Terug naar de duisternis
(BARNEVELD - Tien boeken schreef de Nederlands gereformeerde emeritus predikant inmiddels in de, ooit door ds. C. Vonk uit Schiedam begonnen, serie ”De voorzeide leer”. In zijn jongste commentaar behandelt ds. F. van Deursen Paulus’ brief aan de Efeziërs. Een brief die „indrukwekkend actueel” blijkt te zijn.
Een echt commentaar wil ds. Van Deursen zijn boek ”Efeziërs - Gods nieuwe mensheid” (uitg. Buijten & Schipperheijn; 237 blz.) overigens niet noemen. „Het is meer een bespreking. De serie ”De voorzeide leer” richt zich vooral op de gemeente; niet zozeer op, ik zal maar zeggen, de geleerde wereld.”„Ik was 27 jaar”, zegt de nu 76-jarige emeritus predikant uit Barneveld, „en net een jaar dominee, toen ds. Vonk mij vroeg of ik geen zin had om aan zijn serie mee te werken. Ik heb daar toen mee ingestemd, en nu is dan het tiende deel van mijn hand verschenen.”
Hoeveel zullen er nog volgen? „Op dit moment ben ik bezig met 1 Timotheüs, maar het kan nog wel even duren voordat dat boek in de winkel ligt. En daarna? Zo lang de Heere me, ons, de kracht en de gezondheid geeft, hoop ik hiermee door te gaan.”
Toekomst Europa
Paulus’ brief aan de Efeziërs, zegt ds. Van Deursen op zijn studeerkamer, „herinnert ons eraan dat ook wij afstammen van de heidenen, de Franken, de Batavieren. En het bestuderen, het bespreken van deze brief heeft voor mij opnieuw bevestigd wat een geweldig werk Gods Geest in ons werelddeel heeft gedaan. Het begon met de droom die Paulus kreeg: „Kom over en help ons.” En via Troas, Griekenland, Italië, Spanje, kwam het Woord van God bij ons terecht. Het standbeeld van Willibrord in Utrecht markeert dat het Evangelie hier gekomen is.”
„Maar”, zegt de predikant, „dáárom zie ik de toekomst van Europa ook zo donker in. Omdat we ons zo massaal van God en Zijn Woord hebben afgekeerd. De Efeziërs waren „kinderen van het licht” geworden. Maar nu zien we het oude heidendom weer terugkomen. Europa keert terug naar de duisternis - met alle gevolgen van dien. In Efeze 4 tot en met 6 leert de apostel zijn eerste lezers de grondbeginselen van een gekerstende samenleving. En als je leest wat hij daar rechtzet, weet je ook wat er voordien krom was. Met de Nieuwe Bijbelvertaling: Afgestompt als ze waren, gaf men zich over aan losbandigheid en stortten ze zich in allerlei zedeloze praktijken.”
Het is van groot belang, schrijft ds. Van Deursen, „dat wij deze terugval in het voorchristelijke heidendom opmerken. Want evenals toen mogen christenen daaraan ook nu niet meedoen. Het moet ons daarbij te denken geven dat het machtige Romeinse rijk ten slotte aan deze zedeloosheid ten onder is gegaan.”
Alleen liefde voor de waarheid kan ons (nog) redden, schrijft u. „Daarom is bijbelkennis een eerste vereiste om flinke christenen te zijn.”
„Ik vind dat het met de Bijbelkennis van veel christenen droevig gesteld is. En satan weet heel goed dat hij van christenen zonder Bijbelkennis alles kan maken. Wat dat betreft: binnen onze kerken, binnen de kleine oecumene, krijgt de charismatische beweging meer en meer ingang, wordt er ook veel gebeden om een opwekking. Maar ik vind het veel actueler om te bidden: „Onttrek U niet Uw Woord en Geest” dan „Kom met Uw Geest.””
Naar aanleiding van Efeze 4:11-16 merkt u op dat de nieuwtestamentische profetie eindigde met de voltooiing van het Nieuwe Testament. „De Heilige Geest openbaart geen nieuwe leer meer.”
„Over die passage heb ik inmiddels al wat brieven gekregen. Maar ze hebben mij nog niet kunnen overtuigen. Ik ben vuurbang voor de visie dat we buiten de canon om nog boodschappen van God kunnen ontvangen, zoals je dat vandaag regelmatig hoort. Ik ben nu 76, en nog steeds heb ik het idee dat ik maar een heel klein deeltje van de Heilige Schrift grondig bestudeerd heb. Zo rijk is de Schrift.”
In uw verklaring doet u niets af van Paulus’ spreken over het huwelijk, over de man als het hoofd van de vrouw ook.
„Ik vraag me af of mensen die hier boos over worden, of wat meewarig lachen over het woord hoofd, deze perikoop ooit wel goed gelezen hebben. Paulus verkondigde een complete omwenteling op huwelijksgebied. En daarmee begon in Europa de ware bevrijding van de vrouw. Wil je weten waaruit, kijk dan naar de manier waarop veel moslimvrouwen worden behandeld, of hoe veel mannen anno 2007 met hun vrouwen omgaan. Met het woord hoofd wordt uitdrukkelijk niet bedoeld dat de man zijn vrouw als een dictator mag behandelen. Nee, hij is haar leidend en beschermend hoofd, dat de koers van het gezin uitzet ook. Als het goed is. De man is het hoofd van het gezin, de vrouw het hart van het gezin. Overigens, als ik hierover preek, of schrijf, leg ik altijd de nadruk op de afzender: wie Paulus hier hoort, hoort Christus Zelf. Dan zeg ik niet: Ach, Paulus was een kind van zijn tijd, nee: wat Paulus zegt = wat Gods Geest zegt.”
Bij Efeze 1:4 stelt u dat we bij de uitdrukking (uitverkoren) „voor de grondlegging van de wereld” niet moeten denken aan „voor de schepping van hemel en aarde”, maar aan „voor Horeb.” Dat lijkt niet overeenkomstig „de voorzeide leer”, zoals verwoord in bijvoorbeeld de Dordtse Leerregels (I, 6, 7).
„In een eerder deel van de serie heeft ds. Vonk hier een behoorlijk exposé aan gewijd. We volgen hierbij wat dr. D. Holwerda erover heeft geschreven. We zien de verkiezing als een daad van God in de tijd. Daarin weten we ook iemand als dr. J. G. Woelderink aan onze zijde. Nee, ik heb nog niet het gevoel dat ik hiermee in botsing kom met de Dordtse Leerregels en de belijdenis van Gods soevereine genade.”
Echtscheiding
Naar aanleiding van Efeze 5:31 merkt ds. Van Deursen op dat een man zijn vrouw moet liefhebben met een „onverbrekelijke” liefde. „God wil het huwelijk alleen door de dood beëindigd zien. Daarom heeft Hij echtscheiding altijd gehaat. (…) Behalve in geval van overspel, dan is echtscheiding wel geoorloofd, maar niet uitdrukkelijk geboden.”
„Als ik de Schrift eerlijk laat spreken”, zegt de predikant, „en lees dat God de echtscheiding haat, en nu zie hoe veel huwelijken er op die manier worden beëindigd, ook in de kerk, dan denk ik wel eens: Zou de Geest des Heeren bezig zijn van ons te wijken? Dat is voor mij echt een existentiële vraag. Ik hoop het niet, ook voor mijn kinderen en kleinkinderen niet.”
Dan: „Wat ik zo mooi vind bij het Bijbelonderzoek, is dat als de Schrift over Gods oordelen spreekt, je zo vaak leest dat de Heere altijd een rest bewaart. Maar ik vrees er vaak voor. Nederland was een gedoopte natie, maar is dat niet meer. Wat kunnen wij de Heere verwijten als Hij het goddeloze Nederland voorgoed zou verlaten? Dat Zijn toorn, Zijn verbondswraak, op ons land en werelddeel zou neerdalen? En soms denk ik dan wel eens: de enorme opmars van de islam zou wel eens een gesel van God kunnen worden.”
„Gelukkig”, zegt ds. Van Deursen, „de Heere is zeer lankmoedig en beloofde: „Op zulken sla Ik acht: op de ellendige, de verslagene van geest en wie voor Mijn Woord beeft”, Jesaja 66. Ik hoop dat er nog veel voorbidders en voorbidsters zijn die in de binnenkamers net als Daniël plaatsvervangend schuld belijden en deze rampen over ons land en werelddeel mogen afbidden.”
Lessen uit de Efezebrief
In ”Efeziërs - Gods nieuwe mensheid” trekt ds. F. van Deursen op tal van plaatsen lijnen naar vandaag. Enkele citaten.
„Heeft het schrikbarende drankmisbruik in onze moderne wereld dezelfde oorzaak? Ook nu leeft de massa „zonder hoop en zonder God.””
„Evenals in de antieke wereld beschouwt men ook thans de persoonlijke behoefte als het enige criterium voor de beleving van de seksualiteit. Men wil er niets van weten dat God die aan voor iedereen geldende normen gebonden heeft. Ook binnen de kerken dringt deze zienswijze door.”
Veel mannen „verwachten niet eens meer van hun vrouw dat zij hem als hoofd van het gezin erkent. Zelfzuchtig en gemakzuchtig onttrekken zij zich aan hun verantwoordelijkheid en wentelen die op haar schouders af. Zo ontwikkelt zich onder de voormalige christenvolken een matriarchale maatschappij waarin de moeders als hoofd en centrum van het gezin fungeren, met alle kwade gevolgen van dien.”