hand hebben gereikt.”
Orgelspelen
In de jaren vijftig studeerde prof. Balke theologie in Utrecht. „Dat was in de eerste plaats om de theologie; voor het predikantschap voelde ik me veel te jong. Na het lezen van Augustinus leerde ik dat je pas theoloog wordt als je je met grote theologen bezighoudt, niet door een propedeuse te halen. Alle lijnen vanuit het Nieuwe Testament lopen naar Augustinus en via hem weer verder. Zo komen alle grote vragen in de theologie aan de orde.”
Hij werd geboeid door de pneumatologie van Noordmans en Van Ruler. Maakte de eerste veel indruk op Balke, de laatste leerde hij pas later op waarde schatten. „Zijn colleges boeiden me eerlijk gezegd niet zo. Ellenlang duurden ze. Dan glipte ik ertussenuit en ging naar de lutherse kerk in de Hamburgerstraat. Daar mocht je voor een kwartje het orgel bespelen.”
Hij denkt even na. „Misschien was ik gewoon niet aan Van Ruler toe. Pas later, toen ik examens bij hem deed, ben ik hem meer gaan waarderen. Hij wist alles uit je te halen, zelfs dingen waarvan je niet wist dat je die had.”
Na zijn studie nam Balke een beroep aan naar Langerak. „Er is toen wel sprake van geweest dat ik eerst nog mijn doctoraal zou doen, maar er was nood in de kerk. Dat heeft me over de streep getrokken. En ja, als ik opnieuw zou moeten beginnen, dan zou ik het weer doen.”
Oude koek
Als predikant diende hij de hervormde gemeenten van Langerak (1958), Bodegraven (1962), Den Ham (1975), ’s-Graveland (1986) en Werkhoven (1993). Vanaf 1991 was hij ook hoogleraar aan de universiteit in Amsterdam en de Karelsuniversiteit in Praag. In 1998 ging hij met emeritaat. Van 2001 tot 2003 was prof. Balke hoogleraar geschiedenis van de Reformatie aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
Prof. Balke: „De kerk heeft de theologie nodig en de theologie de kerk. Een keuze tussen wetenschap of kerk is verkeerd. Je kunt niet theologie doceren als je niet eerst predikant bent geweest en je kunt ook geen predikant zijn als je niet studeert.
Ik ben dankbaar dat ik nog vrijwel wekelijks mag voorgaan in kerkdiensten. Het is mooi om met een preek bezig te zijn, nieuwe dingen te ontdekken. Je moet mensen geen oude koek brengen maar iets wat vers van de lever komt. Er wordt veel geklaagd dat de kerk leegloopt. Temeer is het verrassend om in een volle kerk te mogen voorgaan en te zien dat er veel jongeren in de kerk zijn. We moeten het geloof bewaren voor de toekomst. Onze God zal ervoor zorgen dat het Evangelie altijd vrucht zal dragen.”