Scholieren besteden jaarlijks 1 miljard
Scholieren van de middelbare school hebben gezamenlijk 1 miljard euro per jaar te spenderen. Dat is 20 procent meer dan twee jaar geleden. Deze rijkdom hebben de circa 750.000 scholieren vooral te danken aan het grotere aantal baantjes. De jongeren geven het geld uit aan leuke dingen als kleding en uitgaan. De grootste stijger bij de uitgaven is de mobiele telefoon.
Dat blijkt uit het Nationaal Scholieren Onderzoek 2001/2002, dat woensdagmorgen werd bekendgemaakt. Het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) onderzoekt elke twee jaar in opdracht van het Sociaal en Cultureel Planbureau en het ministerie van Volksgezondheid de leefwereld van scholieren uit alle lagen van het voortgezet onderwijs.
Gemiddeld heeft een scholier 113 euro per maand te besteden, tegen 95 euro bij het vorige onderzoek (1999/2000). Het bedrag loopt met de leeftijd behoorlijk op, doordat oudere scholieren meer werken. Een 12-jarige verdient per maand gemiddeld 43 euro, een scholier van 18 heeft 351 euro te spenderen.
Hoewel scholieren meer te besteden hebben, maakt het Nibud zich zorgen over hun financiële positie. „Bijbaantjes kunnen in een slechtere economie snel weer verdwijnen. En omdat voor veel jongeren bezuinigen moeilijk is, kunnen ze in de problemen raken”, stelt een woordvoerster. Zij wijst er ook op dat een op de drie jongeren niet spaart. „Het is lang leve de lol. Ze leren dus niet iets opzij te zetten voor grote aankopen of zware tijden. Terwijl ze dat in het latere leven toch echt zullen moeten doen.”
De scholieren geven gemiddeld 115 euro per maand uit, terwijl de gemiddelde inkomsten 113 euro bedragen. Hierdoor lijkt het of ze rood staan, maar volgens de Nibud-woordvoerster mag deze conclusie wegens de grote verschillen tussen onder andere de leeftijden niet worden getrokken.
De grootste stijger in uitgaven van scholieren is de mobiele telefoon. Dit kost de jeugd jaarlijks 72 miljoen euro.
Eenderde van de jongeren koopt alcoholische dranken. Dat is ongeveer evenveel als twee jaar geleden. Het Nibud noemt het opvallend dat het percentage jonge scholieren dat alcoholische dranken koopt is gestegen; van 6 naar 9 procent. Dit ondanks het verkoopverbod voor jongeren onder de 16 jaar. Het gemiddelde bedrag voor alcohol is gestegen van 26 euro per maand in 1999 naar 28 euro nu. Oudere scholieren trekken juist minder geld uit voor alcohol, al gaat het nog om forse bedragen. In 1999 werd gemiddeld 60 euro per maand besteed aan drank, terwijl dat is gedaald tot 50 euro in 2002.
Het drugsgebruik is licht toegenomen. Van de scholieren geeft 6 procent aan wel eens cannabis, een pilletje of harddrugs te gebruiken, tegen 5 procent twee jaar eerder. De gebruikende jongens geven gemiddeld 36 euro per maand aan drugs uit en de meisjes 25 euro.
Van alle scholieren geven vmbo-meisjes het vaakst geld uit aan roken. Van deze groep rookt 30 procent. Zij besteden gemiddeld 42 euro per maand aan sigaretten. Vwo-meisjes roken het minst; 9 procent van deze groep besteedt hieraan gemiddeld 36 euro per maand.
De belangrijkste inkomstenbron voor jongeren is het bijbaantje of het vakantiewerk. Geld van de ouders komt op de tweede plaats. Bijna tweederde van de scholieren heeft een bij- dan wel een vakantiebaantje, tegen ruim de helft twee jaar geleden. De jeugd is vooral actief in winkels, de horeca en bij boeren en tuinders. Typisch meisjeswerk is babysitten. Jongens hebben vaker een krantenwijk.
Jongeren zijn de laatste jaren ook langer gaan werken: gemiddeld negen uur per schoolweek, terwijl dat twee jaar eerder nog 7,5 uur was. In de vakanties steekt de jeugd de handen juist minder uit de mouwen en is het aantal uren per week gedaald van 28 naar 25.
Jongens verdienen over het algemeen behoorlijk meer. Totdat ze 18 jaar zijn, dan halen de meisjes hen in. Vmbo-scholieren hebben vaak de best betaalde baantjes. Volgens het Nibud hebben deze scholieren er profijt van dat hun opleiding al meer is toegespitst op werken. Havo- en vwo-scholieren hebben gemiddeld wel vaker een baantje.