Economie

Bintje, bildstar en red baron

Nederlanders zijn aardappeleters. Maar in afnemende mate.

Redactie economie
23 May 2008 19:21Gewijzigd op 14 November 2020 05:52
SPIJK – Van de vaderlandse telers die vorig jaar aardappelen hebben verbouwd, heeft 8 procent dit jaar aardappelen uit het bouwplan geschrapt, zo blijkt uit een enquête die het Bureau Aardappelmarkt Informatie vorige maand hield onder ongeveer 400 telers.
SPIJK – Van de vaderlandse telers die vorig jaar aardappelen hebben verbouwd, heeft 8 procent dit jaar aardappelen uit het bouwplan geschrapt, zo blijkt uit een enquête die het Bureau Aardappelmarkt Informatie vorige maand hield onder ongeveer 400 telers.

Akkerbouwer Nico Wiertsema uit het Groningse Spijk heeft tafelaardappelen in zijn bouwplan. Hij verbouwt elk jaar verschillende rassen, zoals milva, red baron en gourmandine. De agrariër doet dat in nauw overleg met het handelshuis. De rassenkeuze hangt onder meer af van de resistentie tegen aardappelmoeheid en van het marktsegment waaraan de boer levert.De meest voorkomende ziekte is fytoftora (dé aardappelziekte, ook wel ”ziek” genoemd). Aardappelrassen als bintje en bildstar zijn daar extreem gevoelig voor en moeten, afhankelijk van de weersomstandigheden, elke vier à tien dagen met een gewasbeschermingsmiddel bespoten worden, in het hele groeiseizoen is dat algauw zo’n twaalf tot twintig keer, om te voorkomen dat deze ziekte toeslaat.

Bintjes worden ook wel de alleskunners genoemd, ze zijn namelijk geschikt als frites- en als tafelaardappel. De handel in bintjes bestaat in 2010 honderd jaar. De aardappel werd aan het begin van de vorige eeuw door de Suameerder hoofdonderwijzer Kornelis Lieuwes de Vries gekweekt uit een kruising van ”munstersen” met ”fransen”. Hij noemde de aardappel naar een 17-jarige oud-leerlinge van hem, Bintje Jansma.

Van de vaderlandse telers die vorig jaar aardappelen hebben verbouwd, heeft 8 procent dit jaar aardappelen uit het bouwplan geschrapt, zo blijkt uit een enquête die het Bureau Aardappelmarkt Informatie (BAI) vorige maand hield onder ongeveer 400 telers.

In heel Noordwest-Europa worden dit jaar naar schatting 5 tot 8 procent minder aardappelen verbouwd. Vooral telers die weinig eigen mechanisatie hebben voor de aardappelteelt zijn overgestapt op andere teelten met een goed saldo en die minder risicovol zijn.

Het BAI heeft in de enquête ook een voorraadmeting gedaan. Van de bruto-opbrengst vorig jaar van ongeveer 3,6 miljoen ton aardappelen was half april 72 procent afgeleverd. De huidige voorraad vrije aardappelen is volgens het BAI 8 procent lager dan de gemiddelde voorraad in april van de afgelopen vijf jaar. Alleen de voorraad in april 2007 was kleiner.

Het ras heeft veel invloed op de smaak, aldus Wiertsema. Maar er speelt meer mee. Of de zomer nat of droog is geweest en op welk perceel de aardappels hebben gestaan. Al dan niet kalkrijke grond kan invloed hebben.

Het eetpatroon van de consument is de laatste jaren veranderd, constateert directeur Werkman van Landjuweel in Oosternieland. Het Groningse bedrijf verwerkt jaarlijks 80.000 ton aardappelen. „De consument wil het eten snel klaar hebben en het moet smaakvol en gezond zijn.”

Het Landbouw Economisch Instituut (LEI) heeft de concurrentiepositie onderzocht van de aardappelverwerkende industrie en in hoeverre de sector afhankelijk is van importen. Volgens het LEI heeft Nederland een sterk ontwikkelde aardappelverwerkende industrie. Door de uitbreiding van de productiecapaciteit is de import gestegen, maar de laatste jaren stabiliseert dit.

De Nederlandse aardappelindustrie heeft een stabiele concurrentiepositie opgebouwd, vindt het LEI. Maar de capaciteit in Duitsland en België groeit. „Als de industrie in België blijft uitbreiden, kan dit bedreigend worden voor de Nederlandse. Maar het is ook een kans voor Nederlandse telers om aardappelen te leveren.”

Ook de uitbreiding in Oost-Europa kan een bedreiging worden. „Polen is het grootste aardappelproducerende land in Europa. Vanwege de transportkosten is de capaciteitsvergroting niet direct bedreigend voor de afzet in Noordwest-Europa. Maar de groeimarkt in Oost-Europa kan op termijn door Polen worden bediend.”

Solanum tuberosum

Voor de meeste akkerbouwers is de aardappel het belangrijkste gewas op het bedrijf. In Nederland wordt op ruim 155.000 hectare aardappelen geteeld. Ongeveer 25 procent van het areaal is bestemd voor pootgoed. Ruim 30 procent gaat naar de zetmeelindustrie. De overige 45 procent zijn frites- of tafelaardappelen.

  • Fritesaardappelen - De belangrijkste teeltgebieden voor fritesaardappelen liggen in de provincies Noord-Brabant, Limburg, Flevoland en Zeeland. In Flevoland en Zeeland wordt de oogst opgeslagen in de bewaring. Op het zand van Noord-Brabant en Limburg worden de aardappelen vaak gerooid voor de vroege levering.
  • Pootaardappelen - De pootaardappel is een van de belangrijkere akkerbouwgewassen in Nederland. In 2006 werd zo’n 36.200 hectare pootaardappelen geteeld. De belangrijkste teeltgebieden liggen in het noorden van het land en de provincie Flevoland. Een groot gedeelte van de oogst wordt geëxporteerd.
  • Zetmeelaardappelen - De belangrijkste teeltgebieden voor zetmeelaardappelen in Nederland liggen in de provincies Groningen en Drenthe. Het areaal beslaat 50.000 hectare, ofwel een derde van het totale aardappelareaal.
Het is dit jaar het Jaar van de Solanum tuberosum, ofwel de aardappel. In het hele land zijn activiteiten, zoals in het Friese het Bildt. Van 28 juni tot 13 juli zijn er de zogenaamde Bildtse Aardappelweken. Op acht boerderijen zijn tentoonstellingen over de historie van de pieper en aardappelkookdemonstraties.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer