De generale synode van de GKV, bijeen in Zwolle, boog zich vrijdag voor de tweede keer over een rapport van deputaten Bijbelvertaling en enkele voorstellen en revisieverzoeken.Twee kerken en één predikant hadden de synode gevraagd het werk van de Stichting Herziening Statenvertaling te laten volgen en te beoordelen. Volgens de kerk in Hoofddorp zou dit bovendien een positief effect kunnen hebben op de gesprekken met de Christelijke Gereformeerde Kerken, die in november besloten het gebruik van de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) met klem te ontraden.

Met verwijzing naar eerdere synodebesluiten sprak de synode haar vertrouwen uit in de NBV. „Het zoeken naar een alternatief voor de NBV als kerkbijbel is overbodig.”

Deputaten gaan het werk van de Stichting Herziene Statenvertaling wel volgen. „Dat valt binnen onze algemene opdracht.”

Volgens deputaten vragen sommige kerkleden om toetsing van de HSV vanwege hun bezwaren tegen de NBV.

Deputaten zending
De synode besprak vrijdag ook een rapport van deputaten zending, hulpverlening en training. Het deputaatschap stelt voor om lid te worden van de Nederlandse Zendingsraad (NZR), een landelijk platform voor protestantse en oud katholieke kerken en organisaties op het terrein van zending en evangelisatie. Tot de leden behoren onder andere de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Gereformeerde Zendingsbond. Met het lidmaatschap willen deputaten het gesprek aangaan met andere zendingsorganisaties over actuele missiologische en oecumenische thema’s.

Synodeafgevaardigde ds. R. Heida (Monster) zette vraagtekens bij een eventueel lidmaatschap van de NZR. „Deputaten zeggen dat lidmaatschap de moeite waard is omdat we daar veel kunnen leren. Is dat niet een wat smalle basis?”

Ds. H. Hoksbergen (Spakenburg-Zuid) sprak van een „ommezwaai” in de houding van de GKV ten opzichte van de NZR. „Dat we vroeger van kritische distantie spraken, is nog zacht uitgedrukt. We moesten niets van de NZR hebben.”

Met de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Nederlandse Gereformeerde Kerken is gesproken over de oprichting van een eigen zendingsinstituut, vergelijkbaar met het Hendrik Kraemerinstituut van de Protestantse Kerk in Nederland. „Maar het is nog een droom”, aldus deputaten. „We verwachten niet dat er binnen drie jaar iets concreets wordt.”

Congo
Meerdere synodeleden stelden vragen over het stopzetten van het zendings- en hulpverleningswerk in Congo. Kerkleiders in het Afrikaanse land hebben de vrijgemaakte zendingswerkers beschuldigd van paternalisme en willen niet langer samenwerken. Er komt nu een evaluatie naar de gang van zaken.

Volgens deputaten blijven er altijd spanningen bestaan tussen de zendende kerk en de zelfstandige kerken in het buitenland. De evaluatie van de gebeurtenissen in Congo zal in ieder geval gevolgen hebben voor het zendingsbeleid van de kerken, aldus het deputaatschap. „We moeten ons meer gaan richten op de versterking van de bestuurlijke capaciteiten van de buitenlandse kerken.”

De synode spreekt op een later tijdstip verder over het rapport van deputaten zending, hulpverlening en training.