„Eigenlijk ben ik nog één groot vraagteken”
Voornaam: Siebrand
Leeftijd: 38Oorspronkelijk kerkverband: Evangelische gemeente
Wanneer verliet u de kerk en waarom?
„De breuk met de kerk kwam voor mij toen ik een jaar of achttien was. In die tijd werkte ik veel in de horeca. Ik maakte lange dagen en moest ook vaak in het weekend aan het werk. Doordat ik zo veel werkte en weinig vrije tijd had, sliep ik op zondag liever uit of ging ik voetballen. Nadat ik verkering kreeg, ging ik eigenlijk helemaal nooit meer naar de kerk. Het is dus niet zo dat ik me opzettelijk afzette tegen de kerk, maar ik had gewoon geen tijd om naar de kerk te gaan.”
Waar staat u nu?
„Ook nu ga ik niet vaak naar de kerk. Wel is het geloof belangrijk voor mij. Zo sturen wij onze kinderen naar een christelijke basisschool. Ook zijn we van plan ze te gaan voorlezen uit de kinderbijbel. Maar we hebben onze kinderen nooit laten dopen. Mijn vrouw gaat helemaal nooit meer naar de kerk. We vinden het dan een beetje hypocriet om toch je kinderen te laten dopen. Zelf ben ik trouwens ook nooit gedoopt. Op zich vind ik dat niet zo erg. Je moet er zelf mee klaar komen. Als ik daar aan toe ben zal ik dat wel laten doen.”
Hoe wilt u uzelf omschrijven?
„Je kunt mij het beste omschrijven als verdwaald, maar zoekend. Ik kom niet zo vaak meer in de kerk, maar het is niet zo dat ik mezelf daarom ook niet meer zie als een christen. Ik doe regelmatig vrijwilligerswerk voor de Evangelische Omroep. Zo help ik als vrijwilliger mee op de EO-jongerendag. Ook geloof ik dat Jezus gestorven is voor onze zonden en dat Hij echt uit de dood is opgestaan. Ook bid ik ’s ochtends als ik naar mijn werk ga. Vroeger was ik wel een actieve christen. Van mijn ouders moest ik toen mee naar Bijbelstudiekampen. Daar heb ik goede herinneringen aan. Het waren leuke kampen, waar we veel sportten en ook veel tijd besteedden aan Bijbelstudie. Mijn Bijbel is letterlijk blauw van het onderstrepen en de aantekeningen.”
Heeft u ooit overwogen om weer terug te keren naar de kerk?
„Ja, ik kom de laatste tijd weer af en toe in de kerk. Ik heb wat bijeenkomsten bezocht van pinkstergemeenten, maar dat is het toch niet. Ik vind dat allemaal iets té. Al dat gezwaai met de handen is niets voor mij. En met tongentaal kan ik ook niets. Het is daar allemaal zo overdreven. Als ik opnieuw lid zou worden van een kerk, is het denk ik een baptistengemeente of een christelijke gereformeerde kerk.”
Hoe kijkt u aan tegen een leven na dit leven?
„Moeilijke vraag. Ik geloof dat er iets is na dit leven. Maar wat dat precies is, durf ik niet te zeggen. Uit de Bijbel weet ik dat Jezus dan terugkomt in Jeruzalem op de Olijfberg. Volgens mij duurt dat trouwens niet meer zo lang. Eerlijk gezegd heb ik dan geen idee wat er met mij gebeurt. Eigenlijk ben ik nog één groot vraagteken.”
Dit is het derde deel in een achtdelige serie over kerkverlating. Maandag deel 4.