Dat schrijft de directeur van de mensenrechtenorganisatie, Maeike Kramer, in een brief aan de Chinese overheid.Op 8 augustus 2001 werd Pastor Gong Shengliang, oprichter en leider van de Zuid-China Kerk, gearresteerd en aangeklaagd wegens het „oprichten en gebruikmaken van een religieuze cultgroep gericht op de ondermijning van de rechtshandhaving, voor het opzettelijk veroorzaken van lichamelijk letsel aan haar leden en voor verkrachting.”

Verkrachting
In 2002 werd Gong veroordeeld door de plaatselijke intermediaire rechtbank te Jingmen in de provincie Hubei voor mishandeling, verkrachting, „het opzetten en gebruikmaken van een religieuze cultgroep, gericht op de ondermijning van de rechtshandhaving” en voor het opzettelijk vernietigen van eigendommen. Gong werd veroordeeld tot de doodstraf.

Nadat verhalen rondgingen waarin werd beweerd dat het bewijs voor verkrachting verkregen was door het martelen van zijn slachtoffers om zo valse getuigenissen te kunnen geven, beval het hoge burgerlijke gerechtshof van Hubei tot heropening van de rechtszaak. Deze keer werd Gong schuldig bevonden aan het opzettelijk veroorzaken van letsel en verkrachting en werd hij veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf in de Hongshangevangenis in Hubei.

Voorafgaand aan en tijdens en na zijn rechtszaak bleef Gong volhouden dat hij onschuldig was. Mensenrechtenorganisaties bleven geloven dat het ging om valse beschuldigingen die door de Chinese autoriteiten gebruikt werden om Gong in diskrediet te brengen en hem te kunnen arresteren. Gong riep de hulp in van de wereldwijde christelijke gemeenschap om bij de Chinese overheid te pleiten voor zijn zaak.

In reactie op Gongs verklaring van onschuld en zijn verzoek om hulp zijn in die periode vele christelijke organisaties en mensenrechtenorganisaties campagnes gaan voeren voor de directe vrijlating van Gong. Hierbij veroordeelden deze organisaties de Chinese overheid en beschouwden zij de gang van zaken als het bestoken en vervolgen van de christenen in China. Jubilee Campaign Nederland was een van de organisaties die de Chinese overheid bekritiseerden voor haar behandeling van Gong.

Ook de Nederlandse overheid heeft in deze zaak van zich laten horen. In 2003 schreef de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken, De Hoop Scheffer, in antwoord op schriftelijke vragen van Tweede Kamerleden dat hij „verontrust” is over de positie van de Chinese voorganger Gong Shengliang en andere leden van de Zuid-China Kerk die gevangenzitten.

Excuses
Begin 2007 deed een verontruste internationale organisatie opnieuw onderzoek naar de beschuldigingen tegen Gong. Na het verzamelen van geschreven verklaringen, fotografische bewijzen en vele persoonlijke getuigenissen kon de betreffende organisatie niet anders dan concluderen dat de beschuldigingen tegen Gong gebaseerd waren op de waarheid.

Jubilee Campaign Nederland schrijft „diep geschokt en teleurgesteld te zijn door deze keer in de gebeurtenissen. Nadat we zowel Gong als de Zuid-China Kerk hadden gesteund, we voorheen hadden aangenomen dat de vrouwen die tegen Gong hadden getuigd dit alleen hadden gedaan nadat zij waren gemarteld en nadat we de Chinese overheid hadden veroordeeld voor haar acties, voelen we ons nu gedwongen om toe te geven dat we Gong in het verleden ten onrechte hebben gesteund.”

De mensenrechtenorganisatie wil „haar oprechte excuses” aanbieden aan de Chinese overheid voor de beschuldigingen die zij heeft geuit ten aanzien van haar acties ten behoeve van Gong in de afgelopen jaren.

Mensenrechten
Jubilee Campaign vraagt verder vergeving aan de slachtoffers van Gong. „Hoewel onze activiteiten niet op hen waren gericht, heeft onze voortdurende steun aan Pastor Gong het voor deze mannen en vrouwen onmogelijk gemaakt om zowel de erkenning als de steun te ontvangen die zij nodig hadden om te kunnen beginnen aan een proces van genezing.”

Ondanks deze „diep tragische ontwikkelingen” rond de zaak-Gong roept Jubilee Campaign Nederland de Chinese overheid op tot verzekering van de mensenrechten van Gong. „Zijn acties, hoe afkeurenswaardig ook, brengen geen reden met zich mee om hem zijn fundamentele rechten te ontzeggen.”

Verder roept de organisatie de Chinese overheid op de mensenrechten van al haar burgers te respecteren, waaronder het recht op godsdienstvrijheid.