Top in Marokko over Afrikaanse migranten
RABAT (AP) – Vertegenwoordigers van 58 Europese en Afrikaanse landen zijn maandag in het Marokkaanse Rabat cruciale, tweedaagse besprekingen begonnen over de steeds groter wordende stroom Afrikaanse migranten die illegaal naar Europa proberen te komen. De top is mede belegd omdat 40 procent van de migranten hun vluchtpoging niet overleeft.
De afgevaardigden bespreken tientallen maatregelen, waaronder gezamenlijke patrouilles in de Middellandse Zee en langs de West–Afrikaanse kust, alsmede onderwijs aan potentiële legale migranten. Het is duidelijk dat eigenlijk alleen een einde aan de migratie kan worden gemaakt als de strijd wordt aangebonden met de oorzaken ervan: het geweld en de chronische armoede in grote gedeelten van Afrika. In hoeverre de Europese vertegenwoordigers bereid zijn in de buidel te tasten voor armoedebestrijding en vredesmissies is de vraag. Vooralsnog lijken zij, zo meent de mensenrechtenorganisatie Amnesty International, vooral uit te zijn op versterking van ‘het fort Europa’.Volgens Jean–Philippe Chauzy, woordvoerder van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM), zijn sinds begin 2006 ruim tienduizend vluchtelingen gearriveerd in de Canarische Eilanden, ruim tweemaal zoveel als in geheel 2005. De cijfers wijzen uit dat de migranten niet worden afgeschrikt door verscherping van de grenscontroles en ook niet door de verraderlijke oceaan, die velen tijdens hun illegale oversteek in gammele bootjes het leven kost.
Een lid van het Europese Parlement, Jeanine Hennis–Plasschaert, noemde het groeiende aantal migranten en het hoge dodencijfer ‘gevolgen van het falende Europese beleid’. Zij zei dat ‘versterking van de externe grenzen alleen eenvoudig niet voldoet’. Het Europese Parlement zet zich sinds kort in voor een gemeenschappelijk Europees asiel– en immigratiebeleid. Hennis–Plasschaert pleit uit dien hoofde voor stroomlijning van asielprocedures en een Europese versie van de Amerikaanse ’groene kaart’, die illegale migranten in de bestemmingslanden legaal werk moet geven.
Tot dusver is het vooral Spanje dat, met behulp van EU–fondsen en logistieke steun, in de Middellandse Zee en voor de West–Afrikaanse kust patrouilleert. Zowel de Canarische Eilanden als de Noord–Afrikaanse ’Europese’ enclaves Ceuta en Melilla zijn Spaans grondgebied.
De Afrikaanse landen waar de meeste migranten vandaan komen zijn Senegal en Mali. Topdoorgangslanden zijn Mauritanië en Marokko. De EU stelde maandag 2,5 miljoen euro ter beschikking voor grenspatrouilles in Mauritanië.
Amnesty zegt in een vorige week vrijdag vrijgegeven rapport dat meer patrouilles niet helpen en dat veel meer moet gebeuren aan verbetering van de migrantenrechten. Dick Oosting, Amnesty–directeur in Brussel, noemt het een Europese ‘illusie’ dat Afrikaanse migranten met verscherping van de controlemaatregelen vallen tegen te houden.