Nieuwe terroristische aanslagen
Kan het verschil tussen twee dagen groter zijn? Afgelopen dinsdag heerste er een feeststemming in de Britse hoofdstad Londen omdat de stad was verkozen de Olympische Spelen van 2012 te mogen organiseren. Een dag later, donderdag, was de stad in rep en roer door een serie aanslagen die dood en verderf zaaiden.De aanslagen zijn vrijwel zeker het werk van al-Qaida. De terreurorganisatie had in het verleden Londen als doelwit genoemd. De overeenkomsten tussen de aanslagen in Madrid van maart 2004 en van donderdag in Londen zijn bovendien groot. In beide gevallen sloegen de terroristen toe tijdens de ochtendspits en waren de aanvallen gericht tegen gebruikers van het openbaar vervoer. De terroristen denken, hoe sinister het misschien ook klinkt, op die manier de meeste slachtoffers te maken. Helaas klopt die berekening.
Op het moment dat de explosieven in de Londense metro tot ontploffing kwamen, bogen de leiders van de G-8 zich in Schotland over het armoedeprobleem in de derde wereld en over de klimaatverandering. De Britse premier Tony Blair verliet de G-8 en keerde direct naar Londen terug.
In een eerste reactie veroordeelde Blair de aanslagen als een barbaarse daad. Opnieuw zijn onschuldige burgers het slachtoffer van terreuraanslagen. De andere deelnemers aan de G-8 sloten zich aan bij de woorden van Blair. In een gezamenlijke verklaring lieten de landen weten stuk voor stuk te hebben geleden onder het terrorisme. Het terrorisme is een aanval op alle naties en op beschaafde mensen overal ter wereld, aldus de verklaring.
De aanslagen maken duidelijk dat de strijd tegen het terrorisme nog niet is gewonnen. De armoede in de derde wereld en de klimaatverandering zijn grote problemen, maar het terrorisme is misschien wel het grootste.
De Amerikaanse president George W. Bush zei dat de aanslagen zijn standpunt bevestigen dat het internationale terrorisme het grootste gevaar vormt voor de 21e eeuw en een uitdaging voor de vrije wereld is. „De bommen in Londen tonen aan dat de oorlog tegen het terrorisme nog moet doorgaan.” Aan die woorden valt weinig toe te voegen.
Slechts door gezamenlijk op te treden kan het terrorisme worden bestreden. Die eensgezindheid hebben de terroristen ongewild bewerkstelligd. Voordat de G-8-topontmoeting begon was er de nodige verdeeldheid tussen de rijkste en machtigste landen ter wereld, met name waar het de bestrijding van de milieuvervuiling betrof.
Nu staan ze schouder aan schouder. Alleen op die wijze en door de rust te bewaren, kan het internationale terrorisme worden bestreden. Wat dat betreft gaf de Britse premier Blair donderdag het goede voorbeeld. Sommige ambtenaren wilden de top van de G-8 afblazen. Daar voelde de Britse premier echter weinig voor, want dan zouden de terroristen hun zin hebben gekregen.
Blair reisde daarom snel naar Londen om de situatie te bekijken en zich aan het volk te laten zien. Vervolgens vertrok hij weer naar het Schotse Gleneagles om de top van de G-8 af te ronden. „Wij zullen niet toestaan dat geweld onze samenlevingen of onze waarden verandert, of het werk van deze top stopt”, zei Blair terecht.