Pijnlijk misverstand rond ds. R. Kok
De procedure rond de schorsing van ds. R. Kok in 1950 als predikant van de Gereformeerde Gemeenten was „gebrekkig en aanvechtbaar”, aldus ds. M. Golverdingen in oktober op een herdenkingssymposium. Ds. P. Mulder stelde in het RD van donderdag dat de Gereformeerde Gemeenten hierover graag in gesprek blijven. A. Cluistra vindt dat er naast de procedurefouten sprake was van een pijnlijk misverstand rond het woord ”belofte”.
We gaan allereerst na hoe op de synode 1950 in de slotfase, die leidde tot de schorsing van ds. Kok, het gesprek verliep. We maken hierbij dankbaar gebruik van een bijna woordelijk, handgeschreven verslag van ouderling J. van Vliet uit Gouda. Op de eerste dag merkte een van de predikanten op over het boekje ”Het aanbod van Gods genade” van ds. Kok: „Het boekje leert vereenzelviging van aanbieding met belofte der zaligheid, (…) maar als aanbod hetzelfde is als belofte worden allen zalig (…) en kunnen we de hel wel sluiten.” Op deze opmerking wordt op die dag niet ingegaan.Onmiddellijk na opening van de tweede synodedag vraagt ds. Kok het woord en zegt: „Het heeft mij zeer bedroefd wat gisteren gezegd werd, in verband met aanbod en belofte door mij gezegd: dan kunnen we de hel wel sluiten. Zulke uitdrukkingen zijn onwaardig, het bedroeft mij zeer en stelt mij in verdenking.” Aansluitend zegt hij: „Aanbod en belofte is hetzelfde.” De preses vraagt hem: „Herroept gij uw woorden dat aanbieding en belofte hetzelfde is.” Ds. Kok antwoordt: „Ik wil het bevestigen en heb een boekje in mijn hand.” De preses zegt: „Neen, dat mag u niet.” (Hij mag dus niet voorlezen uit het boekje dat hij in zijn hand heeft, A. C.)
Een predikant stelt voor ds. Kok te schorsen, want hij handhaaft zijn dwaling. Verschillende predikanten doen nog een poging ds. Kok te bewegen de gesproken woorden in te trekken, maar hij zegt daarop: „Wat God in het Evangelie zegt, neem ik niet terug.” Als de voorzitter vraagt: „Is er een van de afgevaardigden op tegen dat ds. Kok geschorst wordt”, reageert niemand meer.
Belofte
Belangrijke vragen zijn: Hoe bedoelde ds. Kok de woorden: „Aanbod en belofte is hetzelfde”, wat voor boekje had hij in zijn hand en met welke citaten wilde hij toelichten wat hij ermee bedoelde? Het boekje was een hoofdstuk uit ”De Kleine Catechismus toegelicht in vragen en antwoorden” door E. en R. Erskine en J. Fisher. Het genoemde hoofdstuk over ”Het verbond der genade” was door ds. G. H. Kersten als afzonderlijk boekje uitgegeven. Ds. Kok wilde enerzijds eruit citeren dat de belofte van het eeuwige leven gegeven wordt aan Christus en in en door Hem aan de uitverkorenen. Anderzijds dat de beloften van het verbond voorgesteld en aangeboden worden aan allen die het Evangelie horen en dat allen een recht van aanneming van die beloften ontvangen.
We willen nu eerst ingaan op een essentieel punt in de discussie, namelijk de twee verschillende betekenissen die het woord ”belofte” (van het verbond) binnen de Gereformeerde Gemeenten heeft.
De belofte is van eeuwigheid, wordt in de tijd bij de uitverkorenen vervuld, kan niet verbroken worden omdat God vervult wat Hij van eeuwigheid heeft besloten en is niet afhankelijk van enige voorwaarde door mensen te vervullen. Deze belofte wordt binnen de kring van de Gereformeerde Gemeenten de verbondsbelofte genoemd. Belofte en de vervulling ervan vormen een eenheid.
De belofte komt tot allen die het Evangelie horen en is voorwaardelijk in die zin dat de belofte alleen in vervulling gaat bij hen die in de gekruisigde Christus geloven (volgens D. L. II.5), bij hen die de gewisse belofte geloven. Deze belofte wordt Evangeliebelofte genoemd. Belofte en de vervulling ervan zijn twee verschillende zaken.
Ten tijde van de schorsing van ds. Kok werd binnen de kring van de Gereformeerde Gemeenten het woord belofte overwegend verstaan in de betekenis van verbondsbelofte; degenen die kennisgenomen hadden van onder andere de Schotse bronnen verstonden het woord ook in de betekenis van Evangeliebelofte.
Liggingsverschil
We keren nu terug naar de discussie zoals deze in januari 1950 op de synode met ds. Kok werd gevoerd: wat bedoelde ds. Kok en wat verstond de synode? Ds. Kok vereenzelvigde de Evangeliebelofte, die persoonlijk vervuld moet worden, met het aanbod van genade; de synode verstond dat hij de verbondsbelofte vereenzelvigde met het aanbod. Een hardnekkig, pijnlijk en naar gebleken is moeilijk uit te roeien misverstand rond het woord belofte.
Is de schorsing van ds. R. Kok dan een misverstand? Uitdrukkelijk willen we beklemtonen dat deze bijdrage daarover níét gaat, dat is een andere vraag. Er waren in Veenendaal diepgaande liggingsverschillen en de synode moest kiezen tussen ds. Kok en de groep mensen die bij hem weggegaan was en door een van de predikanten -tegen de opdracht van de synode in- als afzonderlijke gemeente was geïnstitueerd. De synode koos in dat geschil door ds. Kok te schorsen.
Waarover gingen die diepgaande liggingsverschillen? Ds. Kok legde in de prediking veel nadruk op het aanbod van genade en de rijke beloften van het Evangelie, wees heen naar Christus als de enige weg ter verlossing, dreef achter de kudde aan en hield niet van on-Bijbelse lijdelijkheid.
Er waren in zijn gemeente mensen die het anders beleefden. Zij konden niet overweg met pleiten en aandringen en waren van mening dat ds. Kok onvoldoende nadruk legde op de doodstaat van de mens en de noodzakelijke zondekennis en dat hij naar Christus verwees alvorens daar plaats voor gemaakt was. Dat was de kern van het geschil.
De auteur is lid van de gereformeerde gemeente te Wageningen.