De energiekosten zullen een steeds zwaarder stempel drukken op de woonlasten. Daarom is het belangrijk om nu aandacht te schenken aan de realisatie van energiezuinige woningen omdat daarmee de basis gelegd wordt voor beheersing van de energiekosten over een lange termijn. De energiekosten zullen de komende jaren (mogelijk zelfs wel decennia) sterker stijgen dan de inflatie. Een veronderstelling die gebaseerd is op een aantal ontwikkelingen. De afgelopen jaren is de energieprijs jaarlijks met ruim 5 procent gestegen; voor volgend jaar hebben energiebedrijven al stijgingen gepresenteerd van circa 15 procent.Daarnaast laten de grote schommelingen in de energieprijs zien dat de wereldwijde energievoorziening instabiel is, waardoor geringe verstoringen een forse impact kunnen hebben op de actuele energieprijs. Bijstellingen van geraamde olievoorraden en signalen uit grote olieproducerende landen wijzen erop dat de grenzen van de productiecapaciteit van olie bereikt zijn (de kraan kan niet verder open). En een niet onbelangrijk aspect is dat landen als China en India enorme economische groeicijfers kennen, waardoor de vraag naar olie de komende jaren alleen nog maar zal toenemen. Terwijl de olieproducerende landen nu al op hun tenen lopen om het aanbod in de pas te laten lopen met de vraag.

Rondetafelgesprek
De energieprestatiecoëfficiënt is een energetisch rapportcijfer dat weergeeft hoe energiezuinig de woning is, dus hoeveel de bewoners kwijt zijn aan energiekosten voor verwarming, warm water en koeling. De minister is van plan om dit rapportcijfer te verlagen voor nieuwe woningen, zodat ze minder energie zullen gebruiken.

Vanwege de discussie over de wenselijkheid van deze verlaging, organiseerde de vaste kamercommissie voor volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer de afgelopen week rondetafelgesprekken over de aanscherping van de zogenaamde energieprestatiecoëfficiënt voor woningen.

De discussie gaat er vooral over of het verantwoord is om een woning energiezuiniger te maken vanwege het prijskaartje dat daaraan hangt. De voorgenomen aanscherping van de energieprestatiecoëfficiënt voor de woningbouw kan echter gezien worden als een maatregel die decennialang een positieve bijdrage levert zowel aan de koopkracht van de (toekomstige) bewoners van deze huizen als aan een noodzakelijke vermindering van de uitstoot van broeikasgassen (in het kader van de Kyotoafspraken).

Budgetneutraal
Aanscherping van de energieprestatiecoëfficiënt van 1,0 naar 0,8 is technisch mogelijk op basis van verschillende bekende en beproefde bouwkundige en installatietechnische maatregelen.

Financieel is aanscherping van de energieprestatiecoëfficiënt op een verantwoorde manier te realiseren. Een jaarlijkse energiebesparing van 200 euro (bij een trendmatige stijging van 10 procent over tien jaar opgelopen naar ruim 500 euro en over twintig jaar naar ruim 1300 euro) kan benut worden om hogere hypotheeklasten te financieren. Ervan uitgaande dat de meerinvesteringen voor bouwkundige en dus structurele maatregelen resulteren in een permanent hogere marktwaarde en dat installatietechnische maatregelen afgeschreven moeten worden over een periode van gemiddeld vijftien tot twintig jaar, levert dit het volgende beeld op. Een jaarlijkse energiekostenbesparing van 200 euro (situatie 2006) levert een budgetneutrale investeringsruimte op van 5000 euro tot 7000 euro (financiering door middel van een hypotheek en hypotheekrenteaftrek).

Betere woonkwaliteit
Daarnaast zijn er nog andere afwegingen om de energieprestatiecoëfficiënt aan te scherpen. Woningen worden voor een periode van minimaal veertig jaar gebouwd; maatregelen die nu niet genomen worden, dragen gedurende een lange periode bij aan een hoger energiegebruik en daarmee aan een hogere milieudruk. Hiermee wordt voorkomen dat over twintig jaar de discussie gevoerd wordt over verbetering van energie-efficiëntie van de woningvoorraad die gebouwd is in de periode 2006-2010.

Met de bestaande technieken is het goed mogelijk om woningen te bouwen met een energieprestatiecoëfficiënt die lager is dan 0,8. Aanscherping stimuleert producenten om energie-efficiënte systemen te ontwikkelen of verder te ontwikkelen (op het gebied van gebruikersgemak, zekerheid en efficiëntie), waardoor innovatie en duurzaamheid hand in hand gaan.

Aandacht voor een energiezuinig ontwerp vertaalt zich bij een adequate samenwerking tussen de bouwkundige en installatietechnische ontwerper terug in een goed bouwkundig ontwerp in combinatie met de juiste installatietechnische voorzieningen. Overigens zal dit in veel situaties een andere aanpak vragen van partijen die betrokken zijn bij de bouw van een woning. Een goede samenwerking zal ongetwijfeld resulteren in een woning met lagere energiekosten en bijna altijd ook een betere woonkwaliteit (geen tochtklachten, geen koudestraling enzovoorts). Dat is dubbele duurzaamheid.

De auteur is manager bij DWA installatie- en energieadvies.