Vrede van Munster trekt spoor door Putte
Vier gemeenten hebben het voor het zeggen in Putte, een plaatsje vlak bij Woensdrecht. Eén Nederlandse en drie Belgische. De oorzaak? Landsverdeling bij het einde van de Tachtigjarige Oorlog, de Vrede van Munster in 1648. Daarbij lag het plaatsje precies op het snijvlak. Verhuizen van de ene naar de andere kant van de straat is daarmee vandaag de dag niet eenvoudig. Al heeft het ook voordelen: de nabijgelegen Kalmthoutse Heide dankt zijn bestaan er min of meer aan.
De Grensstraat in Putte doet zijn naam eer aan. Links de Nederlandse helft, met grijze betonnen stoeptegels. Rechts de Belgische, met rode klinkers. ’s Avonds kun je de krant lezen bij de straatverlichting: zowel aan de Belgische als aan de Nederlandse kant staan lantaarns.
Putte is opgedeeld in vieren. Eén Nederlands deel en drie Belgische delen, vallend onder de gemeenten Stabroek, Kapellen en Kalmthout. Af en toe heeft dat merkwaardige gevolgen. Kasteel het Ravenhof staat bijvoorbeeld in België. Delen van het bijbehorende park, inclusief een theekoepel, staan in Nederland. Martin Kastner, bewoner van de Grensstraat, merkt de verschillen nauwelijks. Voor hem is er maar één soort Puttenaar. Kastner is Nederlander, maar woont aan de Belgische kant van de straat. „Ik heb eerst tien jaar in het Nederlandse deel gewoond. Nu al weer jaren in België. Dat bevalt best. Hier ben je geen Nederlander of Belg, maar een Puttenaar.”
Praktische problemen en probleempjes heeft ’internationaal’ verhuizen in Putte wel. Kastner: „Gedoe met verschillende soorten belasting, ineens geen Nederlands maar een Belgisch telefoonnummer en zo. Je kunt gelukkig kiezen waar je je kinderen naar school laat gaan. Twee van mijn kinderen zitten op een Belgische school en één op een Nederlandse.”
Even buiten Putte is er op het oog weinig te merken van de bewogen historie van het grensgebied. De Kalmthoutse Heide, een enorm heide- en hoogveengebied op de Belgisch-Nederlandse grens, is al 175 jaar een natuurlijke barrière tussen Nederland en Vlaanderen. Augustus is zonder meer de mooiste maand om het gebied te bezoeken. Dan bloeien de miljoenen heideplanten van verschillende soorten. Ze kleuren de anders zo donkere heidevelden paarsblauw.
Toch vertelt de natuur meer van de geschiedenis dan je zou denken. Sterker nog, de Kalmthoutse Heide bestaat min of meer dankzij de grens. Omdat het zowel aan de rand van Nederland als van België lag, ontsnapte het lang aan de aandacht van plannenmakers en bleef de natuur intact. Desondanks ontstonden door turfwinning grote vennen, zoals de Putse Moer en het Stappersven. De ontginning aan het einde van de 18e eeuw liet landbouwgrond de plaats innemen van heide en veen. Diverse zandruggen werden afgegraven om de aanleg mogelijk te maken van de spoorlijn Roosendaal-Antwerpen.
Vandaag de dag staat natuurbeheer centraal op de Kalmthoutse Heide. De Nederlandse en de Vlaamse overheid beheren gezamenlijk het gebied. In educatiecentrum De Vroente in Kalmthout wordt dat toegelicht. Van daaruit vertrekken ook fiets- en wandelroutes door het gebied. Met de auto kom je lang niet overal. Om de rust te bewaren zijn de meeste wegen afgesloten.
Op Nederlands gebied tussen Putte en Ossendrecht ligt nog een ander stukje historie: een enorme joodse begraafplaats, eigendom van drie Antwerpse geloofsgemeenschappen. Ook een gevolg van de Belgische afscheiding. Daardoor verloren Antwerpse joden de mogelijkheid hun doden te begraven met de ’garantie’ op eeuwige grafrust. Een opmerkelijk stukje joods Nederland. Tot op de dag van vandaag wordt er doden begraven op dit stukje land, waar Nederland en België op een bijzondere manier bijeenkomen.
Dit is het achtste deel in een zomerserie over plaatsen langs de Nederlandse grens.