Kerk & religie

Tussen kritiek en verheerlijking

Geen club die de Nadere Reformatie kritiekloos als het einde van alle tegenspraak ziet. Maar ook geen mensen die de zeventiende-eeuwse vroomheid in de Nederlanden als een afwijking van de Reformatie beschouwen. De Stichting Studie der Nadere Reformatie (SSNR) heeft haar werkterrein aanmerkelijk verbreed. Dat blijkt uit een gesprek met de bestuursleden dr. R. Bisschop en G. H. Leurdijk. Zaterdag is het 25 jaar geleden dat de statuten van de SSNR de notaris passeerden.

K. van der Zwaag
10 July 2008 10:00Gewijzigd op 14 November 2020 06:05
Dr. R. Bisschop (l.) en G. H. Leurdijk, bestuursleden van de Stichting Studie der Nadere Reformatie (SSNR). „De Nadere Reformatie staat in nauw verband met de Reformatie: de kernwaarden worden gehandhaafd, maar in de zeventiende en de achttiende eeuw kome
Dr. R. Bisschop (l.) en G. H. Leurdijk, bestuursleden van de Stichting Studie der Nadere Reformatie (SSNR). „De Nadere Reformatie staat in nauw verband met de Reformatie: de kernwaarden worden gehandhaafd, maar in de zeventiende en de achttiende eeuw kome

De Nadere Reformatie heeft vanouds een prominente plaats ingenomen binnen de gereformeerde gezindte. Het gedachtegoed van de oudvaders vond breed ingang in de reformatorische kerken van bevindelijke snit. In de boekenwereld waren enorme aantallen in omloop, met name tijdens veilingen.Sinds 1977 bestond het Documentatieblad Nadere Reformatie, uitgegeven door boekhandel Lindenberg in Rotterdam. Vanaf 1981 werden er themadagen georganiseerd in gebouw Het Trefpunt te Rotterdam, eveneens op initiatief van Lindenberg. Bezoekers konden in de middagpauze inkopen doen in de nabijgelegen boekhandel van Lindenberg aan de Slaak. Het waren glorieuze dagen met belangstelling vanuit de breedte van kerkelijk Nederland.

Volgens Leurdijk, sinds 1984 secretaris, was het doel van de oprichting van de SSNR om meer samenhang en structuur te brengen in de activiteiten rond het onderzoek van de Nadere Reformatie. Hij noemt als belangrijke initiatiefnemer ds. J. van der Haar en ds. W. J. op ’t Hof.

De interesse in de Nadere Reformatie leefde in brede kringen: onder gemeenteleden, predikanten, (godsdienst)leraren en onder mensen die met een proefschrift bezig waren. Leurdijk: „De Nadere Reformatie had een boodschap voor de kerk en de politiek. Ook de SGP toonde in het verleden al belangstelling door vanuit haar theocratische gerichtheid werken van Willem Teellinck en Arnoldus van Rotterdam uit te geven.”

Bisschop: „De SSNR heeft altijd een tweesporenbeleid gevoerd. Zij wilde een platform zijn voor liefhebbers van oude schrijvers. In de tweede plaats wilde ze belangstelling kweken voor de studie van de Nadere Reformatie.”

Verbreed
De thema’s van de SSNR zijn in de loop van de tijd verbreed, zo stelt Leurdijk. „Aanvankelijk waren het vooral theologische onderwerpen die aan de orde kwamen, maar door de inbreng van A. Th. van Deursen en F. A. van Lieburg is er ook meer aandacht gekomen voor de sociaal-historische invalshoek. Iemand als J. Exalto heeft door zijn proefschrift over heiligen ook gezorgd voor vernieuwing van het onderzoek.”

Bisschop: „De ontwikkelingen lopen parallel. Die in de academische wereld werken ook door in de SSNR. Noem het een verbreding, nieuwe loten aan de stam.”

Leurdijk noemt als punt van vernieuwing het bibliografisch onderzoek. Aanvankelijk werd dit werk verzorgd door ds. Van der Haar, later is het voortgezet en gecompleteerd door SSNR-bestuurslid F. W. Huisman in de digitale ”Bibliografie van het gereformeerd Piëtisme in Nederland tot circa 1800”. Deze BPN, die alle publicaties over het gereformeerd piëtisme en de Nadere Reformatie in Nederland bevat, is te raadplegen op de website van de SSNR.

Leurdijk kenschetst de Nadere Reformatie met twee termen: beweging-historisch en programmatisch. „Het eerste doelt op een groep die onderlinge contacten had en homogeen was van doelstelling. Het tweede betreft de inhoud, die piëtistisch was. Er is uitvoerig nagedacht over een begripsbepaling van de Nadere Reformatie, die vervolgens becommentarieerd werd door piëtismekenners buiten de SSNR. We omschrijven de Nadere Reformatie inmiddels als een beweging die in de zeventiende eeuw op haar hoogtepunt was, in de achttiende eeuw aan kracht inboette en vooral een zaak werd van het innerlijke leven.”

Bisschop: „Je ziet dezelfde ontwikkeling bij het puritanisme in Engeland. In eerste aanleg was dat een beweging die zich inzette voor de hervorming van kerk en samenleving, maar daarna verinnerlijkte ze ook. Dat is ook in Nederland het geval. Koelman werd door de politiek op een zijpad gerangeerd en de kerk had niet de kracht om hem te rehabiliteren.”

Kiest de SSNR voor de tweede lijn omdat het hervormingsideaal van de Nadere Reformatie anno 2008 onbereikbaar lijkt?

Leurdijk: „Nee, we staan beide lijnen voor. In de geest van de Nadere Reformatie is vroomheid een zaak die op alle terreinen moet doorwerken. We hebben daarom ook, mede door het werk van C. Graafland, aandacht gehad voor het ideehistorische aspect, voor de doorwerking van de Nadere Reformatie, zeg maar het zichtbare en verifieerbare van deze beweging.”

Bisschop: „De blijvende betekenis van de Nadere Reformatie ligt in een missionaire houding in de samenleving. De Nadere Reformatie staat haaks op de doperse wereldmijding, die een tendens is geworden binnen de bevindelijk gereformeerde richting. We hebben dan wel een gereformeerde traditie, maar voelen we ook de verantwoordelijkheid voor het wel en wee van de samenleving?”

Is de Nadere Reformatie een versmalling geweest?

Leurdijk: „In zekere zin wel, als men let op het evenwicht tussen heilshistorie en heilsorde in de hermeneutische benadering van de Bijbeltekst bij de reformatorische theologen en hun vroege piëtistisch georiënteerde volgelingen enerzijds, en de latere generaties anderzijds. Het verschil in de wijze waarop men de Bijbel uitlegde, is daarvan een goed voorbeeld. Als het gaat om de spits in de prediking van de Nadere Reformatie ligt het accent in toenemende mate op de individuele heilsbeleving. In die zin was er dus sprake van een versmalling.”

Bisschop: „De gerichtheid wordt anders, zoals duidelijk blijkt uit het werk van Van der Groe. Hij stond bewust in de theocratische traditie, zeker in de beginjaren, maar later geeft hij blijk van zijn teleurstelling. In de Nadere Reformatie in de zeventiende eeuw is het missionaire elan breed aanwezig. In de achttiende eeuw wordt het vaak persoonsgebonden en is het nauwelijks een beweging meer. Maar laten we niet generaliseren: de bekende Schortinghuis heeft preken gehouden die sterk missionair gericht waren.”

Leurdijk: „Er is in deze tijd ook zicht gekomen op de nationale betekenis van het verbond, dank zij de toenemende invloed van Coccejus.”

Is er binnen de SSNR meer ruimte ontstaan voor een onbevangen benadering van personen die niet passen binnen de Nadere Reformatie?

Bisschop: „De uitgesproken gedachte van sommige voetianen dat Coccejus een ketter was, is een karikatuur die heel lang heeft doorgewerkt. De coccejaanse theologie is echter wel een gereformeerde theologie.”

De SSNR wil niet doen aan hagiografie?

Bisschop: „De intentie is om de plussen en de minnen op een rij te zetten. Je onthoudt je van zo veel mogelijk waardeoordelen, maar je eigen persoonlijkheid speelt altijd in het onderzoek mee. Je komt soms echter dingen tegen die je niet wetenschappelijk kunt negeren.”

Dus ook ruimte voor een objectievere beoordeling van Arminius, waarvoor dr. W. A. den Boer recent in zijn proefschrift pleitte?

Leurdijk: „Arminius is een vertegenwoordiger van de gereformeerde scholastiek.”

Bisschop: „Arminius was in ieder geval geen remonstrant, maar je kunt je soms lelijk vergissen: er zijn ook piëtistische remonstranten die qua inhoud amper te onderscheiden zijn van gereformeerde piëtisten. Zolang het gaat over de ethiek en de doorwerking van de kracht van het geloof konden gereformeerden en remonstranten elkaar lang blijven herkennen.”

Er zijn theologen die de Nadere Reformatie als een verval van de Reformatie hebben beschouwd.

Leurdijk: „Ja, toch wel, zeker met het oog op de zekerheid van het geloof, de prediking van de beloften van het Evangelie en de verhouding tussen Wet en Evangelie. Je ziet dan een ikgerichtheid, in plaats van een gerichtheid op God. God is het ik, een uitvergroting van het eigen ik.”

Bisschop: „Is dat niet te generaliserend? Ik zie vooral de continuïteit: de kernwaarden van de Reformatie zijn wel degelijk gehandhaafd, maar in de zeventiende en de achttiende eeuw komen er andere antwoorden, meer toegesneden op ethische en morele onderwerpen. De Nadere Reformatie wordt dan een beweging die vooral gericht is op levensheiliging en de praktijk van de godzaligheid.”

Wat moet de SSNR volgens u de komende tijd uitdragen?

Leurdijk: „Herkenbaarheid als platform voor de geschiedenis van gereformeerde vroomheid.”

Bisschop: „Het belang van het gereformeerd-theocratische erfgoed, toegepast op de actuele politieke, kerkelijke en maatschappelijke actualiteit.”


Helder onderwijs noodzakelijk
„Ik ben werkzaam in Veenendaal, in het reformatorisch onderwijs. Daarnaast dien ik de christelijke gereformeerde Pniëlkerk als ouderling scriba. Dat kost al met al veel tijd. Wat is het dan goed om op zaterdagochtend tijd te nemen voor jezelf, voor verdieping, voor onderwijs – onderwijs vanuit de geschriften van godzalige schrijvers. Geschriften uit het verleden met lessen voor het heden en voor de toekomst! Het is in deze tijd van geestelijke vervlakking en verwarring van belang dat er helder onderwijs gegeven wordt. Te beginnen vanuit Gods Woord: één Naam, twee wegen en drie stukken. Het is mijn vaste overtuiging dat mannen van de (Nadere) Reformatie en Engelse en Schotse puriteinen spreken vanuit deze Bijbelse lijn. Ze hebben veel geestelijke en praktische lessen nagelaten. Ik heb grote waardering voor de wijze waarop het SSNR bestuur de onderwerpen kiest en de daarbij behorende sprekers uitnodigt.”
A. Kok, Veenendaal
Wintercursus SSNR: kennis opdoen én ontmoeting
Een van de meest succesvolle activiteiten van de SSNR is de wintercursus in Veenendaal, die sinds 1995 wordt gegeven. Het idee van de cursus was een uitvloeisel van de gedachte om de doelstelling van de SSNR handen en voeten te geven. Prof. dr. M. J. van Lieburg kwam met het idee om het uitdragen van het gedachtegoed van de Nadere Reformatie een cursusachtige opzet te geven.
De cursus wordt op zes zaterdagochtenden gegeven: drie afleveringen voor Kerst, drie erna. Cursusleider R. Bisschop: „Er wordt een lunch aangeboden, waardoor deelnemers, die soms van ver komen, volop de gelegenheid hebben tot ontmoeting. De cursus vormt een combinatie van kennis opdoen en ontmoeting.”
De belangstelling groeit nog steeds. Het afgelopen seizoen trokken de cursussen tussen de 130 en de 170 deelnemers. „Het gaat om een vaste kern. Via folders wordt een veel groter publiek bereikt. De kerkelijke samenstelling is vrij breed, waarbij de bevindelijk gereformeerde kerken het meest vertegenwoordigd zijn. De laatste jaren zien we ook enkele mensen uit de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt.”
Geen last van de kerkelijke verdeeldheid?
„Je merkt soms bij een bepaald onderwerp dat de kerkelijke achtergrond van de vraagsteller een rol speelt, maar in het algemeen is er sprake van een ontmoeting van gelijkgezinden. De kerkelijke muren zijn er, en het is niet het streven van de SSNR om die omver te halen. Wat je ziet is dat er openingen in deze muren ontstaan en dat er een geestelijke eenheid mag zijn, juist met de oudvaders als gemeenschappelijke basis. Het mooie is dat oude schrijvers vaak heel onbevangen tegenover het aanbod van genade staan, waardoor dit verhelderend kan zijn voor actuele discussies.”

Vermeerdering van kennis
„Een programmablaadje met een inschrijfformulier en de opmerking: Dat is wel iets voor jou. Dat waren voor mij de drijfveren om de wintercursus van de SSNR te gaan bezoeken. Iedere cursusochtend wordt een lezing gehouden, die uit twee delen bestaat. Het eerste deel is historisch van aard. Er wordt over het leven van de schrijver verteld. We worden daarbij getrakteerd op een boeiend stuk geschiedenis, over het leven van een mens die de Heere gebruiken wilde. Voor mij betekent dat kennisvermeerdering. Daarbij verwonder ik me vaak over de weg die de Heere met mensen gaat. Middelen in Gods hand voor toen, maar ook voor nu.
Het tweede deel van de lezing is meer praktisch van aard. Daarbij wordt bijvoorbeeld een boek dat betrekking heeft op het jaarthema besproken. Vaak wordt het referaat van daaruit toegespitst op het persoonlijk geloofsleven. Ook al is zo’n boek in een andere tijd geschreven, er is steeds veel uit te halen om te overdenken en mee te nemen in je gedachten en je leven.”
M. van der Bas van Voorthuijsen, Woudenberg
Terug naar oude bronnen
„Al jaren volg ik de cursus Nadere Reformatie van de SSNR. De cursus voldoet aan het ideaal van de godzalige en geleerde predikant en hoogleraar Voetius, die de wetenschap verbond met vroomheid. Eerst wordt er een persoon uit de Nadere Reformatie voor het voetlicht gebracht en daarna een thema uit zijn werk. Er is een scala aan deskundige sprekers. Soms komen er onbekende oudvaders aan de orde die ontdekt zijn door een predikant die de geschiedenis van zijn gemeente bestudeerde.
De cursussen laten je zien dat er een schat aan overjarig koren ligt opgeslagen in de voorraadschuur van de Engelse en de Hollandse oudvaders. Het wekt je op om hun werken te lezen en geeft je ook inzicht in de variatie onder hen. Steeds word je opgewekt tot het lezen van de oudvaders. Dan kom je tot de ontdekking dat juist de gereformeerde gezindte vanuit de traditie van de Nadere Reformatie zo veel gemeenschappelijk heeft. Terug naar de oude bronnen. Een goed medicijn voor het kerkelijk leven! De SSNR heeft daaraan een constructieve bijdrage geleverd.”
Ds. K. Visser, Barendrecht

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer