Verdonk doet boete en houdt steun Kamer
DEN HAAG - Na een nederige boetedoening kan minister Verdonk voor Vreemdelingenzaken haar politieke carrière voortzetten. Een motie van afkeuring vanwege het onvolledig en onjuist informeren van de Tweede Kamer haalde woensdag geen meerderheid.
Na een urenlang spoeddebat over Congolese asielzoekers kreeg de PvdA met een motie van afkeuring alleen steun van GroenLinks, SP en ChristenUnie (CU). Vooral de opstelling van D66 was van belang. Vooraf had de fractie aangegeven niet met een mager excuus genoegen te zullen nemen. Dat was niet alleen bedreigend voor Verdonk maar ook voor de coalitie. Steun van D66 voor een motie van afkeuring zou op zijn minst tot een politieke crisis hebben geleid.Al meteen bij het begin van haar antwoord aan de Kamer ging Verdonk diep door het stof. „Ik betreur het bijzonder”, zei ze over de conclusie van de commissie-Havermans dat ze de Kamer onvolledig en onjuist had geïnformeerd. En: „Het spijt me bijzonder.”
De Kamer verbaasde zich erover dat Verdonk vrijdag, direct na de presentatie van het rapport over de Congolese asielzoekers, tamelijk laconiek had gereageerd, terwijl ze zich nu uitputte in verontschuldigingen. Toch kon een meerderheid met de spijtbetuigingen leven.
Verdonk benadrukte dat de immigratiedienst IND van haar ministerie geen inhoudelijke informatie over asielzoekers aan de Congolese autoriteiten heeft doorgespeeld. Wel kon Congo uit de aangeleverde documenten in een aantal gevallen opmaken dat het om asielzoekers ging. Die informatie had bij het kopiëren moeten worden afgeplakt. Door administratieve slordigheid is dat volgens de minister niet gebeurd.
Ze stelde dat ze de Kamer steeds „naar eer en geweten” heeft geïnformeerd en dat ze ook meteen maatregelen heeft genomen nadat de fouten aan het licht waren gekomen.
Dat ze de Kamer vorig jaar had verzekerd dat de IND „nimmer” vertrouwelijke informatie over asielzoekers aan andere landen gaf, nam ze zichzelf erg kwalijk. „De les is dat je het woord ”nimmer” nooit in de uitvoeringspraktijk moet gebruiken”, verklaarde ze deemoedig.
Toch zaaide ze in het debat opnieuw verwarring toen ze reageerde op de uitspraak van CU’er Huizinga dat de fouten van de IND als bijzonder ernstig moesten worden beschouwd. Ze liet doorschemeren dat ze die kwalificatie overdreven vond en gaf aan dat alles „in zijn proporties” moest worden gezien. De Kamer dwong haar opnieuw te erkennen dat ze zwaar aan de gemaakte fouten tilde.
CDA, VVD, LPF, D66 en SGP zagen geen of onvoldoende reden voor een motie van afkeuring. „De minister heeft haar fouten ruimhartig erkend en daar kunnen wij mee verder”, zei D66-Kamerlid Lambrechts. Het voorstel van D66 om een parlementair onderzoek in te stellen naar het functioneren van de IND bij het terugsturen van uitgeprocedeerde asielzoekers onderging hetzelfde lot als de PvdA-motie.
SGP’er Van der Staaij drong er bij Verdonk op aan dat Nederland teruggestuurde asielzoekers steekproefsgewijs moet blijven volgen om te zien wat er met hen gebeurt. Op papier kan worden gemeld dat het veilig is om naar een bepaald land terug te keren, maar in de praktijk blijkt het soms toch anders te liggen, lichtte hij toe.
Verdonk zei na afloop van het debat dat de Kamer terecht kritisch was geweest. „Er zijn fouten gemaakt en dat heb ik ruiterlijk erkend.” Dat een groot deel van de Kamer de motie van afkeuring had gesteund, „gaat je niet in de koude kleren zitten”, gaf ze toe. „Maar je moet niet aftreden maar optreden. Dat heb ik gedaan.”