Opinie

Principieel-praktische stemwijzer

Al het gedoe met betrekking tot het referendum over de grondwet van de EU gaat mij steeds meer tegenstaan. De pogingen van alle grote politieke partijen en van het kabinet in ons land om het volk maar ja te laten zeggen, doen gewoon zielig aan. Alleen daarom zou je het al niet vertrouwen en tegenstemmen.

Dr. W. J. op ’t Hof
27 May 2005 08:41Gewijzigd op 14 November 2020 02:35

Uiteraard mogen zulke gevoelsmatige argumenten geen rol van betekenis spelen en zeker niet de doorslag geven. Maar welke dan wel? In het verleden hebben alle Nederlanders objectieve informatie over die grondwet gekregen in de vorm van een folder. Kranten en andere bladen doen hun best om voor- en tegenstemmers aan het woord te laten komen en zo de burger de gelegenheid te bieden om zelf afwegingen te maken, teneinde tot een weloverwogen standpuntbepaling te komen. Op grond van zulke informatie moet het mogelijk zijn om op een verantwoorde wijze een keus te maken.

Verward
Het klinkt logisch: Hoe meer feitelijke informatie, des te eerder kun je een uitroepteken plaatsen. Het probleem voor mijzelf is evenwel dat ik ervaar dat het precies omgekeerd werkt: Hoe meer informatie, des te groter wordt het vraagteken. Breng je de veiligheid in gevaar door nee te stemmen? Blokkeert een nee de ontwikkeling van de economie? Impliceert een ja dat je de Nederlandse identiteit opgeeft? Is een ja een beslissende stap in de richting van de Verenigde Staten van Europa? Als je nee zegt, werk je dan mee aan de voortgang van het morele verval en de gedoogcultuur in ons land?

Doet de geboden informatie er overigens wel echt toe? Zijn onuitgesproken uitgangspunten en doelstellingen niet veel belangrijker voor mijn positiebepaling? Ik moet mijn stem over iets laten horen waarvan ik de gevolgen niet kan overzien. Hoe kan ik toch verantwoord mijn stem uitbrengen? Ik weet het niet meer. Ik voel mij hopeloos verward. Ondertussen is het wel bijna 1 juni. Wordt het ja of wordt het nee?

Principe
Als christenen zijn wij geroepen om ons altijd in de eerste plaats af te vragen wat de Heere welbehaaglijk is. Hij laat er in Zijn Woord geen misverstand over bestaan dat politieke verdragen die gesloten worden ter wille van louter staatkundige en economische belangen Zijn gunst niet kunnen en zullen wegdragen. De voorliggende grondwet mist iedere verwijzing naar de God van de Schrift. Zijn Naam mocht zelfs niet eens versluierd vermeld worden. Zeg ik op 1 juni ja, dan geef ik impliciet hieraan mijn goedkeuring en medewerking.

Onze geestelijke vaderen waren zowel in 1609 (het begin van het Twaalfjarig Bestand als onderbreking van de Tachtigjarige Oorlog) als in 1648 (de vrede van Münster als beëindiging van de Tachtigjarige Oorlog) tegen vrede met Spanje. Zij hadden hiervoor allereerst godsdienstige en vervolgens economische redenen. Als onze vaderen toen om principiële redenen geen valse vrede en derhalve continuering van de oorlog wensten, moeten wij dan nu een schijnvrede nastreven die ten koste gaat van de -toch al penibele- gereformeerde positie? Welke rol krijgt Rome dadelijk achter de schermen? En wat te denken van de islam als Turkije bij de EU komt?

Men kan hier tegenin brengen: Maar de genoemde zaken zijn toch al in ons eigen land en in de huidige EU realiteit?

Helaas is dat waar. Maar moeten reformatorische christenen de positie van de gereformeerde religie nog verder onderuithalen en de betreurenswaardige werkelijkheden en ontwikkelingen in de EU een krachtige stimulans geven?

Welbeschouwd is er op 1 juni principieel gezien geen keus tussen twee mogelijkheden. Wie ja zegt, haalt zelf de strop aan die om zijn eigen hals hangt.

Praktisch
Maar als je nu met een nee je economische glazen ingooit? Wie principieel is, ziet niet naar gevolgen. Toch wil ik die tegenwerping serieus nemen. Steeds wordt met economische voordelen en vooruitgang geschermd. Het zijn dezelfde argumenten en redeneringen als voor de invoering van de euro.

Wat is daarvan terechtgekomen? Helemaal niets. Wat ik als burger constateer, is dat bijna alles -soms stukken- duurder is geworden en dat onze economie sindsdien krimpende is. Moet ik als burger mij voor de tweede keer voor de gek laten houden? Dat lijkt mij niet zo handig en verstandig.

Tot hiertoe kan het de schijn hebben dat ik een scheiding tussen het principiële en het praktische aanbreng. Dat is echter allerminst mijn bedoeling. Er is immers wel degelijk een nauwe relatie tussen beide. Wie in gehoorzaamheid aan het Woord en in de lijn van het geestelijke voorgeslacht Gods hand in de geschiedenis ziet, kan zich niet aan de indruk onttrekken dat de huidige economische achteruitgang Gods reactie is op ons activistische streven naar een Europese heilstaat. Het valt te vrezen dat wij, hoe meer we van Europa verwachten, des te meer God tegen krijgen, heel concreet en heel praktisch.

De auteur is predikant van de hersteld hervormde gemeente te Nederhemert.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer