Houd wat je hebt!
Het afleveren van goed werk staat of valt met de beschikbaarheid van goed gemotiveerd personeel.
Hoe vind je dat? Als het gaat over het onderwijs, spreken de goed gevulde advertentiekolommen van de kranten, deze niet uitgezonderd, boekdelen. Zowel basisscholen als scholen voor voortgezet onderwijs beijveren zich om hun uitstekende werkklimaat, interessante collega’s, leergierige leerlingen en wat dies meer zij onder de aandacht van de lezer te brengen, daarbij ondersteund door een opvallende lay-out.Zelfs een advertentietekst in het Engels of Duits wordt niet geschuwd. Bevoegdheid is niet nodig, interesse volstaat. Kosten noch moeiten worden gespaard om vacatures ingevuld te krijgen. Ook hier lijkt het erop dat de oogst groot is, maar de arbeiders helaas weinig.
Dat dit probleem intussen brede maatschappelijke erkenning heeft gekregen, zal niemand zijn ontgaan. Ook lijkt men het er in het algemeen over eens te zijn dat de salarissen in het onderwijs enige aanpassing in opwaartse zin kunnen gebruiken. Dat dit inmiddels ook is gerealiseerd, doet me goed.
Zeker als ik zie welke moeite mijn wederhelft en een van onze schoondochters met veel van hun collega’s zich getroosten om hun leerlingen iets bij te brengen; een moeite die ik ooit hoorde kenschetsen als het vullen van een vergeetvergiet.
Maar loon naar werken omvat mijns inziens méér dan alleen maar een goed salaris. Als ik lees of hoor dat ruim de helft van de instromende leraren binnen enkele jaren het onderwijs alweer heeft verlaten, concludeer ik dat met het binnenhalen van nieuwe mensen het probleem niet is opgelost. Je moet ze ook binnen zien te houden. Dat vereist het scheppen en handhaven van een optimaal werkklimaat. Mensen gaan niet weg als ze het ergens naar hun zin hebben.
Nu is het vaak moeilijk voor mensen om duidelijk te maken waarom ze het naar hun zin hebben. Minder moeite heeft men meestal met aangeven wat niet deugt. Het zou daarom interessant zijn als de schoolleiding, of eventueel het bestuur, iedere vertrekkende medewerker een korte enquête zou toesturen met daarin expliciete vragen naar de redenen van vertrek.
De uitkomst van een dergelijk onderzoek zou mogelijk pijnlijk kunnen zijn voor de organisatie in haar geheel of voor sommige leidinggevenden. Aan de andere kant haal je wél informatie binnen zonder dat je daarvoor een dikbetaalde organisatieadviseur hoeft in te huren en met deze gegevens kan men zijn voordeel doen ter verbetering van het werkklimaat.
Wat mijns inziens ook zou kunnen bijdragen aan het binden van de leraren aan de school, is erkenning van hun inzet door de schoolleiding. En dan bedoel ik niet erkenning in de vorm van de bij nieuwjaarsrecepties of andere officiële gelegenheden uitgesproken obligate pluimstrijkerijen in algemene zin, maar aandacht voor de individuele medewerker. We doen dat in ons ziekenhuis al jaren. Mensen die zich op bijzondere wijze hebben onderscheiden, krijgen een gratificatie en een eervolle vermelding in het personeelsblad. Daarmee laat je zien dat je oog hebt voor iemands inzet. Gezien de financieel rooskleurige positie van het merendeel der schoolbesturen moet dat toch mogelijk zijn.
Prof. dr. P. J. Slootweg is hoogleraar klinische pathologie aan het UMC St Radboud te Nijmegen. Reageren aan scribent? uithethart@refdag.nl.