Spiegel voor de gereformeerde gezindte
Titel: ”Reformatorisch leven in deze tijd. Gereformeerde spiritualiteit”
Auteur: dr. C. A. van der Sluijs
Uitgeverij: Boekencentrum, Zoetermeer, 2008
ISBN 978 90 239 2225 4
Pagina’s: 260
Prijs: € 18,90.
Het nieuwste boek van dr. C. A. van der Sluijs wekt verwachtingen. Hij wil namelijk „niet vanuit een negatieve gezichtshoek laten zien wat ons als kerken van de Reformatie helaas vaak ontbreekt, maar vanuit een positieve insteek aantonen hoe goed het zou zijn in het persoonlijke en kerkelijke leven, wanneer we werkelijk ten volle zouden leven vanuit de beginselen van de Reformatie.” In ”Reformatorisch leven in deze tijd” gaat het om twee speerpunten. In de eerste plaats wil de auteur duidelijk maken welke rijkdom de beginselen van de Reformatie bevatten, als een spiegel voor onszelf. Vervolgens wil hij aantonen hoe echt reformatorisch leven hét antwoord biedt in de crisis waarin onze geseculariseerde, postmoderne cultuur zich bevindt.
Het is niet zo eenvoudig een karakteristiek van dit boek te geven. Soms heeft het iets van een manifest: „Hier staan wij, wij kunnen niet anders!” Meestal heeft het echter meer weg van een meditatief getoonzet essay waarin de belangrijke kernen van reformatorisch leven worden beschreven. Daarbij komt wel heel wat langs. Zo worden er onder andere hoofdstukken gewijd aan de kerkdienst, de beide sacramenten, de rijke traditie van de leer, de heiliging van het leven en (de eenheid van) de kerk.
Hierover geeft de schrijver niet alleen Bijbels-theologische beschouwingen, maar hij illustreert zijn betoog ook voortdurend met persoonlijke impressies en -vooral- met verwijzingen naar moderne (roman)schrijvers. Dat gebeurt op een doorgaans sterk associatieve manier. Dat kan heel verrassende uitspraken en wendingen in het betoog opleveren. Het heeft ook tot gevolg dat mogelijk niet iedere lezer de schrijver in de vlucht van zijn gedachten(sprongen) onmiddellijk kan volgen.
Visionair
Ik maak eerst enkele kanttekeningen bij dit boek. ”Reformatorisch” is een weerbarstig woord geworden met een nogal gelaagde betekenis. Zo verwijst het in het gewone spraakgebruik niet simpelweg naar de Reformatie van de zestiende eeuw, maar wellicht meer naar de reformatorische zuil. Op die manier wordt onder ”reformatorisch” vrijwel hetzelfde verstaan als ”bevindelijk gereformeerd”. Dr. Van der Sluijs zou ons gediend hebben als hij iets had gezegd over de verschillende nuances van het begrip ”reformatorisch” en waarom hij ervoor kiest ”reformatorisch” uitdrukkelijk te duiden in de zin van de Reformatie van de zestiende eeuw.
In dit boek wordt het ”reformatorische leven” zeer positief beschreven. Prachtig! Maar beantwoordt het portret wel helemaal aan de werkelijkheid? Uit het woord vooraf blijkt dat de schrijver zich van deze problematiek bewust is. Niettemin benadrukt hij sterk dat het geloof „een visionaire blik” heeft: „Wij zien niet aan wat voor ogen is, want door het Woord van God mogen wij zien in de Geest.” Akkoord, maar de voeten van de gelovigen baggeren toch ook in dit leven moeizaam door de werkelijkheid van gebrokenheid, zonde en aanvechting?
Dit probleem wordt misschien wel het meest acuut in wat dr. Van der Sluijs schrijft over de eenheid van de kerk. Ik waardeer het dat hij tot het uiterste gaat om ook hier positief te blijven spreken. Had -juist hier- toch niet iets meer pijn over de verscheurdheid moeten doorklinken? Om heel concreet te zijn: zou met name een ’buitenstaander’ bij dit betoog niet onmiddellijk denken: „Dit klopt niet met de werkelijkheid van de verdeeldheid van de reformatorische kerken. Die gedachte van de eenheid van de kerk is alleen maar een schimmig ideaal, een wensdroom!” Ik besef dat de schrijver zich juist tegen dat soort reacties zal verzetten. Toch kan ik me voorstellen dat zijn betoog deze gevoelens oproept.
Modern levensgevoel
Blijkens de ondertitel gaat het de schrijver om ”gereformeerde spiritualiteit”. Vele facetten hiervan komen in dit boek inderdaad aan de orde. Wél viel mij op dat één belangrijk element wat onderbelicht blijft. Dat zijn de vragen rond de toe-eigening van het heil. Die hebben in de spiritualiteit van de Reformatie, en -sterker nog- in de spiritualiteit van het puritanisme en de Nadere Reformatie diepe sporen getrokken.
Ik besef dat de auteur vooral positief wil spreken vanuit de vastheid van het verbond van God. Ik ga daarin heel lang met hem mee. Het verbond mag zeker niet opgeslorpt worden door een oeverloos subjectivisme. Dat zou met recht een verbondsontzenuwende leer genoemd kunnen worden! Maar het gaat bij dit alles toch óók om de (gelovige) inwilliging en beleving van het verbond. Wat mij betreft had dat in dit boek duidelijker mogen uitkomen.
In het laatste hoofdstuk komen vele lijnen samen. De schrijver wil hier „de kernen van het moderne levensgevoel in grote lijnen in kaart brengen en nagaan hoe deze zich verhouden tot de kernen van het reformatorisch leven en omgekeerd.” In dat verband waarschuwt hij de reformatorische kerken voor een hoogmoedige houding. Vanuit de belijdenis van de rechtvaardiging van de goddeloze (en niet van de vrome!) pleit hij ervoor dat de kerk solidair is met en missionair gericht is op deze seculiere, postmoderne wereld. Dr. Van der Sluijs zegt hierover zeer behartigenswaardige dingen. Wel had hij, wat mij betreft, breder mogen ingaan op de vraag hoe dit in de praktijk gestalte moet krijgen. Hier liggen voor de reformatorische gezindte immers geweldige uitdagingen, maar ook grote spanningen!
Waardevol
Deze kanttekeningen maken duidelijk dat ik het boek met grote interesse gelezen heb en het van harte wil aanbevelen. Naar mijn mening bestaat de waarde van het boek vooral in drie punten. In de eerste plaats spreekt de schrijver zeer positief en met grote betrokkenheid over de reformatorische spiritualiteit. Hij laat zien hoeveel waardevols we in onze traditie vanuit Schrift en belijdenis bezitten. Dat moeten we vooral niet inruilen voor de -vaak o zo goedkope- ”emoreligie” die vandaag de dienst lijkt uit te maken. Vervolgens houdt hij de gereformeerde gezindte op een subtiele wijze een indringende spiegel voor: leven we werkelijk in alle opzichten op dit Bijbels-reformatorisch niveau? Ten slotte vergeet hij de postmoderne, seculiere mens niet, die ten dode wankelt, maar hij zoekt wervend naar wegen om hem duidelijk te maken waar alleen het leven te vinden is.